SOMMEREYNS Gwendolyn (1982)

Gwendolyn Sommereyns werd geboren op 24 november 1982 in Leuven. In haar jeugdjaren nam ze lessen notenleer, samenzang, harmonie, begeleidingspraktijk en piano aan de Stedelijke Muziekacademie van Sint-Pieters-Woluwe. Op zeer jonge leeftijd begon ze al te componeren. Zo schreef ze op haar twaalfde stukjes voor piano en werd ze op haar veertiende erkend als componiste door Sabam. Twee jaar later werd ze laureate van het KBC Aquarius Compositieproject voor Jongeren met Sémira voor pianosolo en in 1999 opnieuw met Oh, fruscio del bel canneto voor sopraan en piano. In 2000 begon Sommereyns aan haar opleiding aan het Lemmensinstituut, waar ze in 2005 met grote onderscheiding als Meester in de Muziek voor compositie afstudeerde. Ondertussen volgde ze een compositiestage bij Wim Hendrickx in Neerpelt (2001), behaalde een kandidatuurdiploma voor piano en werd in 2003 en 2004 met respectievelijk Endeavour voor strijkkwartet en Avalon voor gemengd koor, laureate van de Muzizoek Composititiewedstrijd. In haar nog prille carrière als componiste behaalde ze verschillende prijzen waaronder de Tweede prijs Piet Vermeulen en de Speciale Prijs voor de beste compositie voor harp of piano tijdens de ISME-compositiewedstrijd 2003 met Cascade. Haar werk werd ook bekroond bij de Provinciale Prijs Muziekcompositie 2003 voor Hafabra (Vlaams-Brabant) waar ze de aanmoedigingsprijs verwierf met haar werk Phoenix. Verder behaalde ze in 2005 de eerste prijs in de categorie gemengde stemmen, tijdens de nationale koorcomposititiewedstrijd van Euprint in samenwerking met Capella di Voce, met haar werk Poor Corydon. Daarnaast maakte ze verschillende koorbewerkingen voor het Europees Muziekfestival voor de jeugd in Neerpelt en componeerde ze Myst, het opgelegde werk voor de wedstrijd Axion Classics van Dexia Bank (2004).

 

Werkbespreking

Hoewel elke compositie een andere opbouw en achtergrond heeft zijn enkele woorden typerend voor Gwendolyn Sommereyns’ muzikale werken met name: lyrisch, vloeiend en sprekend. Elk werk krijgt een passende titel die haar gevoel en beeld bij de compositie uitdrukt en overbrengt naar de uitvoerder. Sommige titels zijn letterlijk de vertaling van wat het werk tot uitdrukking brengt, zoals Cascade waar de muziek druppelend tot stromend water weergeeft. Poor Corydon is vernoemd naar een tekst van Shakespeare. Hierin probeert Sommereyns zowel op grammaticaal als inhoudelijk niveau de tekst te volgen waarin de afgewezen herder vanuit psychologisch standpunt verschillende fases doormaakt. Andere composities geven eerder een algemeen gevoel weer, dat uit de compositie moet spreken zoals From the garden of the Gwragedd Annwn, waarbij Sommereyns zich baseerde op een elfenmythe. In Avalon gaat Sommereyns uit van de lettergrepen van het woord Avalon, waar de hele compositie rond opgebouwd is. Taal is dus een niet onbelangrijke parameter in haar oeuvre. In de compositie Sinong Tao Kaya, op een 19de eeuws anoniem Filippijns gedicht, komt dit op een duidelijke manier naar voor. Uit de tekst heeft Sommereyns leidmotieven afgeleid zoals “ik”, “jij”, “vraag”, “kosmos” en “hoop”. Ook in dit werk respecteert Sommereyns de structuur van de strofen van het gedicht. De tonale onderbouw is nooit ver zoek bij Sommereyns. Ze schrijft nooit puur atonaal. Petra Eterna is modaal, in Stone dance speelt ze met hele en halve tonen, Traces wentelt in grote tertsen en in Poor Corydon vinden we een spel tussen parallelle kwarten en kwinten. Ze componeert binnen het brede spectrum van tonaliteit, (neo-)modaliteit tot ver verwijde tonaliteit. Als structurele onderbouw kunnen we vaak ABA-patronen terugvinden, waarbij de compositie, weliswaar in gevarieerde vorm, eindigt zoals ze begint. Zo krijgen we in Stone dance een dialoog tussen viool en contrabas. De compositie evolueert van een meer ritmische tweespraak naar een gespannen sfeer, die verwijst naar de tango. Dan volgt de terugkeer naar het, gevarieerde, begin. Hier groeien beide instrumenten naar elkaar toe, totdat ze totaal vergroeid zijn, in de laatste zelfde noot. Ook Poor Corydon is gecomponeerd volgens deze structuur, waarbij we op het einde het begin terugkrijgen met andere noten en stemwisselingen.

Sommereyns schenkt grote aandacht aan de motivische verwantschap van de verschillende thema’s. In Traces krijgen we een aantal muzikale gegevens die om beurt en soms simultaan worden verwerkt doorheen de verschillende delen. In Phoenix maakt Sommereyns gebruik van twee thema’s waarbij het tweede thema, dat staat voor de wedergeboorte van de Feniks, gedistilleerd is uit het beginmotief. Uiteindelijk laat ze bij wijze van “happy end”, zoals de mythe het voorschrijft, beide thema’s samenkomen. In de stijl van Phoenix ligt Endeavour, een werk dat eerst voor strijkkwartet geschreven was en later getranscribeerd is voor strijkorkest. Beide werken baden in een filmmuziek/generiekachtige sfeer. Endeavour is dan ook geschreven voor John Taw, beter bekend als Inspector Morse. De titel verwijst naar de voornaam van dit personage namelijk “Endeavour”, wat staat voor “ergens naar streven en niet ophouden”. Deze compositie gaat dan ook uit van een cadans die eigenlijk niet stopt. Een ander kenmerk van de muziek van Sommereyns is de zorg die besteed wordt aan de overgang tussen verschillende onderdelen van een werk. Een nieuw thema duikt niet plots op, maar wordt zorgvuldig voorbereid.

Gwendolyn Sommereyns laat zich nooit dicteren door beperkingen in notatie. Ze componeert nooit rechtstreeks op de computer of aan de piano, maar op papier, om zo vrij mogelijk te kunnen werken. Ze maakt gebruik van rubato-ritmiek en grafische notatie. Zo is Fleuves d’arbes gedeeltelijk zonder maatstrepen geschreven waarbij de klarinet, in het eerste deel, een doorlopend motivisch tapijt speelt. Ook in From the garden of the Gwragedd Arnwn waren maatstrepen overbodig. De partituur en de uitvoering moeten spontaan overkomen en metrisch denken zou deze spontaniteit beletten. Cascade eindigt zonder dubbele maatstreep, omdat de compositie eindigt in het niets. Buiten de dynamische en technische aanwijzingen, die veelvuldig aanwezig zijn, vinden we bij Poor Corydon ook scenische aanwijzingen terug.

 

Werklijst

Solo-instrumenten: Sémira voor piano (1998); Variatie op Thema van A. Diabelli voor piano (2003); Petra Eterna voor harp (2003); Cascade voor harp (2003); Myst voor harp (2004); From the garden of the Gwragedd Annwn voor fluit (2004); Mani voor piano (2004); Shell Suite voor piano (2006); Unexpected voor piano (2008)

Kamermuziek: Oh, fruscio del bel canneto voor sopraan en piano (1999); Trio voor viool, cello en piano (2001); Endeavour (John Thaw in memoriam) voor strijkkwartet (2002); Fleuves d’Arbes voor hobo en klarinet in A of Bes (2003); Stone Dance voor viool en contrabas (2003); Notturno uit Mikrokosmos IV, B. Bartok arr. voor hobo, fagot en harp (2003); Sinong Tao Kaya voor sopraan en percussie (2004); Even a small breath…or blown up dust from earth…becomes an echo to eternity voor viool, cello en piano (2005); Traces voor fluit, klarinet, percussie, piano, viool, altviool en cello (2005); Kayano voor reciter, sopraan, klarinet, bassethoorn en percussie (2006); Urulu voor blaaskwintet (2006); Yukigumo voor klarinet, viool, altviool, cello en percussie (2007); Shirayuri otome voor sopraan, bassethoorn en marimba (2007); Ludovico sama voor sopraan, klarinet en piano of orgel (2007); Anoko voor sopraan, klarinet en marimba (2007); Nagasaki no kane voor sopraan, klarinet en vibrafoon (2007)

Strijkorkest: Endeavour (John Thaw in memoriam) (2002, transciptie van het gelijknamige strijkkwartet)

Harmonieorkest: Phoenix (2003)

Koor: Avalon voor gemengd koor (2003); Uti var hage, arr. Zweeds volkslied voor sopraan, alt en bariton (2004); Uti var hage, arr. Zweeds volkslied voor sopraan en alt (twee versies) (2004); Poor Corydon voor gemengd koor (2005); Helden van Halloween voor kinderkoor en piano (2007); Droom ervan voor kinderkoor en piano (2007); Farewell and Adieu voor vrouwenkoor/mannenkoor (2008); I Will Give voor vrouwenkoor/mannenkoor (2008); Drink To Me Only voor vrouwenkoor/mannenkoor (2008); Autumn Comes voor vrouwenkoor/mannenkoor (2008); As I Was A Walking voor vrouwenkoor/mannenkoor (2008); Ego sum vitis vera voor gemengd koor (2008); Manducaverunt voor gemengd koor (2008); Puer natus est voor gemengd koor en ensemble (2008); Shirayuri otome voor gemengd koor (2008); Anoko voor gemengd koor (2008); Sakura voor gemengd koor (2008); Carpe diem voor vrouwenkoor (2010)

Muziektheater: Elegie voor Kayano (op gedichten van Marcel Pira) voor spreker, sopraan, klarinet in Bes, bassethoorn en slagwerk (2005); Hoe het varken aan zijn krulstaart kwam (2009)

Filmmuziek: The End of History voor sopraan en digitale piano (2007)

 

Bibliografie

– Natuurfenomenen: laureatenconcert 2de Emanon Compositieprijs, in Oorgetuige, 2007.

 

Discografie

– Cascade (Sarah Verrue), UIT DE SCHADUW, ISME Vlaanderen, 88447-2, 2003
– Poor Corydon (Capella di Voce, Kurt Bikkembergs), DE NIEUWE OOGST, Euprint- Sono bvba, Cd Sono E 105, 2005

 

Uitgevers

Euprint (Heverlee)
Lantro Music (Grimbergen)

 

 

©MATRIX
Teksten van Marijke Bobbaers
Laatste aanpassingen: 2006