VAN HAEGENBORGH Heleen (1980)

Heleen Van Haegenborgh, geboren op 28 mei 1980 in Gent, is pianiste, componiste, improvisator en performer. Ze is gespecialiseerd in hedendaagse muziek en extended techniques. Sinds 2016 is ze vooral actief als componiste, met opdrachten in diverse domeinen, waaronder de hedendaagse muziek, oude muziek, theater, beeldende kunst en jazz.

Van Haegenborgh studeerde af in 2004 als pianiste aan het conservatorium van Gent, waar ze les kreeg van onder andere Claude Coppens en Daan Vandewalle. Voor haar afstudeerproject ging Van Haegenborgh aan de slag met de  Song Books  (1970) van John Cage. Ze onderzocht hoe ze zijn theatrale regieaanwijzingen kon omzetten naar muzikale handelingen. Dit onderzoek, dat ze samen met fotografe Katrien Vermeire en choreografe Femke Gyselinck verder uitdiepte, betekende een eerste stap richting zelf creëren. Die eerste prikkel leidde in 2006 tot het schrijven van haar eerste eigen composities. Later, van 2015 tot 2020, studeerde van Haegenborgh compositie bij Peter Swinnen aan het Koninklijk Conservatorium Brussel.

Improvisatie speelde een belangrijke rol in Van Haegenborghs muzikale ontwikkeling. Het werd een middel om met muzikanten uit andere genres een gemeenschappelijke taal en gemene deler te vinden. De eerste stappen in die richting waren samenwerkingen opgezet door kunstencentrum Vooruit met o.a. guzheng-speelster Wu Fei en Erdem Helvagioglu in het kader van respectievelijk ‘Peking Express’ en ‘Istanbul Express.’ In 2010  tourde ze met Wu Fei door China in het kader van ‘Ghent Unesco, City of creative music.’ Verschillende improvisatieprojecten volgden, waarin ze een duo vormde met o.a. Christian Mendoza, Tsubasa Hori, Frederik Leroux, Seppe Gebruers, en een kwartet met Kristof Roseeuw, Jürgen De Blonde en Lander Gyselinck. Dit laatste resulteerde in de platen Cinema Invisible (Entr’acte, 2010) en Akerselva (Het Balanseer, 2014 ). In 2022 was Van Haegenborgh deel van Dennis Tyfus’ No Choice Toekomstmuziek Avond, waarin door loting bepaald wordt met wie en met welk instrument je speelt.

Creëren, componeren, improviseren en uitvoeren vloeien samen. Naast eigen composities, voerde Van Haegenborgh tussen 2007 en 2011 ook werken uit van James Tenney, George Crumb, John Cage, Alvin Lucier, Peter Garland, Morton Feldman. Als pianiste speelde ze mee in een aantal muziektheaterproducties van LOD, onder meer in  Vader moeder ik en wij  uit 2011 met muziek van Dominique Pauwels en de Duivel Beduveld met muziek van Thomas Smetryns.

Hoewel Van Haegenborgh vaak alleen werkt, omringt ze zich ook regelmatig met muzikanten, beeldende kunstenaars, filmmakers en theatermakers. In haar interdisciplinaire aanpak verbindt ze verschillende muzikale circuits. Ze werkte samen met o.a. multidisciplinair kunstenaar Esther Venrooy (Mock Interiors, 2009), filmmaker Jasper Rigole, elektronisch muzikant Jürgen De Blonde, jazzmuzikanten Lander Gyselinck en Kristof Rosseeuw (Cinema Invisible, 2010 en Akerselva 2014), misthoornverzamelaar en instrumentenbouwer Raoul de la Roche-Aymon, NU architectuuratelier (Luistermaquette voor Concertgebouw Brugge, 2017), theatermaker Geert Belpaeme (First, 2017), Jazzpianist Christian Mendoza (Copper, 2017) Logos Robotorkest (Detect for Robots, 2018), klaveciniste Gurdon Oskarsdottir en Geert Vanoorlé (Folklore for Strings and keys), regisseur Benjamin Abel Meirhaeghe (Phoenix, 2021), kunstenaar Johan De Wilde (Squaring the Circle, 2021), beeldend kunstenares Lulu Cuyvers (Stitch in Air, 2022).

Uiteenlopende ensembles en bezettingen vormen het uitgangsput voor Van Haegenborghs composities. Zo schreef ze werken voor het Zwerm Electric Guitar Quartet, het historisch instrumentarium van Nordic Affect en voor slagwerkers met elektronica in Squaring the Circle. Daarnaast componeert ze ook voor solo-instrumenten, variërend van zestiende-eeuwse melodie-instrumenten tot slagwerk en blokfluit met elektronica. Haar oeuvre omvat ook koorwerken, uitgevoerd door ensembles zoals Musarc, en trio’s met bijzondere bezettingen, zoals luit, stem en slagwerk of hobo d’amore, piano en tenor.

Van Haegenborgh bracht platen uit bij labels zoals Entr’acte, W.E.R.F. Records, El Negocito Records en het Balanseer. In 2024 sloot ze zich aan bij Donemus Publishing.

Sinds 2005 geeft ze les aan de Kunstacademie in Deinze, waar ze zich inzet voor een nieuwe generatie muzikanten en het publiek van de toekomst. In haar lessen muziekgeschiedenis stimuleert ze jonge mensen om actief te leren luisteren en hun referentiekader te verbreden.

 

Werkbespreking 

Heleen Van Haegenborgh is een veelzijdige componiste met een breed en experimenteel oeuvre, waarin uiteenlopende muzikale bezettingen en stijlen samenkomen. Haar werk kenmerkt zich door een innovatieve benadering van zowel klassieke als moderne instrumenten, waarbij ze grenzen tussen traditionele genres, vrije improvisatie en de experimentele underground doorbreekt. Dankzij haar interdisciplinaire samenwerkingen slaagt ze erin om verrassende verbindingen te leggen tussen verschillende muzikale werelden, van klassieke muziek tot hedendaagse compositietechnieken.

Haar oeuvre, dat zowel op zichzelf staande composities als projectmatige werken omvat, is moeilijk in een traditionele werkenlijst te vatten. Veel van haar projecten, waarin ze regelmatig als coauteur fungeert, resulteerden in cd’s of specifieke performances. Deze werkwijze benadrukt haar focus op creatieve uitwisseling en experimentele benaderingen. Waar haar werk tot 2017 vooral resulteerde in platen en cd’s is dat in 2018 veranderd naar hoofdzakelijk partituren (met af en toe een plaat).

 

Invloeden en Stijlvariaties

Van Haegenborgh werkt samen met musici met diverse achtergronden, waaronder de Ijslandse klaveciniste Gudrun Oskarsdottir, jazzpianist Christian Mendoza, elektronische componiste Esther Venrooy, jazzgitarist Frederik Leroux en Taiko-percussioniste Tsubasa Hori. Deze samenwerkingen verrijken haar muziek met invloeden uit jazz, elektronische muziek, improvisatie en historische uitvoeringspraktijken. Haar werk weerspiegelt een voortdurende zoektocht naar nieuwe klankwerelden en een uniek vermogen om uiteenlopende muzikale tradities te verenigen. Hierdoor zijn haar composities zowel breed toegankelijk als artistiek uitdagend.

 

Compositiestijl

De stijl van Heleen Van Haegenborgh wordt gekenmerkt door haar experimentele benadering van klank, waarbij ze een sterke focus legt op de materialiteit van geluiden en een diepgaande interesse heeft in het verkennen van onconventionele technieken en extended techniques. Haar werk richt zich vaak op het ontleden en transformeren van het traditionele instrumentarium om nieuwe muzikale mogelijkheden te ontdekken.

Een van haar belangrijkste stilistische kenmerken is de exploratie van de binnenkant van de piano. Dit vertaalt zich naar een unieke klankgerichtheid waarbij niet enkel de traditionele klanken van de toetsen belangrijk zijn, maar ook de resonanties, mechanische geluiden en subtiele nuances binnenin de klankkast van het instrument. Haar werk getuigt van muzikale bewegingen, waarbij tijd en ruimte een cruciale rol spelen.

Haar composities hebben vaak een intuïtieve vormgeving en maken gebruik van diverse methoden van toonhoogteorganisatie, variërend van tonale tot atonale en modale fragmenten. Waar de dynamiek in de vroegere werken vaak ingetogen was, komen in de huidige werken regelmatig stevige passages voor. Dat leidt tot een intens luisterproces waarin de kleinste timbreverschillen en klankveranderingen essentieel zijn. Bovendien speelt Van Haegenborgh met de vervaging tussen akoestische en elektronische geluiden, waardoor een gelaagde en hybride klankwereld ontstaat.

Een ander belangrijk aspect van haar stijl zijn de speeltechnieken die ze uitgebreid heeft onderzocht en waarin ze persoonlijke accenten heeft ontwikkeld, zoals de ‘wired piano’-techniek. Hierbij worden nylondraden gebruikt om de pianosnaren te bespelen. Deze technieken bieden nieuwe mogelijkheden voor het produceren van lang aangehouden tonen en ongebruikelijke texturen.

Ze gebruikte deze techniek voor het eerst op de plaat Mock Interiors in 2008 en werkte deze verder uit in het project met misthoorns (Signaux) tijdens het Havenfestival in 2013. De natuurlijke balans tussen piano met publiek en misthoorns wordt gemaakt door een afstand van 2050 meter, waardoor de lange klanken in de verte van de fortissimo misthoorns communiceren met de lang aan gehouden pianosnaren. Het publiek in de ruimte, een loods in het ene geval of een bunker op een andere concertlocatie, hoort een combinatie van beide kleuren die verrassend goed mengen (later meer hierover onder ‘Ruimte en muziek’).

De partituren dienen daarbij niet als vast omlijnd kader, maar eerder als richtlijn die ruimte laat voor interpretatie en improvisatie. Hoewel ze haar pianostukken vaak zelf uitvoert, moedigt ze andere muzikanten aan om er hun eigen invulling aan te geven, wat haar werk niet alleen innovatief maakt, maar ook bijzonder persoonlijk en performatief.

Een ander interessant voorbeeld hiervan is de muziek voor piano en elektronica die ze componeerde voor Bachacademie 2024. Hierin illustreert Heleen Van Haegenborgh het vermogen om inspiratie te halen uit uiteenlopende bronnen en deze te verwerken in een eclectische, maar samenhangende klanktaal. Hoewel Bach als een onderliggende inspiratiebron genoemd wordt, vormt hij niet het expliciete uitgangspunt van dit werk. In plaats daarvan vind je abstracte elementen terug, zoals contrapunt, gelaagde texturen, en harmonische progressies in ongebruikelijke contexten. Een opvallend voorbeeld is het fragment waarin de bassnaren van de piano worden bespeeld om een paukenslag te vertalen naar een nieuwe klanktextuur.

De balans tussen conventioneel pianospel en ‘inside piano-technieken’ staat centraal in dit werk. Door gebruik te maken van de nylondraden in combinatie met elektronica creëert Van Haegenborgh een hybride klankwereld waarin akoestische en elektronische geluiden vervloeien. Deze draadpreparaties vormen tevens de inspiratie voor beeldend kunstenares Lulu Cuyvers, die een multidimensionale laag toevoegt aan de uitvoering door visuele elementen en klank op conceptuele wijze te integreren. In haar op kantwerk geïnspireerde werk gaan repetitieve motieven en patronen samen met geduldig precisiewerk. In november 2025 verschijnt een plaat met elementen uit dit concert.

Naast klassieke invloeden haalt ze inspiratie uit een breed scala van hedendaagse muzikale stromingen en artiesten, waaronder George Crumb, Olivier Messiaen, Ligeti, geïmprovisserde muziek etc. Deze invloeden zijn niet afzonderlijk herkenbaar, maar vormen een organisch geheel dat gekenmerkt wordt door rijke texturen, gelaagde structuren, en een experimentele benadering van harmonie en ritme. De grote vorm en energieniveaus van de compositie zijn in een vroeg stadium gedefinieerd, waarna ritmes, melodieën en elektronische elementen geleidelijk zijn geïntegreerd.

De klanken van creatie

Naast het componeren voert Van Haegenborgh haar eigen werken regelmatig uit. Ze combineert vaak solo-pianospel met elektronica, waarbij haar uitvoeringen niet alleen technisch verfijnd zijn, maar ook een diepgaande interpretatie van haar composities bieden. Deze samensmelting van componist en uitvoerder benadrukt de coherentie en veelzijdigheid van haar artistieke visie.

Een interessant voorbeeld van het componist-performer gegeven is Copper. Hierbij begonnen Christian en Heleen hun samenwerking met het verkennen van ‘quatre-mains’ repertoire, zonder concreet doel, maar puur uit liefde voor muziek. Het spelen van György Kurtágs transcripties van Bach inspireerde hen tot een unieke mix van improvisaties en composities, sterk ook beïnvloed door Bach. Zijn harmonieën en structuren zijn hoorbaar, soms als collages, soms dicht bij het origineel.

In 2017 bracht het duo Copper uit bij The Werf Records, een album dat improvisatie, experiment en klassieke invloeden combineert. Het ontving de Prijs voor Nieuwe Muziek Oost-Vlaanderen. Werken geïnspireerd door Bach kregen Duitse titels, terwijl andere eenvoudig genummerd zijn. Wat begon als een speelse muzikale dialoog groeide uit tot een authentieke cross-over van klassieke en hedendaagse stijlen.

Kristallen en muziek

In Crystal not Crystal (2024) combineert Heleen Van Haegenborgh cello, kristallen objecten en elektronica tot een fascinerende muzikale ervaring. De compositie is geïnspireerd door het Belgische kristalmerk Val-Saint-Lambert, waarvan de verzamelde objecten – van vazen en taartschotels tot tafelbellen – zowel visueel als klankmatig een centrale rol spelen. Het werk begint al bij binnenkomst van het publiek, dat wordt verwelkomd door subtiele, repetitieve klanken van kleine mechanische spitjes die de kristallen objecten aanstoten, waardoor een loopachtig effect ontstaat.

De compositie verkent toonhoogtes en boventoonreeksen van de kristallen bellen in combinatie met de boventoonreeksen van de cello. Daarbij verweeft Van Haegenborgh speelse melodieën met energieke contrasten en klankmatige bruïtage momenten. In een bepaalde passage zorgt het gebruik van flamenco-ritmes in de belletjes voor een ritmische levendigheid en een verrassend speels karakter.

De cello, bespeeld door Benjamin Glorieux, voegt een diepgaande structuur en dynamische energie toe aan de compositie. Zijn partij bestaat uit sterk gestructureerde passages met een vrij geïmproviseerde moment op het einde, zoals een cadenza die doet denken aan een klassiek concerto. Van Haegenborgh kiest niet voor de heldere benadering waarmee kristal klassiek geassocieerd wordt.  De klank van de cello balanceert – naar analogie met het kristal – tussen ruisen, verstoorde en heldere toonhoogtes. De klanken van het kristal en de cello zoeken elkaar op en vloeien in elkaar over.

De scenografie, ontworpen door Van Haegenborgh zelf in samenwerking met kunstenaar en lichtontwerper Geert Vanoorlé, versterkt de interactie tussen muziek en beeld. Crystal not Crystal combineert ambacht, technologie en een unieke klankwereld tot een meeslepende ervaring die zowel speels als doordacht is. De balans tussen de helderheid van kristal en de ruisende energie van glas symboliseert het contrast tussen traditie en moderniteit – een perfecte weerspiegeling van Van Haegenborghs artistieke visie.

 Wiskunde en muziek

In Squaring the Circle (2021) zet Heleen Van Haegenborgh de wiskundige complexiteit van pi om in een muzikale compositie waarin ritmische structuren en harmonische contrasten centraal staan. Geïnspireerd door de tekeningenreeks Pi van Johan De Wilde, onderdeel van de S.M.A.K.-collectie in Gent, wordt de eeuwenoude kwestie van de ‘kwadratuur van de cirkel’ muzikaal onderzocht. De oneindige getallenreeks van pi fungeert niet alleen als conceptuele basis, maar vormt het fundament van de gehele compositie. Structuren en muzikale ideeën zijn volledig gebaseerd op pi, en het werk brengt deze abstracte wiskunde tot leven door middel van geluid.

Een opvallend element is het gebruik van een canon van cirkels, waarbij de getallenreeks van pi wordt vertaald naar muzikale structuren. Bijvoorbeeld: een cirkel met twaalf punten wordt getransformeerd tot een reeks van twaalf noten, waarmee harmonisch en melodisch materiaal ontstaat. Door de punten binnen de cirkel te verbinden tot vierkanten ontstaan dan weer drie andere notenreeksen: drie klinkende vierkanten. Dit maakt het mogelijk om de vierkanten en cirkels conceptueel te laten ‘vechten’. Dit concept van ‘vechtende cirkels en vierkanten’ wordt toegepast ergens rond het midden waarbij enkel buisklokken worden gebruikt en muzikale lijnen wordt geïnterpreteerd als een krachtenspel dat zich auditief manifesteert in massaklanken.

De keuze voor vier percussionisten versterkt het conceptuele thema van cirkels en vierkanten. Met name ronde metalen instrumenten, zoals pauken, gongs, buisklokken en cimbalen, domineren het geluidspalet. Zelfs ritmische structuren zijn rechtstreeks afgeleid van pi. Naar analogie met het werk van Johan De Wilde, die kleuren toekende aan de getallen, kreeg elk getal een ritmische waarde toegekend en wordt de ritmiek bepaald door de getallenreeks van pi. Deze benadering creëert een unieke balans tussen strakke structuur en onvoorspelbaarheid. De ritmische patronen van pi zorgen voor een complexe, maar organische interactie tussen de instrumenten. Ook de grotere delen , met titels als 3, 5, 7, en 9 volgen getalsmatige structuren van pi.

Visueel wordt de inspiratie door De Wildes werk zichtbaar in het ontwerp van de cd, die verwijst naar zijn jarenlange praktijk om pi te visualiseren. Hij gebruikt kleuren om de getallenreeks weer te geven, wat Van Haegenborgh inspireerde om klankkleur op soortgelijke wijze te behandelen. Ritmische patronen, gekoppeld aan specifieke getallen van pi, weerspiegelen de visuele ordening in De Wildes tekeningen. Dit maakt het werk niet alleen een auditieve, maar ook een visuele en conceptuele interpretatie van de eindeloze mogelijkheden die pi biedt.

De compositie, die op 11 december 2021 in première ging tijdens het Zindering Festival in Mechelen, duurt 44 minuten en biedt zowel musici als luisteraars een unieke ervaring. De muzikanten spelen met click track om de ritmes van pi strak te laten klinken terwijl ze tegelijkertijd de vrijheid hebben om bepaalde beslissingen zelf te nemen, binnen de kaders van de compositie. Dit spanningsveld tussen vaste patronen en vrijheid zorgt ervoor dat elke uitvoering organisch en vernieuwend blijft.

 Film, literatuur en muziek

Film is eveneens een belangrijke ‘ontlokker’ voor Van Haegenborghs muzikale creativiteit. Auteur Christian Janicot verzamelde 25 jaar geleden een honderdtal onuitgevoerde (of onuitvoerbare) filmscenario’s in zijn boek  Cinéma Invisible. Deze filmverhalen vormden het uitgangspunt voor een reeks composities en projecten. Met gitarist Frederik Leroux maakte Van Haegenborgh in 2017 de concertvoorstelling,  First Reading, notes.  Daarin creëerden de muzikanten een soundtrack voor  Dynamik Der Grossstadt,  een nooit uitgevoerd filmmanuscript van kunstenaar László Moholy-Nagy. Met dit elektroakoestische werk voor piano, elektrische gitaar, harmonium en tape met ‘found footage’ en ‘field recordings’ wordt in feite een ‘film voor het oor’ gemaakt die onderzoekt hoe muziek, in essentie een tijdsgebaseerde kunst, ook het gevoel van ruimte kan oproepen.

Een ander interessant en abstracter voorbeeld hiervan is Index for amplified harpsichord and string trio (2017).  Dit werk werd in opdracht van Transit Festival 2017 geschreven voor het historische muziekensemble Nordic Affect. In  Signe particulier: néant  maakte de Franse auteur Georges Perec een lijst (of index) van allerlei mogelijke filmscènes waarin geen gezicht getoond wordt: een restrictie vormt het startpunt van een creatief proces en daagt de kunstenaar uit tot het zoeken van oplossingen. Precies zo ging Van Haegenborgh te werk bij  Index en koos een verbod op intervallen groter dan een hele toon als muzikaal equivalent voor Perecs zelfopgelegde beperking. In  Index  uit deze restrictie zich op twee manieren: het gebruik van glissandi om intervallen te overbruggen en het gebruik van toonloze klanken. De zelfopgelegde beperking geeft in deze compositie aanleiding tot een exploratie van de klankkleuren van de barokinstrumenten waarvoor het stuk geschreven is.  De compositie valt uiteen in twee delen die in elkaar overgaan. In een eerste deel vormt een akkoordenschema de kapstok van de muziek. De akkoorden dienen als ankerpunten waar de partijen van de drie strijkers samenkomen in liggende noten. Tussen die ankerpunten bewegen de strijkers in langgerekte glissandi. Zo ontstaan traag verschuivende klankenwolken waarin gedetailleerd uitgeschreven, subtiele timbre- en dynamiekverschillen de hoofdrol spelen. Doorheen het eerste deel breidt het register van de strijkers uit, maar evolueert de muziek ook van toon hebbend naar toonloos. Dat laatste gebeurt vooral naar mate het belang van het klavecimbel toeneemt. Het klavecimbel wordt met nylondraad bespeeld, wat – anders dan op de piano – geen resonerende tonen, maar eerder gekraak, ruis en fluistertonen oplevert. De interventies van het klavecimbel die de akkoorden van de strijkers verstoren, nemen toe naarmate het stuk vordert. Ook de strijkers produceren ruis, aanvankelijk alleen tussen de akkoordmomenten door. De ervaring van muzikale tijd wordt in dit werk sterk vertraagd. Ook al neemt de lengte van de volle akkoordmomenten toe en nemen de intervallen ertussenin af, toch heb je het gevoel dat de muziek uitdunt, omdat ze met momenten van ruis en stiltes opgevuld worden. Doorheen het hele eerste deel blijft de dynamiek zeer stil, de strijkers spelen zonder vibrato, ‘zonder drama,’ op de toets. Alleen aan het einde van het eerste deel is de dynamiek sterker. Hier wordt de overgang naar het tweede, ritmische deel gemaakt en produceren de strijkers ook ruis op de akkoordmomenten. De evolutie van toonhebbend naar toonloos materiaal bereikt hier zijn climax.  Perecs tekst beïnvloedde niet alleen het muzikaal materiaal, maar ook de vorm van het stuk: dat evolueert namelijk naar het voorlezen van de tekst. Het tweede deel van de compositie is ritmisch en bestaat uit korte geluiden met weinig resonantie. Zo ontstaat er ruimte en een cadans voor de tekst. Aan de hand van de Louis-reeks, een verhoudingenreeks van architect Paul Robbrecht, wordt een proces van vertraging in de ritmiek ingezet, zodat de muziek aan het einde volledig stilvalt en alleen nog tekst overblijft.

Ruimte en muziek

In  Signaux  uit 2013 zorgde de keuze voor het gebruik van misthoorns er bijvoorbeeld voor dat de locatie waarop het stuk wordt uitgevoerd zelf als instrument gaat fungeren. In deze compositie, geschreven in opdracht van het Havenfestival Gent, dient een zelfgebouwd instrument waarmee 23 misthoorns aangeblazen worden, als tegenstem voor de piano. De klankkleur en het volume van de tonen van de misthoorns worden volledig bepaald door de afstand die ze door de lucht reizen. De specifieke uitvoeringslocatie en opstelling van de misthoorns is dus van uitermate belang in dit werk en zorgt ervoor dat het stuk bij elke uitvoering anders is. Van Haegenborgh maakte het efemere karakter van geluid onderdeel van de compositie. Tijdens de creatie van het werk in de Gentse haven zat het publiek bij de piano in een loods; de hoorns stonden 200 meter verder in open lucht opgesteld. Zo was het geluid van de misthoorns subtiel genoeg om zich volledig met de ‘inside piano’ klanken te mengen. Ook de inhoud van het muzikaal materiaal werd door de misthoorns ingegeven. De compositie bestaat uit de ontwikkeling van kleine muzikale fragmenten, die Van Haegenborgh verkreeg door een deconstructie van de harmonieën en melodische lijnen van Henry Purcells  They That Go Down To The Sea In Ships.  Deze hymne bezingt de nietigheid van de mens tegenover Gods grootse schepping van de zee

Geëngageerde muziek 

Voor de opgelegde werken van de finale van de MA Competition 2021 kreeg Van Haegenborgh de opdracht om lamenti te schrijven voor barokcello, barokviool, traverso, blokfluit, viola da gamba en barokhobo.

Ze koos ervoor om het verhaal van de Jezidi vrouwen te vertellen, gebaseerd op een hoofdstuk  Het Vergeten volk, het verhaal van de Jezidi’s over de laatste genocide van journaliste Brenda Stoter Boscolo. Lamento di Nadima is de klaagzang van een Jezidi-moeder die door haar familie na jaren van IS-gevangenschap gedwongen werd om haar driejarige zoon –  geboren uit verkrachting – achter te laten in een weeshuis. Een nieuwe hel, herenigd maar opnieuw gebroken.

In het eerste deel klinken solist en slagwerk als twee afzonderlijke entiteiten. Traverso en blokfluit schreeuwen het uit met lange hoge tonen met timbreverschillen terwijl de viool, barokcello en viola da gamba eerder een intiem lamento bespelen.

Daarna zoeken beide partijen toenadering en functioneert het slagwerk als alternatieve basso continuo. De ritmische structuur is ontleend aan Monteverdi’s Lamento della Ninfa (een abstract reikende hand naar het oude muziek publiek). De percussieve energie – stabiel en grillig tegelijk – in combinatie met de verscheidenheid aan kleuren symboliseren de innerlijke dynamiek van pijn en verdriet. Deze verschillende kleuren in beide instrumenten laat ze op een verrassende manier versmelten.

Door het gebruik van onder andere gestreken slagwerkinstrumenten streefde Heleen Van Haegenborgh naar een verhoogde klankhomogeniteit. De gestreken vibrafoon vormt een coherente dialoog met het melodische karakter van de traditionele melodie-instrumenten. Dit in contrast met het eerste deel, waarin beide instrumenten volledig tegenover elkaar staan en de percussie gereduceerd is tot een elementaire begeleiding met het oudste percussie-instrument: een eenvoudige trommel, uitgevoerd met verfijnde precisie door Tom De Cock. Enkele jaren later volgde nog een bewerking van het stuk voor sopraansaxofoon en percussie.

In dezelfde periode schreef van Haegenborgh een werk voor piano en klavecimbel waarin een abstracte stad gebouwd werd en elk stuk de plaatsnaam van een plattegrond droeg: the Bedroom, the Corridor, the Nation, the Water, the Wood, the Factory etc. Dit ging in première tijdens Transit, vlak voor de lockdown in 2020.

In The Street, hoofdzakelijk voor klavecimbel keren de de mechanische geluiden van The Factory – zware klavecimbel akkoorden- zich tegen het einde naar buiten om over te gaan naar the Street, waar op elkaar gestapelde protesten van over de hele wereld klinken. Nu eens als een amorfe massa, dan weer een kort herkenbaar fragment. De kleur en associatieve aspect overheerst.

Het idee van protestsongs komt ook voor in het laatste  deel Fighting van het grote ensemble werk Common Verbs waar een bekend protestlied, toentertijd gebruikt bij de protesten in in Hong Kong, micropolyfonisch behandeld wordt, zowel vocaal als instrumentaal. Steeds goed verborgen, maar aanwezig.

 

Werklijst 

2024

  • Crystal not Crystal: Voor cello, Val Saint-Lambert-objecten en elektronica (voor Benjamin Glorieux).
  • Hidden Affordance: Voor gemengd koor (voor Musarc Choir).
  • Piano en elektronica voor Bachacademie Brugge (samenwerking met beeldend kunstenares Lulu Cuyvers).

2023

  • But in the Wine Presses: Voor tenor, hobo d’amore en piano (voor Kristien Ceuppens, Reinhoud Van Mechelen en Inge Spinette).
  • Punto in Aria 1,2 en 3: Voor mezzosopraan, slagwerk en luit/theorbe (voor Imago Mundi, Sofie Van den Eynde, Lieselot De Wilde en Aya Suzuki).

2022

  • Curtains: Voor vier elektrische gitaren en elektronica (voor Zwerm Electric Guitar Quartet).
  • Window: Studie voor blokfluit en elektronica (voor Tomma Wessel).

2021

  • Squaring the Circle: Voor vier slagwerkers en elektronica (met Johan Dewilde).
  • Note on Feuerklavier: Voor ensemble (voor Spectra Ensemble).
  • Lamenti di Nadima no 1, 2, 3, 4, 5, 6. Opgelegde werken voor de MA Competition melodie instrumenten: voor blokfluit, barokcello, barokviool, traverso, cornet en barokhobo, begeleid door slagwerk (Tom De Cock).
  • Phoenix: Performance muziek (voor Benjamin Abel Meirhaeghe).
  • Common Verbs: voor 3 stemmen en groot ensemble

2020

  • Folklore for Strings and Keys: Voor piano en klavecimbel (in samenwerking met Geert Vanoorlé, voor Gudrun Oskarsdottir).

2018

  • Dectet for Robots: muziek voor automatisch orkest (voor 50 jaar Logos).

2017

  • Copper: Vinylalbum voor piano vierhandig (met jazzpianist Christian Mendoza).
  • First: Theatermuziek (voor Geert Belpaeme)
  • Kaaistraat: Voor gitaar en elektronica (cassette in samenwerking met Frederik Leroux).
  • Index for Amplified Harpsichord and String Trio: Voor klavecimbel en strijktrio (voor Nordic Affect).
  • Material Affordance: Voor gemengd koor (voor Musarc Choir).
  • Luistermaquette Concertgebouw Brugge: Voor piano en klavecimbel (met Nu-architecten).
  • First: Theatermuziek (voor Geert Belpaeme).

2013-2019

  • Signaux: Voor piano en 23 misthoorns (cd en dvd met video van Robbrecht Desmet).

2009

  • Cinema Invisible: kwartet (cd in samenwerking met Jasper Rigole, Kristof Roseeuw, Lander Gyselinck en Jürgen De Blonde).

2008

  • Mock Interiors: Voor piano en elektronica (cd in samenwerking met geluidskunstenares Esther Venrooy).

 

Bibliografie 

– W. GYSELINCK, On distance and drowning, teruggevonden op https://heleenvanhaegenborgh.wordpress.com/projects/signaux/
– E. R. MIRANDA, A-life for Music: Music and Computer Models of Living Systems, Middleton 2011, xxvi 

Recensies vindt u hier.

 

Discografie (en DVD)

  • Compilatie LP Bruismelkfestival Ultra Eczema
  • SQUARING THE CIRCLE (Heleen van Haegenborgh en Johan De Wilde; el Negocito Records)
  • COPPER (Christian Mendoza en Heleen Van Haegenborgh), W.E.R.F. 146CD
  • KAAISTRAAT 27 (Heleen Van Haegenborgh en Frederik Leroux), Wool-E Tapes C34
  • SIGNAUX – REGINA, el Negocito Records eNR019
  • AKERSELVA (Kristof Roseeuw, Jürgen De Blonde en Heleen Van Haegenborgh), het Balanseer
  • CINEMA INVISIBLE (samenwerking van Heleen Van Haegenborgh en Jasper Rigole; muzikanten: Lander Gyselinck, Jürgen De Blonde, Kristof Roseeuw en Heleen Van Haegenborgh), Entr’acte E90
  • MOCK INTERIORS (Esther Venrooy en Heleen Van Haegenborgh), Entr’acte E55
  • THOMAS SMETRYNS EN HELEEN VAN HAEGENBORGH In never promised you a Rosegarden, Brisés; LOGOS, LPD 016
  • In never promised you a Rosegarden, Brisés; LOGOS, LPD 016
  • I never never promised you a Rosegarden, krikri vzw
  • PARADISE RECOLLECTED (muziek bij film van Jasper Rigole)

 

Links 

https://heleenvanhaegenborgh.com/

Heleen van Haegenborgh

 

©MATRIX

Teksten van Anna Vermeulen, Lilia Roednjeva
Laatste aanpassingen: 2025
Foto: Virginie Schreyen