Als klein kind droomde ik eens dat ik niet bij mijn bedje kon komen, bij mijn veilige haven, omdat de hele kamer gevuld was met een dichte warboel van fijne draden. Ik zat gevangen in dit immense web samen met zowel levende wezens als verschillende soorten voorwerpen. Telkens als een kever of een mot bewoog, begon het hele web te schudden. Soms zo hard dat het web hier en daar scheurde. De opeenvolging van deze plotse, onverwachte gebeurtenissen bracht geleidelijk een verandering teweeg in de interne structuur van het web. Op sommige plaatsen vormden zich knopen, die zich verdikten tot een bijna vaste massa. Op andere plekken openden zich spelonken waar flarden van het oorspronkelijke web als spinrag rondzweefden.