VAN HAUTE Mieke (1948)
Mieke (Anna-Maria) Van Haute werd geboren op 28 juni 1948 te Kortrijk. Na het behalen van haar einddiploma Latijn-Grieks in 1966 trok zij naar het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel waar ze eerste prijzen behaalde voor solfège, harmonie, muziekgeschiedenis, contrapunt en fuga. In het Conservatoire National te Parijs behaalde ze een eerste prijs piano, in 1974 ontving ze in Parijs de Prix d’excellence met felicitaties van de jury. Aan de Académie d’été te Nice behaalde ze het getuigschrift voor orkestdirectie en compositie. In 2002 bekwam ze het diploma van Meester in de Muziek aan het Koninklijk Conservatorium Brussel. Mieke Van Haute volgde bijscholingscursussen aan het departement onderwijs en de VVSG, cursussen die haar bijstaan in haar actuele functie als directrice aan de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord, te Izegem, sinds 1979. Hiernaast is ze ook docent muziekschriftuur aan het Koninklijk Muziekconservatorium Gent. Voorheen was ze actief als lerares in het deeltijds kunstonderwijs en doceerde ze o.a. harmonie aan het Lemmensinstituut te Leuven van 1971 tot 1975 en harmonie, analyse, contrapunt en fuga aan het Koninklijk Conservatorium te Gent van 1975 tot 1983. Van 1975 tot 1979 was ze directeur van de gemeentelijke muziekschool te Heverlee. Ze is voorzitter van de leraarsvereniging van het Conservatorium van Gent en fungeert vaak als jurylid voor eindexamens aan diverse instellingen. Naast lid van SABAM en UBC is ze stichter en beheerder van Camera Obscura, beheerder van Jeugd & Muziek Izegem en ondervoorzitter van VerDi. Ze is ook lid van ISME, het European Piano Teachers Association (EPTA) en stichtend lid van Yotam (jong muzikaal talent).
Naast al deze muzikale bezigheden is ze onder een drietal pseudoniemen ook literair actief. Zo schrijft ze poëzie, academische sprookjes, redevoeringen en hekelteksten.
Werkbespreking
Mieke Van Haute’s eerste werken dateren uit 1970. Ze was toen studente harmonie bij Vic Legley en daarna studente contrapunt bij Albert Delvaux. In haar oeuvre is er een evolutie merkbaar. Zo staat ze in een eerste fase nog onder invloed van de Belgische conservatoriumopleiding, traditioneel met verwijzingen naar namen als Bach, Ravel en Shostakovitsch. Tijdens haar periode in Parijs onderging ze de invloed van Messiaen wat resulteerde in een meer modale taal. Later evolueerde ze verder naar een multitonale en atonale taal en maakte ze sporadisch gebruik van aleatoriek. Een constante in haar componeren is de reflectie over het element tijd. Componeren ziet ze als een vorm van zelfcommunicatie of een confrontatie met zichzelf. Om die reden kan een partituur lang in de schuif blijven liggen, want Van Haute ziet het als een permanent in vraag stellen en denken, een zoeken om complexiteit eenvoudig weer te geven.
Het Kwartet voor houtblazers uit 1972 is een representatief voorbeeld van haar kamermuziek. De invloed van de conservatoriumopleiding is nog duidelijk aanwezig. Het werk is nog vrij traditioneel van toonspraak, opbouw en vormgeving. De vorm is een eenvoudige variatiereeks bestaande uit 5 variaties waarbij elke variatie sterk gedifferentieerd is van karakter. De basis is een eigen gecomponeerd thema. De vier instrumentale partijen bewegen zich duidelijk lineair autonoom van elkaar. Sporadisch duiken er modale elementen op, maar naast die enkele modale wendingen is de taal toch eerder polytonaal. Het Kwintet voor klarinet en strijkkwartet, vermoedelijk geschreven in 1988, leunt sterk aan bij de aleatoriek en atonaliteit. In dit korte driedelige werk maakt Van Haute gebruik van doorgedreven hedendaagse instrumentale technieken. In het eerste deeltje, lento misterioso, wordt dit meteen duidelijk bij de strijkers die aanvangen met sul ponticello. Deze beweging is volledig gebouwd op een kern van drie halve tonen. In het daaropvolgende presto hanteren de strijkers de col legno – en pizzicatotechniek, de klarinettist ritselt met de kleppen. Het repetitief energiek melodisch gegeven met ritmische verschuivingen is een broeihaard van onrust en wordt telkens krachtig onderbroken door een agressief signaal van de klarinet. Het derde deel, lento, molto espressivo, is één uitgesponnen dalende melodische lijn en een irreële spiegel van het eerste deel.
Typerende voorbeelden van solowerken zijn Empreintes voor pianosolo en For a Future Time voor vioolsolo. Empreintes, gecomponeerd in 1979, werd bekroond met de Dexia-compositieprijs als verplicht werk voor piano in de gelijknamige wedstrijd. Het volledige werk is gebaseerd op een beknopte kern van 1 dominantseptiemakkoord en 2 septiemakkoorden boven een onafhankelijke baslijn. Uit de wisselwerking tussen deze gegevens ontstaan nieuwe klankencombinaties en worden reeksen gebouwd voor de 7 variaties waaruit dit werk bestaat. Op die manier laat de cel waaruit alles begon een afdruk na doorheen de compositie. Het werk For a Future Time uit 1983, groeit vanuit de kiem van een halve toon. De melodie ontwikkelt zich organisch verder in diverse gedaanten. Het gebruik van een extreme tessituur en dynamiek en van hedendaagse instrumentale technieken dragen bij tot een rijk spectrum aan klankkleuren. Deze compositie is een voorbeeld van Van Hautes reflectie over het verschijnsel tijd: het ontstaan van de tijd en van de melodie, de bevestiging en fragmentatie van tijd en melodie, reflectie over de tijd met een uitgebouwde dalende melodie en het verdwijnen van de tijd.
In 2001 componeerde Mieke Van Haute Strandpromenade voor strijkerorkest, een compositie dat kan gelden als model voor haar werken voor strijkorkest. Het werk kent een klassieke vormgeving van 3 delen waarvan het eerste deel heet Dialoog met de zee. Het orkest wordt opgesplitst in een solide ondergrond, namelijk clusters die worden uiteengerafeld tot een onconventionele harmonie, met repetitieve inslag die de golfslag van de zee symboliseert. Daarboven ontwikkelt zich in de hogere regionen een zelfstandige dromerige melodische lijn. In Dialoog met de wind wordt een grillig spel gespeeld van verschuivende halve tonen, harmonieken en glissando, verspreid over alle strijkers en bij gevolg ook over alle tessituren. Het laatste deeltje, Dialoog met de meeuwen”, bestaat uit 6 uitgeschreven fragmenten die in 2 groepjes zijn onder te verdelen. 1 groepje bestaat uit 3 fragmenten die een synthese of verwijzing bevatten naar de 2 vorige delen. Het tweede groepje wordt gekenmerkt door zeer hoge en vrije glissandi zonder metrum. Deze groepen bevatten het aleatorische dialoogmateriaal. De volgorde en de combinatie van de fragmenten is door de dirigent en uitvoerders vrij te kiezen.
Werklijst
Klaviermuziek: Prélude voor piano (1970); Sonatine voor piano (1971); Menuet voor piano (1971); Adagio voor klavecimbel (1973); Il mattacchione voor piano (1974); Toccata voor orgel (1975); Sonate voor piano (1976); Thema en variaties voor orgel (1976); Empreintes voor piano (1979); Espaces voor orgel (1979); Préludes voor een Poolse nacht voor piano (1980); Réflection voor orgel (1980); Exercices de styles d’époque artistiques voor piano en woord (1982); Epigraphes pour Voltaire voor piano en woord (1982); Klankvelden 1 – Bach voor orgel (1994); Moments of Eternity voor orgel (1995); Klankvelden 2 – Bach voor orgel (2000)
Solomuziek: Prélude voor harp (1973); Dansen voor gitaar (1975); For a future time voor viool (1983); Intermezzi voor Windekind voor klarinet (1984); Groaners voor klarinet (1986); Voor levende doden voor fluit (1988); Elegie voor een vergeten wereld voor cello (1995); Seascapes voor fagot (2003)
Kamermuziek: Moments voor koperkwintet (1971); Schets voor klarinettenkwartet (1973); Dans voor fluittrio (1973); Thema en variaties voor fluit, hobo, klarinet & fagot (1974); Lucioles voor saxofoonkwartet (1976); Visions voor saxofoonsextet (1978); Pantomimes voor fluit en piano (1980); Epigraphes pour Voltaire voor saxofoonkwartet (1982); Sonate voor slagwerk en piano (1982); Klarinetkwintet voor klarinet en strijkkwartet (1993); Interludia voor gemengd ensemble en woord (1993)
Vocale muziek: Antwoord aan een vriend voor koor (1975); De Gierzwaluwen voor koor (1975); J’ai mal voor altstem en pianobegeleiding (1975); Ma mère est morte voor altstem en pianobegeleiding (1975); De omgekeerde volgorde voor zangstem en pianobegeleiding (1978); Telexwoorden voor koor (1978); De narrenkoning voor kinderkoor (1979);
Muziek voor strijkorkest: Sinfonietta (1976); Strandpromenade (2001)
Uitgever
CeBeDeM (werkzaam van 1951 tot 2015)
Maurer (Brussel)
Andel (Oostende)
© MATRIX
Teksten van Catherine Vermoere
Laatste aanpassingen: 2007