VEULEMANS Dirk (1956)

Dirk Veulemans werd geboren in Oostende op 3 april 1956. Al op jonge leeftijd was hij bezig met klanken en muziek. Op zestienjarige leeftijd kocht hij zijn eerste gitaar waarmee hij experimenteerde met o.a. losse snaren. Verder experimenteerde hij met microfoons en bandopnemers. De enkele jaren die hij op de muziekschool doorbracht hebben naar eigen zeggen niet veel invloed gehad op zijn muzikale ideeën. Hij volgde workshops voor traditionele folk en instrumentenbouw. Hij trad op met verscheidene folkgroepen in België, Nederland, Duitsland, Frankrijk en Italië.

Rond 1986 vond Veulemans de weg naar elektro-akoestische muziek, waarin hij de perfecte manier zag om zijn muzikale ideeën tot uitdrukking te brengen. In 1987-88 volgde hij bij Joris de Laet het seminarie “Elektronische muziekcompositie” aan het Conservatorium van Antwerpen. Dirk Veulemans werd in 1988 lid van het SEMensemble (van Joris de Laet). Verder is hij actief lid van de componistenvereniging BEFEM (Belgische federatie elektro-akoestische muziek) en stichtend lid van KaG (Kunstarbeiders Gezelschap). Deze vereniging is een groep van kunstenaars die projecten rond hedendaagse muziek organiseren, dit met een bijzondere aandacht voor de multidisciplinaire, sociale en theoretische aspecten. Sinds 1999 werkt hij samen met het Spectra-ensemble waar hij de elektronische component voor zijn rekening neemt. Met IPEM en met de stichting Lucien Goethals werkte hij samen tijdens verschillende concerten. Ook aan de vzw KRIKRI, die festivals voor experimentele en sonore poëzie organiseert, verleende hij zijn diensten.

Dirk Veulemans bezit zijn eigen studio, met een 8 kanaals analoog gedeelte voor de beluistering en met een digitaal gedeelte voor beeld-en geluidsverwerking. Hiermee kan hij optimaal werken om zijn elektronische composities tot stand te brengen.

 

Werkbespreking

Dirk Veulemans is bekend als componist van elektro-akoestische muziek. Zijn werk bestaat hoofdzakelijk uit tapecomposities. Een voorbeeld hiervan is het werk Utopia.Er is geen vastomlijnde werkmethode voor deze compositie. Op een puur intuïtieve, gevoelsmatige manier werden synthetische klanken gegenereerd met eigen ontworpen software, nl. ZBase en vermengd met een beperkt aantal concrete geluiden. Dit materiaal werd geplakt en geknipt tot een compositie die verwijst naar de steeds verdergaande integratie van technologie in het menselijke lichaam.

Dirk Veulemans schrijft niet alleen tapecomposities maar doet ook beroep op live electronics en computergrafieken (vb. 13 Goudwindes, Genese) om zijn werken een extra dimensie te geven. The weasel is living on the lofts now is een tapecompositie met toevoeging van fluit en live electronics. Het thema vertrekt vanuit de wezel in zijn natuurlijke biotoop, het platteland. Na het bekijken van een documentaire ontdekte Veulemans dat wezels nu ook op zolders in de stad leven. In deze verandering van habitat ziet Veulemans een parallel met een verschuiving in onze leefomgeving. De wezel staat symbool voor de manier waarop mensen zich aanpassen aan de hedendaagse kosmopolitische, informatieve en communicatieve leefwereld. Dit wordt muzikaal tot uiting gebracht door gebruik te maken van geluiden van TV-beelden. Deze tape schept het milieu waarin de fluit op zoek gaat naar een evenwicht tussen zijn eigen gemodificeerde klank en de klank van zijn omgeving. De tape start samen met de fluit. De eerste 110 seconden van de tape bevatten stilte zodat de fluitist zijn solo kan inzetten terwijl de tape loopt. Daarna is er een dialoog, die steeds intenser wordt, tussen fluit en tape waarna het stuk eindigt met een passage voor uitsluitend tape. De klank van de fluit wordt opgenomen door 2 contactmicrofonen en 1 akoestische microfoon. Tezamen met de tape worden de fluitklanken via 8 kanalen geprojecteerd. De klankbronnen staan in een kring in de concertruimte opgesteld. Zowel het publiek als de fluitist bevinden zich binnen deze cirkel, de exacte plaats is vrij te bepalen. Verder wordt er door de geluidsprocessor op de aangewezen plaatsen duidelijk omschreven effecten op de klank uitgevoerd. Veulemans wenst dat de fluitpartij uitgebalanceerd in het tapegeluid geïntegreerd wordt. Wat de notatie betreft zien we een combinatie van een tijdlijn voor de tape en live electronics met daaronder een notenbalk voor de fluitpartij. Veulemans gaat op zoek naar ongewone klanken en ontwikkelt dan ook zijn eigen notatietekens daarvoor. Vooral het mechanische geluid van de kleppen is in deze partituur van belang. Verder zijn er door de componist nog bijkomstige, buiten-muzikale aanduidingen vermeld, zoals “met onvoorspelbare timing op de kleppen slaan. Als de deuren in de gang van een administratief gebouw”. Het volume van deze compositie is gematigd zodat het werk op een comfortabele manier beluisterd kan worden.

Ook in andere composities maakt Veulemans gebruik van sociologisch getinte thema’s. Hommelage is een werk gecomponeerd voor de 25ste verjaardag van SEMensemble. De titel is afgeleid van het woord hommel. Etymologisch verwijst de hommel zowel naar het dier als naar een vlier, een folkloristisch muziekinstrument. Veulemans gebruikt de hommel om meerdere aspecten in zijn compositie duidelijk te maken. Hij wil een beeld scheppen van het platteland, waar de hommel leeft, en de vlier nog bespeeld wordt. Bovendien wil hij refereren naar de toekomst waar wij net zoals de hommel in zwerm leven. In onze toekomstige maatschappij zal er volgens de componist immers weinig plaats zijn voor ieders individuele noden. Op deze manier probeert hij een brug te slaan tussen traditie en vooruitgang. Andere werken met soortgelijke thematiek zijn o.a. 12 12 12 en Anonymus.

Zijn wetenschappelijke achtergrond is in verschillende werken de uitvalsbasis om fysische wetten en wiskundige principes tot een compositiemethode te verheffen.Voorbeelden hiervan zijn Hypertetraëder en 12 12 12 waarin hij gebruik maakt van de Gauss-curve, en 3 Aggregatietoestanden. Het uitgangspunt van dit werk is het Antwerpse Zuiderpershuis. Met klankmoleculen vormt Veulemans een muzikaal “gas” dat door densiteit-en volumeveranderingen in een andere aggregatietoestand komt. Zo evolueert het werk muzikaal van gas, over vloeibaar, naar vast. Compositorisch wil hij hiermee het samendrukken van de pers uitbeelden. De pers is het enige echte overblijfsel van de industriële energiecentrale uit 1883. Het Antwerpse Zuiderpershuis fungeert nu als kunstencentrum.

Een wezenlijk aandeel van zijn oeuvre wordt gevormd door installaties waaronder Passage, Genese en 8 Artists (alsook het zojuist vermelde werk voor het Zuiderpershuis). Deze installaties zijn vaak, evenals vele van zijn andere werken, in opdracht van culturele organisaties tot stand gekomen. Men spreekt van een installatie wanneer het gebruik maakt van de ruimte, en wanneer de luisteraar zelf beslist wanneer hij binnen of buiten wandelt, al dan niet luistert, soms zelf deelneemt. Het werk Passage is het voorbeeld bij uitstek. In een lange gang wordt een bewegingssensor geplaatst, die verbonden is met een computer. Het publiek ‘passeert’ in de gang en genereert zo zelf de muziek en computerbeelden.

Batiment, gecomponeerd ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van Lucien Goethals, is het werk waarin het aspect spatialisatie duidelijk gedemonstreerd wordt. Met een bat-detector worden ultrasone vleermuisgeluiden opgenomen. Na bewerking en versterking worden ze via 4 kanalen, gericht naar de 4 windstreken, van op het belfort in Gent afgespeeld.

Peace for a piano player vormt eerder een uitzondering in zijn oeuvre. Dit werk is gecomponeerd voor een player piano of andere muziekautomaat (niet bepaald, maar mogelijk die van Godfried-Willem Raes). Het gaat hier eigenlijk om een compositie van een proces waarbij in het computergeheugen noten worden vastgelegd die dan door automaten tot muziek worden omgevormd. Dit is muziek die je zonder het gebruik van muziekautomaten haast niet zou kunnen bedenken, laat staan uitvoeren.

Een laatste categorie van werken kwam tot stand door de samenwerking met het Spectra-ensemble en KaG. Zo werden werken van andere componisten geherinterpreteerd. De belangrijkste projecten op dit vlak zijn Karlheinz Stockhausens Mantra en Kontakte en John Cage’s Songbooks Volume II en Where are we going and what are we doing?. In Fontanamix wordt de originele tape van Cage in honderden fragmentjes geknipt en in een nieuwe compositie gegotenvolgens de voorschriften van Cage zelf. Tevens bevatten deze voorschriften ook de nodige aanwijzingen om enkele digitale klankeffecten erop toe te passen. In 2005 werkte Veulemans met KaG ook mee als klankregisseur en uitvoerder van elektronische muziek in een uitvoering van Maulwerke, een compositie van Dieter Schnebel.

 

Werklijst

Tape-composities: 3 Aggregatietoestanden voor 4-track tape (1990); Hypertetraeder tape-en videocompositie (1991); 12 12 12 voor 4-track tape (1992); Utopia voor 8-track tape; Hommelage voor 8-track tape (1998); Wind voor 8-track tape (1999); Discontinuum voor 8-track tape (2000); Batiment voor 4-track tape en spatialisatie vanaf een Belfort (2001); The weasel is living on the lofts now voor fluit, live electronics en 8-track tape (2001); De piano is de wolf voor 8-track tape (2004); Renga: uitzending tape en live electronics op radio Scorpio Leuven (2004); Spreken in tongen 8-track tape (2004); Commentaar bij Maulwerke (2006)

Installatie: Genese voor 4-track tape, real time electronics en real time computergrafiek (1988)

Andere: Peace for a piano player: werk voor muziekautomaten (2003)

Discografie

– THE WEASEL IS LIVING ON THE LOFTS NOW (Dirk Veulemans, Guido Piccard, Jan Vercruysse), Roborecords, juni 2004

© MATRIX
Teksten van Bianca Van Roosbroeck
Laatste aanpassingen: 2006