MALFLIET Raphael (1990)

Biografie

Raphael Malfliet is geboren in Dendermonde in 1990. Initieel ontwikkelt hij zich als jazz basgitarist. Op zijn twaalf jaar vangt hij aan met spelen en later ontplooit hij zichzelf binnen de muren van het conservatorium van Antwerpen. Hij volgt masterclasses bij Larry Grenadier, John Hébert, Anders Jormin, Ben Allison en meer. Na zijn studies trekt hij naar New York om zich te laten inspireren door de rijke muziekcultuur en de volleerde muzikanten die zich bewegen in de stad. Het is op dit moment dat zijn interesse voor hedendaagse klassieke muziek groeit. Hoe dat aandeel krijgt in zijn werk wordt in de werkbespreking uiteengezet. De periode in New York luidt het ontstaan van één van zijn belangrijkste eerste projecten in: hij vormt een trio met de gerenommeerde Todd Neufeld en Carlo Costa en samen creëren ze Noumenon. Met deze uitwisseling exploreert Malfliet zichzelf, naar eigen zeggen, als componist of maker. Gevoed door zijn ervaring als maker binnen de muziek, de vele invloeden van New York en de inspiratiebronnen binnen de hedendaagse klassieke muziek, wil hij zich verder ontplooien en vangt een bachelor compositie aan bij Wim Henderickx.

Momenteel werkt Malfliet als productioneel en artistiek assistent bij Serge Verstockt binnen ChampdAction, en werkt hij verder met zijn eigen materiaal. Maar ook als muzikant blijft hij actief. Een aantal projecten waarin hij meespeelde zijn bekroond waaronder Leaven, erkend door Jazzcontest Mechelen en Space to Breathe. Die laatste is een samenwerking met Joke Derycke als visueel kunstenares en danseres Olivia Van De Peer en ontstond in het kader van ChampdActions LAbO.

Werkbeschrijving

Raphael Malfliet neemt het woord “componist” niet graag in de mond wanneer het zijn eigen werk aangaat. Hij keert zich af van de elitaire en dicterende betrekkingen die de term omsluiten en noemt zichzelf liever “compilator” of “regisseur.” Zo is niet elk punt van de muziek vastgelegd door hem als componist, en schrijft hij de muzikanten een grote vrijheid toe binnen zijn werk. Dat laat zich rekenen tot een belangrijk kenmerk van zijn artistieke praktijk: als regisseur heeft hij controle over slechts een beperkt deel en laat hij het definitief klinkende eindresultaat over aan alle betrokken partijen. Wie die partijen zijn, is dan ook van groot belang bij de initiële aanstelling van het project: hij stelt een ensemble samen op basis van hun “improvisatorische” kwaliteiten, niet louter uitvoerende muzikanten, maar muzikanten die hun eigen stem binnen het medium van improvisatie hebben onderzocht en daarbinnen een eigen stijl hebben ontwikkeld. Malfliet treedt dan eerder op als mediator: hij componeert geen gecontroleerd muzikaal geheel maar regisseert wel het muzikaal materiaal binnen de vorm van zijn compositie.

Het woord “improvisatie” staat hier met reden tussen aanhalingstekens De term laat zich gelden als de meest gangbare beschrijving van het ongecontroleerd en op het eigenste moment muziek creëren, maar Malfliet vindt het een te breed begrip dat niets weergeeft van de diepte die de actie inhoudt. Improviseren is namelijk contextueel gebonden en hangt af van de samenstelling van mensen en de muzikale bagage en achtergrond die iedere muzikant meedraagt. Die informatie is voor Malfliet van essentieel belang tijdens zijn persoonlijk denk- en creatieproces. Daarom is in deze tekst geopteerd om te spreken van “niet-controle” en “controle.” Deze voorgestelde alternatieven genieten geen persoonlijke voorkeur van de componist, maar werden voor deze werkbeschrijving louter gekozen om bovenstaande te duiden.

Het werk Parcours van LE10 18-05, gecreëerd met Large Ensemble voor twee drummers (Carlo Costa en Toma Gouband), dient als goed voorbeeld om de “controle” en “niet-controle” van Malfliet als regisseur te illustreren. Hij regisseert een globale vorm: er zijn vijf delen of “parcoursen” en elk deel heeft een specifieke tijdspanne. Het eerste deel duurt anderhalve minuut, het tweede een minuut, enzoverder. Elk deel wordt opgedeeld in verschillende segmenten die voorzien zijn van symbolen die een specifieke speelwijze indiceren, en ook zijn er aanduidingen van tempo en dynamiek weergegeven. Hoe lang de individuele muzikanten elk segment tot klinken brengen is een persoonlijke keuze. Wanneer ze alle segmenten van dat deel doorlopen hebben beginnen ze gewoonweg opnieuw totdat de tijdspanne van dat deel eindigt. Ook hoe zij de aanduidingen op de partituur interpreteren en behandelen is door hun te bepalen. In elke tijdspanne is er muzikaal materiaal dat aan bod komt. Dat kan voor elke muzikant individueel afzonderlijk muzikaal materiaal zijn, maar dat kan ook in overeenstemming zijn met het muzikaal materiaal van de andere. Elke drummer is namelijk voorzien van een woodblock die als communicatiemiddel tussen de twee muzikanten fungeert. Geacht het aantal aanslagen spreken de muzikanten af om te improviseren, om het parcours te veranderen of om simultaan de woodblock te bespelen. Op die manier interageren de muzikanten met elkaar en beslissen ze over de muzikale inhoud tijdens de uitvoering van het werk. Die informatie illustreert de vrijheid die Malfliet aan zijn muzikanten laat. De vorm daarentegen; de opdeling in segmenten, de aanduidingen van speelwijzen en mogelijkheden, is een gecontroleerd gegeven vastgelegd door de regisseur.

Die niet-controle neemt hij nog een stapje verder. Met zijn huidig werk neigt hij naar de richting van generative art. Waar autonome systemen hier het zeggenschap hebben, vervliegt de autoriteit die anders de componist of muzikant krijgt. Voor de creatie van die autonome systemen vindt hij inspiratie in videogames. De muzikant/componist is onderworpen aan het toeval – en dat maakt dat die zich gaan toespitsen op het onderzoeken van de geluiden en van het materiaal binnen de context van de akoestische ruimte, aldus Malfliet. Onderzoek binnen compositie draagt hij hoog in het vaandel.

Het komt als geen verrassing dat Malfliet zich voor deze gelegenheid beroept op grafische partituren. Grafische partituren functioneren praktisch wanneer er gewerkt wordt met dergelijke grote vrijheid van de muzikant, een vrijheid die überhaupt niet genoteerd kan worden aan de hand van klassieke notatie. Op de partituur van Parcours is te zien hoe opdelingen, tijdsaanduidingen, symbolen en instructies de leidraad vormen voor de muzikant. Morton Feldman geldt als grote inspiratiebron voor het aanbieden van een grote vrijheid aan de uitvoerders en het weergeven ervan in de vorm van grafische partituren, aldus Malfliet.

Een tweede voorbeeld van een grafische partituur is Rotation (op de plaat Noumenon). In dit voorbeeld volgen de muzikanten de curve van een hartmonitor. Laat dat als voorbeeld dienen voor een zo te noemen extreme vorm van “niet-controle.” Deze werkwijze geeft tevens blijk Malfliets desinteresse in het controleren en gedetailleerd vastleggen van zijn partituren. Het is voor hem niet van belang om een voltooide partituur af te leveren. Die zijn namelijk niet gecreëerd om gereproduceerd te worden door andere muzikanten. Het bestaan en klinken van elk individueel werk is afhankelijk van het creatie- en repetitieproces, wat behoort tot de essentie van zijn artistieke praktijk. Sommige partituren zijn daarenboven zelfs niet “juist,” zegt Malfliet: tijdens het repetitieproces wordt de muziek vaak aangepast maar dat wordt niet altijd zo genoteerd in de partituur.

Even terug naar Large Ensemble: in dit project maakt ook een ander kenmerk van Malfliets artistieke praktijk zijn opwachting, namelijk het werken met ruimte of “spatialisering.” Iannis Xenakis geldt in dat opzicht als grote invloed. Met Trajectories krijgen de muzikanten de opdracht om zich door de ruimte te bewegen, waardoor de perceptie van de geluiden op akoestisch vlak steeds verandert. Spatialisering hangt bovendien samen met een ingebakken zin voor theatraliteit: Malfliet treedt buiten de grenzen van het louter auditieve en geeft ook het oog wat. Op de grafische partituur van Trajectories is te zien hoe hij de muzikanten verzoekt om het hoofd naar boven te richten. Wanneer hij ze vraagt om dergelijke fysieke oefeningen uit te voeren belemmert dat het spelen – een muzikaal compositorische keuze – maar impliceert dat ook een begeerd visueel effect.

Hoe langer hoe meer streeft Malfliet de conventionele muziekuitvoeringen voorbij. In plaats van zich louter toe te spitsen op het medium muziek heeft hij een totaalvisie dat de grenzen tussen verschillende media overstijgt. Dat begint bij spatialisering en mondt uit in het incorporeren en combineren van verschillende media. Werken met beeldmateriaal boeit hem het meest. Hij is duidelijk op zoek: hij experimenteert en probeert zaken uit en zoekt zodoende de mogelijkheden van muziek op. Zijn samenwerking met Serge Verstockt heeft daar een hand in. Ook Verstockt vertrekt vanuit een totaalvisie en incorporeert alles dat daartoe behoort, ongeacht het medium. Hij heeft Malfliet duidelijk geïnspireerd.

The Songbook of Success, een project ontstaan in 2018, dient als goed voorbeeld om dergelijke cross-over te demonstreren: hiervoor werkt Malfliet samen met een danseres die zich binnen het medium van dans uitleeft op zijn muziek. De muziek die hij hiervoor creëert is van geheel andere aard dan tot nu toe beschreven is. Songbook of Success is eclectisch: het is een compilatie van tekstopnames, elektronische klankwolken en een verrassende Whitney Houston-finale. Dergelijke veelzijdigheid aan genres en stijlen is in zijn hele oeuvre aanwezig. Het omschrijven van zijn werk gaat van “hedendaags klassiek” en “experimenteel jazz” tot “techno” en “elektronisch experiment”. In dat laatste is vooral Xenakis’ werk met technologie en elektronica een grote invloed.

Anno 2020 spitst Malfliet zich toe op het ontwikkelen van een alter ego. Hij bedenkt een nieuwe naam en zoekt dusdanig een anonimiteit op waaronder hij muziek creëert. Zijn alias komen we uiteraard niet te weten. Het is te verstaan als een soort van aanklacht tegen de maatschappelijke status van de componist die verdrinkt in een bureaucratisch systeem van subsidiëringsdossiers. Hedendaagse creatie houdt in dat het werk alvorens de creatie van A tot Z uiteengezet moet worden in het dossier ter aanvraag van financiële ondersteuning. Dat maakt dat het persoonlijk onderzoek van de componist onder het smog belandt, vindt Malfliet. Met zijn alter ego wil hij ontsnappen aan die socio-maatschappelijke druk en een vrije beweging tot experiment in staat stellen. Het is te verstaan binnen zijn zo kenmerkende “zoekende” eigenschap. Malfliet is steeds op zoektocht met zijn praktijk: in onderzoek naar de grenzen van muziek, in een verkenning van verschillende media, en middels een bevraging van de status van de muzikant en componist.

Werklijst

Ensemble: Kandy (2016); My Name (2016); Kort (2016); Arcana (2016); Samen (2016); Rotation (2016); Boog (2016); Arborescence (2018); Blazar (2018); Trajectories (2018): Supersonic (2018)

Duo: Parcours (2018) voor twee percussionisten; Orbital Decay 1, 2 and 3 (2018) voor fluit en viool;

Elektronisch: Supersonic Fuzzgun 1. (2019); Songbook of Success (2019); Wounded Knee (2019); Pumping/Posing (2019); LE10 19-04 (2019); *Interview* (2020); Pissing Into The Internet (2020)

Videowerken: You Are Not You (2019); Home 1 (2020); Pissing Into The Internet (2020)

Discografie

  • Noumenon (2016), Ruweh Records, 2016
  • Raphael Malfliet Large Ensemble – LE10 18-05, Ruweh Records, 2019
  • Als improvisator met het trio met gitarist Todd Neufeld en drummer Carlo Costa: Like A Really Really…, uitgave in eigen beheer (Bandcamp), 2016
  • Als improvisator met Gabbro: Granular, Dropa Disc, 2019
  • Als muzikant met Grundstein: schetsen I, uitgave in eigen beheer, 2020

Links

https://www.raphaelmalfliet.com/

 

© MATRIX
Teksten van Jenske Vanhaelemeersch
Foto: Frederik Beyens
Laatste aanpassingen: 2020