WAUTERS Christian-Adolphe (1953-2017)

Christian-Adolphe Wauters, geboren op 11 januari 1953 te Oostende, begon zijn muzikale studies aan het Stedelijk Muziekconservatorium van zijn geboortestad. Hij zette zijn muzikale opleiding verder aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel.In 1975 behaalde hij er een eerste prijs muziekgeschiedenis. Hij heeft tevens privé-les (compositie) gevolgd bij Herman Roelstraete. Naast zijn studies muziek, is hij eveneens opgeleid als bibliothecaris. Sinds 1975 is hij onder andere actief geweest als leraar muzikale opvoeding en esthetische vorming (1975-1986), als toerismeambtenaar bij het Gemeentebestuur van Bredene (1987-1990) en als bediende bij de ASLK-bank (1991-1994). Hij is eveneens actief geweest als muziekrecensent voor De Standaard en De Gazet van Antwerpen, als persmedewerker bij Het Nieuwsblad en als gerechtelijk expert muziekautografen en partituren. Sinds 1995 werkte en werkt hij, te Brussel, als parlementair CD&V-medewerker in diverse assemblées. In 1982 werd het werk Vier Bagatellen (in opdracht van het Westdeutsches Streichquartett) geselecteerd voor het Ensemblia-festival te Mönchengladbach. In 1987 werd hij laureaat van de Provinciale Compositieprijs West-Vlaanderen met het werk Een Vleugje Nirvana en in 2000 ontving hij een eervolle vermelding in de Musinskus International Composition Competition (USA) voor het werk Kadish. In 2000 was hij tevens componist in residentie bij I Fiamminghi. Naast zijn muzikale activiteiten is Wauters ook actief als tekstschrijver. Drie van zijn boeken over muziek werden gepubliceerd bij de uitgeverij Lannoo: Muziek en Jeugd (1978) (waarvoor hij de VBVB-Boekenbeursprijs voor het beste debuut kreeg), Waar Woord en Toon elkander wijden (1981) en Muziek Klassiek (1982). Hiernaast schrijft hij ook poëzie, romans en essays. Enkele van deze werken zijn De Twaalf Kantieken der Betrokkenheid (poëzie), Alex en Een Stem in de Schaduw (jeugdromans), De Scheidslijn van de Schuld (roman) en Mithras (essay).

In 2012 behaalde Wauters het diploma Master of Arts in de Culturele Studies aan de KU Leuven. In januari 2013 startte hij met het doctoraat ‘De veranderde relatie tussen geld en visuele kunst van 1990 tot heden’ aan de faculteit Letteren van de KU Leuven, onderzoekseenheid Literatuur en Cultuur. Christian-Adolphe Wauters overleed in 2017.

 

Werkbespreking

De werken van Christian-Adolphe Wauters worden gekenmerkt door lyriek, pluritonaliteit, contrapuntiek en een sterke structurering. Regelmatig verkiest Wauters de synthese als compositiemiddel, maar even goed zal hij ook zeer vernieuwend schrijven. Vaak zal hij traditie en vernieuwing zelfs in een en hetzelfde werk integreren. Aforismo misterioso voor altviool en cello is een uitstekend voorbeeld van al deze kenmerken. Het werk bestaat uit een lyrisch thema opgebouwd rond een grote septiem, dat canonisch verwerkt wordt. De vorm is duidelijk een ABA-vorm. Het gehele werk duurt net geen twee minuten. Het werk is geschreven naar aanleiding van de boekenestafette Archipel. Beïnvloed door het woord archipel en de sterke aanwezigheid van de poëzie besloten Kris Matthyssens en Pieter Stas opdracht te geven aan een vijfentwintigtal componisten om een miniatuur voor altviool en cello te componeren. Aforismo misterioso is hier het resultaat van.

Andere werken die in het kamermuziek-genre thuishoren zijn Kadish en L’anno delle tredici lune. Er bestaan twee versies van Kadish, één voor tenortrombone en piano en één voor cello en strijkorkest. In deze bespreking wordt uitgegaan van de versie voor cello en strijkorkest. Aan de basis van dit werk ligt de Kadish, een joods gezang voor de doden. Wauters is uitgegaan van de oorspronkelijke melodie van dit gezang dat heden ten dage nog wordt gezongen in de synagoge door de cantor op hoge feestdagen, vaak met koorbegeleiding. Dit werk van Wauters klinkt zeer lyrisch, sereen, soms zelfs met een vleugje hopeloosheid. Een reminiscentie aan de oorspronkelijke koorrespons is constant aanwezig in de bovenste stem van de begeleiding. Het geheel schept een rustige sfeer waarbij de strijkers een klanktapijt neerleggen waarde cello zeer lyrisch op inspeelt. Een ander werk dat tot de kamermuziek behoort is L’anno delle tredici lune, geschreven voor trompetkwartet. Met dit werk vertrok Wauters van een programmatisch gegeven, maar uiteindelijk zal hij het toch bij de absolute muziek indelen. Hij inspireerde zich op het volksgeloof dat zegt dat een jaar met dertien nieuwe manen (zoals het jaar waarin hij het werk schreef) klimatologisch zeer ongunstig zou zijn. Het werk is gebaseerd op een motief dat dertien keer voorkomt in zeer verschillende gedaantes. Dit resultaat verkrijgt hij door variatie en spiegelingen toe te passen op dit motief. Hierdoor klinkt het motief in elke gedaante zeer anders, de ene keer zeer poëtisch, dan weer agressief of melancholisch.

L’Incantation du silence is een werk behorende tot de symfonische muziek. Dit werk is een eerbetoon aan Leon Spilliaert, vandaar de naam Spilliaert-ouverture. Het is geschreven in opdracht van het Stadsbestuur van Oostende naar aanleiding van het Spilliaertjaar 1996. In deze compositie wordt gewerkt met een Spilliaert-thema waarbij elke letter uit de naam Spilliaert voor één toonhoogte staat. Dit is bekomen door het principe van letterbenaming door te trekken tot het gehele alfabet (A = la, B = si,…, Y = re, Z = mi). Het Spilliaert-thema wordt dan mi-si-si-mi-mi-si-la-mi-re-fa. Dit thema komt tijdens het werk melodisch nagenoeg ongewijzigd voor. Hiermee wil de componist verwijzen naar de persoonlijkheid van Spilliaert die doorheen zijn hele carrière steeds zichzelf gebleven is. Het werk kan in drie grote delen ingedeeld worden, met de dodenmars als groot middendeel. Op het einde wordt er teruggekeerd naar de beginsituatie. In het begin van het werk wordt het Spilliaert-thema verschillende keren aangezet, maar nooit volledig gespeeld. Het thema zal voor de eerste keer in zijn volledige gedaante voorkomen in de trompet in zeer lange notenwaarden, waaronder het klanktapijt van de strijkers blijft liggen. Na deze eerste voorstelling van het thema verandert de textuur van het werk abrupt, al is deze textuurwijziging enigszins aangekondigd door het slagwerk. Na de eerste voorstelling van het Spilliaert-thema in de trompet keert het slagwerk weer terug, waarna het thema zeer breed door het hele orkest wordt gespeeld. Het verdere verloop van het eerste deel wordt gekenmerkt door vele reminiscenties aan het Spilliaert-thema. Vaak worden enkel de eerste noten van het thema of het karakteristieke eerste interval (een dalende kwart) gespeeld, waarna er van het thema wordt afgeweken. Elementen uit het thema komen zowel in de melodie als in de begeleiding voor. Zo zullen de strijkers een begeleidingsmotief spelen, volledig gebaseerd op de noten si en mi waarop de trombones een vrije melodie spelen die herinnert aan het Spilliaert-thema. Maar toch blijft het volledige thema duidelijk aanwezig en verschijnt het regelmatig in de verschillende instrumentengroepen. Met een lange passage, gekenmerkt door veel chromatiek wordt overgegaan naar het centrale deel, de dodenmars. De mars begint met een martiaal ritme in de pauk en de contrafagot. Hierna volgt een voorstelling van het Spilliaert-thema een halve toon lager dan het oorspronkelijke thema. Het martiaal ritme en het Spilliaert-thema blijven doorheen de hele dodenmars aanwezig. De mars heeft een grillig karakter door de korte motieven, de snelle noten en de snelle afwisseling van instrumenten(groepen). Het laatste deel wordt gekenmerkt door een terugkeer naar de begintextuur. De voorbereiding in het slagwerk kondigt dit aan. Het thema komt een laatste keer volledig voor in de violen, vanwaar een stuwing ontstaat naar het einde van het werk. Het werk eindigt met een plotse verandering naar een piano-dynamiek en een laatste reminiscentie aan het thema gespeeld door de Engelse hoorn en de basklarinet.

Doorheen al de werken van Wauters weerklinkt een drang naar structurering en een intens gebruik van lyriek. Zijn werken kunnen zowel in de traditie als gedeeltelijk ook in het modernisme gesitueerd worden.

 

Werklijst

Educatieve muziek: Praeludium, Wals en Contrapunctus voor jongerenstrijkorkest (1979); Petite Musique pour Claude de France, Jardinier voor klarinet en piano (1980); Eligia & Soliloquio voor klarinet of basklarinet en piano (1980); Les Jouissances de Bonsoy voor viool en piano (1996); Berceuse funèbre voor fagot en piano of orgel (2000); Barbaarse offerdans/Tombeau voor fagot en klarinet, fagot en piano (2002)

Kamermuziek: Pavane, Antienne & Tombeau voor houtblazerstrio (1981); Diafonia maestosa voor 3 trompetten, 3 bazuinen en orgel (1982); Aphorism for Brass opus 23 voor 4 Hoorns, 3 trompetten, 2 bazuinen & tuba (1982); Vier Bagatellen für Streichquartett voor strijkkwartet (1982); Wie die zarten Blüten im Winter voor hoorn, viool en piano (1988); Pro Vexillorum Consecratione voor 3 trompetten (1996); Kindertrio opus 63 voor viool, cello & piano (1997); Grimace opus 64 voor fluit & strijkkwartet (1998); Gesänge eines himmlischen Tändlers (Klabund-Lieder) opus 65 voor sopraan & piano (1998-1999); Aforismo misterioso voor altviool en cello (2000); Kadish voor tenortrombone en piano of cello en strijkorkest (2000); Sonata per violino (Sonara amara) voor viool en piano (2000); Légendes Mosanes voor strijktrio (2000); L’anno delle tredici lune voor trompetkwartet (2000); Partita Hasteriana voorfluit en piano (2000); Trauerfuge opus 67 voor houtblazerstrio (2000); Sonata per Violino e Violoncello opus 74 voor viool & cello (2001); Mystische Momente opus 76 voor sopraan & strijktrio (2001); Todesfuge opus 81 voor sopraan, cello solo, 2 trompetten, pauken, kleine trom, 2 contrabassen (2003); Strijkkwartet ‘Versania divinis’ opus 85 voor strijkkwartet (2004); Tre Sonetti di Donato D’Angelo Lazzari, detto il Bramante opus 88 voor bariton & strijkkwartet (2007); In modo strepitoso opus 89 voor viool, cello, kleine trom en piano (2007); Playful figurations on a Thai children’s song opus 91 voor fluit, altviool en harp (2008); Sonate singulière opus 92 voor cello & piano (2009); A homage to a future Bach opus 93 voor fluit, klarinet, viool, altviool en cello (2009); A Gleeful Fugue on a Theme by Gerald Finzi opus 97 voor trombonekwartet (2013)

Koormuziek: Dood, grondeloze liefde voor tenor-en dameskoor (1980); Een vleugje Nirvana voor vierstemmig koor (1986); Daar zat een sneeuwwit vogeltje voor vierstemmig koor (1988); Variations on my daughter’s theme opus 78 voor klarinet en koor (2002); Enfer de la Soif (opéra-minute) opus 86 voor sopraan, tenor, bas, koor & strijksextet (2004-2005); Hymnus circa exsequias defuncti opus 87 voor gemengd koor SATB (2004-2005); Et dedit mare mortuos… (A Seafarers Requiem) opus 90 voor mannenkoor & orgel (2008)

Solistische muziek: Canticum noctis voor orgel (1981); Concerto solitario voor klarinet of basklarinet (1981); Sonata da Camera voor cello (1982); Hommage à Watteau opus 27 voor harp (1982); Preludium, fughetta en cadenza over de naam Roelstraete voor piano (1983); Fantasia fiammingha opus 33 voor beiaard (1983); Sonatina sopra ‘Aus tiefer Noth’ voor orgel (1985); Lied in de Wind opus 44 voor bariton en viool solo (1988); Sint-Rikiersmis voor orgel (1989); 
Pianosonate opus 50 voor piano (1989); Pianosonate opus 53 voor piano (1991); Pianosonate opus 54 voor piano (1992); Sonata per due pianoforte opus 56 voor 2 Piano’s (1994); Sonata per Violino solo ‘Officium Cupidinis’ opus 75 voor viool solo (2001); Wagner-Variationen opus 80 voor cello solo (2003); Elévation opus 94 voor orgel (2010); Sechs kleine Fugen für Klara Eugenia Manfredonia opus 95 voor klavierinstrument (2010)

Symfonische muziek: Canto aforistico opus 9 voor Contrabas & strijkorkest (1979); Sinfonia per Archi opus 26 voor strijkorkest (1982); Demut opus 30 voor sopraan & orkest (1982-1983); Pro Luce nobilis sum (Ensor-ouverture) voor orkest (1985); L’Incantation du silence (Spilliaert-ouverture)voor orkest (1986); Petit concert pour Madame Susanne de la Neige, musicienne favorite voor orgel en strijkorkest (1988); Danza contrappuntistica voor piano en harmonieorkest (1993); Vioolconcerto ‘Un sorriso elegiaco…’ opus 77 voor viool solo & orkest (2001-2002); Per la gloria d’adorarvi (Bononcini-variaties) voor orkest (2003); Canto aforistico opus 96 voor contrabas & strijkorkest (2011)

 

Boeken

-Muziek en Jeugd; van Gregorius tot Pink Floyd –Tielt, Lannoo, 1979 (Boekenbeursprijs ‘Beste Debuut Jeugdboek’ –Antwerpen, 1979).
-Waar Woord & Toon elkander wijden; 30 meesterwerken der geloofsmuziek –Tielt, Lannoo, 1981
-Muziek klassiek –Tielt, Lannoo, 1982

 

Bibliografie

-A. DEFOORT, art. Defoort, Antoon, in Lexicon van de muziek in West-Vlaanderen, uitg. dr. Vereniging van West-Vlaamse Schrijvers, 4, 2003, p. 135 en p. 138
-J. MAERTENS, art. Een hemelse Schavuit, in Muziek & Woord, nr. 304, jan. 2000, p. 18-19
-J. VAN HOLEN, art. De rusteloze zoektocht van Christian-Adolphe Wauters, in Vlaanderen, nr. 282, sept./okt. 2000, p. 281-282

Discografie

CD-opnames:
-Aforismo misterioso (Pieter Stas, Kris Matthynssens), MINIATUREN VOOR ARCHIPEL, 2000-Barbaarse offerdans/Tombeau, DE FAGOT IN DE KIJKER (R. Spelmans) (eindverhandeling Hogeschool Gent), 2004
-Kadish voor cello en strijkorkest op. 66 (France Springuel, I Fiamminghi o.l.v. Rudolf Werthen), LEXICON VAN DE MUZIEK IN WEST-VLAANDEREN 2 LM 02, 2003
-L’anno delle tredici lune (Flanders Trumpet Quartet), CONTRUMPORARY, Flanders Trumpet Quartet FTQ 001, 2000
-Sonata amara voor viool en piano op.69 (Guido De Neve, Jan Michiels), Pavane ADW 7509

LP-opnames:
-Diafonia maestosa, Pavane ADW 7151
-Sint-Rikiersmis, Eurosound ES46.978

Uitgevers

Andel (Oostende)
Antares (Gent)
Euprint (Leuven)
Hogeschool Gent(Gent)
Lannoo (Tielt)
Maurer (Brussel)
Musica Appassionata (Aarschot)
Musica Flandrorum (Brussel)

©MATRIX
Teksten van Marjan Bosmans
Laatste aanpassingen: 2014