Steve Reich als componist - reporter

A new kind of documentary music video theater

Zeven jaar na Tehillim, waarin hij voor het eerst zijn voelsprieten uitstrekte naar zijn joodse roots, schreef Steve Reich in 1988 zijn meest autobiografische werk: Different Trains. Het thema is ingegeven door een herinnering uit zijn vroege kindertijd. Als zoon van gescheiden ouders maakte hij enkele keren per jaar samen met zijn kindermeisje een vier dagen lange treinreis tussen zijn twee thuissteden, Los Angeles en New York. Als volwassene werd hij geraakt door het besef dat die betoverende treinreizen hadden plaatsgevonden op hetzelfde moment waarop joden in Europa met heel andere treinen werden weggevoerd. “I feel that I was born to do Different Trains”, getuigt Reich, “and that if I hadn’t done it, no one else would have.”

Tehillim

Different Trains werd een eclatant succes, Grammy Award incluis, en geldt als een sleutelwerk in Reich’s oeuvre. Het Kronos Quartet, dat de compositieopdracht voor Different Trains gaf, krijgt bij de uitvoering het gezelschap van drie vooraf opgenomen strijkkwartetpartijen. Het werk sluit daarmee aan bij het rijtje van Counterpoint-stukken: ook in Vermont Counterpoint (1982), New York Counterpoint (1985) en Electric Counterpoint (1987) had Reich dichte klankweefsels gefabriceerd door instrumenten te laten samenspelen met een veelvoud aan opnames van zichzelf. Wat Different Trains zo aangrijpend maakt, is het spervuur aan samples dat daar bovenop komt. Reich maakt (voor het eerst) gebruik van een digitaal sampling keyboard, dat hij vollaadt met opnames van treingeluiden (waaronder fluiten en bellen) en fragmenten van interviews. Met dat laatste knoopt hij terug aan bij het gebruik van opgenomen spraak als muzikaal materiaal (zie ook It’s Gonna Rain (1965) en Come Out (1965)), maar introduceert hij vooral een gloednieuwe compositietechniek, gebaseerd op speech melody. Reich analyseert daarvoor het ritmische en melodische verloop van alle gebruikte spraakopnames en verdubbelt die korte patronen in de instrumenten. Die eerder grillige motieven worden op hun beurt herhaald en gevarieerd, waardoor een auditief Vexierbild ontstaat, voordurend balancerend op het kantelpunt tussen gesproken woord en abstracte muziek. Het volledige muzikale materiaal is zo geworteld in de originele footage die de inhoudelijke basis van de compositie uitmaakt.

from-chicag-to-new-york

Different Trains bestaat uit drie delen: America - Before the War, Europe - During the War en After the War. De tekstfragmenten in het eerste deel zijn afkomstig uit interviews met Virginia Mitchell, die destijds als kindermeisje met de kleine Steve Reich het land had doorkruist, en Lawrence Davis, een Pullman porter die in die zelfde periode op de langeafstandslijnen had gewerkt. In het tweede deel zijn de stemmen te horen van Rachella, Paul en Rachel - generatiegenoten van Reich en overlevers van de Holocaust. Na de oorlog emigreerden ze van Europa naar de VS, waardoor Reich hun stemmen in het derde deel van het werk laat samenkomen met die van Virginia Mitchell en Lawrence Davis. Door die vijf getuigen rechtstreeks aan het woord te laten, wil Reich de integriteit van hun ervaring bewaren. Eerder dan een dramatische ‘enscenering’ van een historische gebeurtenis zoekt hij naar een vorm van muzikale documentaire. Componeren vanuit de speech melody fungeert als een versterker van de emotionele lading die in de oorspronkelijke intonatie vervat is. Die gedachte speelt nog sterker wanneer hij ruim twee decennia later WTC 9/11 (2010) schrijft, eveneens voor Kronos Quartet. Het werk steunt op publiek beschikbare geluidsopnames van de North American Aerospace Defence Command (NORAD) en de New Yorkse brandweer op de dag van de aanslagen op de Twin Towers en fragmenten uit interviews met ooggetuigen en buurtbewoners. Reich zegt hierover het volgende:

Steve Reich

“The only way to deal with events like this, in my view, … is to go to the documentary sources that participated in that event … and the tone of voice, the speech melody, contains within it the true intention of the event, not a dramatization thereof, not the fantasy thereof, but the retelling of a witness.”

Dat neemt niet weg dat Reich als maker van het werk een grote invloed heeft op het uiteindelijke narratief: de vraagstelling, de keuze van de fragmenten en de montage ervan tot één muzikaal verhaal dragen onmiskenbaar zijn stempel.

Het samengaan van ‘a documentary and a musical reality’ laat Steve Reich niet los. Na Different Trains werkt hij het concept uit tot ‘a new kind of documentary music video theater’, waarmee hij zich op grote, uiterst netelige tot quasi-onmogelijke thema’s stort. Niet zelden spelen traditie, religie en levensbeschouwing een hoofdrol, of minstens een opmerkelijke bijrol. De driedelinge video-opera The Cave (1993), die Reich maakte samen met videokunstenares Beryl Korot, is zo’n huzarenstuk. De titel verwijst naar de Grot van de Patriarchen in Hebron, op de Westelijke Jordaanoever. Joden, moslims én christenen beschouwen de plek als heilig: onder het gebouwencomplex, dat zowel een synagoge als een moskee omvat, zijn volgens de traditie de Bijbelse paren Adam en Eva en Abraham en Sara begraven. Het is daarmee ook een tastbare herinnering aan het feit dat de joodse en islamitische tradities met Abraham/Ibrahim een stamvader delen – de ene via zijn vrouw Sara en hun zoon Isaac, de andere via de Egyptische slavin Hagar en hun zoon Ismaël.

Grot van de Patriarchen

Dat gegeven vormt de ruggengraat van The Cave en wordt gepresenteerd aan de hand van een verhalende tekst afkomstig uit Genesis en tal van interviewfragmenten. Reich en Korot stelden dezelfde vragen – Wie is Abraham? Wie is Sara? Wie is Hagar? – op drie verschillende plaatsen – Israël, Palestina en de Verenigde Staten van de Amerika – aan joden, moslims en christenen. De geïnterviewden krijgen dit keer ook een gezicht via een meerstemmige video-projectie. Ondanks – of misschien net dankzij – de al bij al vrij sobere dramaturgie heeft The Cave een interessante, subtiele spanningsboog. Precies de directheid van het materiaal, en daaraan gekoppeld de authenticiteit en oprechtheid van de personages, geeft het werk zijn poëtische lading.

Tussen 1998 en 2002 werken Steve Reich en Beryl Korot (die overigens ook echtgenoten zijn) aan een tweede grootschalige video-opera, Three Tales, waarin ze reflecteren op een eeuw moderne technologie aan de hand van drie verhalen: de explosie van de Hindenburg (de grootste zeppelin ooit gebouwd), de atoomproeven op Bikini en het befaamde gekloonde schaap Dolly. Het gebruik van archiefbeelden en de aanwezigheid van verschillende stemmen (waaronder de gekende evolutionair bioloog en genetica-specialist Richard Dawkins) geven het werk een uitgesproken documentaire-karakter. Tegelijk is Three Tales meer opera-achtig dan The Cave. De sterke focus op vooruitgang, wetenschap en een almachtige technologie leidt doorheen de drie opeenvolgende verhalen naar een ongemakkelijk dramatisch hoogtepunt in het derde deel. Die climax wordt echter genadeloos onderuit gehaald door de wetenschappelijke betogen te confronteren met religieus geïnspireerde gedachten en tekstfragmenten uit het Bijbelse scheppingsverhaal. De lineaire opbouw versplintert hier in een veelheid aan perspectieven. “We, and all other animals, are machines created by our genes”, zegt Richard Dawkins, “A fish is a machine that preserves genes in the water”. “Every creature has a song”, zegt een hartverscheurende rabbi Adin Steinsaltz, “What do they say?”. Het robotje Kismet zingt hem na.

Beryl Korot

Deze webtentoonstelling werd gerealiseerd door MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek] in opdracht van Muziekcentrum De Bijloke Gent in het kader van het seizoensthema 360° Reich

© MATRIX, 2021