SLOOTMAEKERS Martin (1968)

Martin Slootmaekers, geboren in Genk op 27 januari 1968, studeerde Latijn-Griekse humaniora en begon zijn muzikale studies aan de gemeentelijke muziekacademie van Lanaken, waar hij einddiploma’s behaalde voor notenleer, harmonieleer en piano. Daarenboven ontving hij er de regeringsmedaille voor piano. Na zijn middelbare studies trok hij naar het Lemmensinstituut in Leuven waar hij bij Piet Swerts het laureaatdiploma voor compositie en muziekopvoeding behaalde, met eerste prijzen voor notenleer, harmonie, praktische harmonie, contrapunt en fuga. Hij behaalde daarnaast, onder leiding van Erik Van Nevel, een eerste prijs koorleiding en het meesterdiploma in de koordirectie.

In 1995 werd zijn compositie Splinters (voor klarinet en piano) weerhouden als opgelegd werk in de finaleronde voor klarinet, saxofoon en fagot van de Nationale Wedstrijd voor Muziek en Woordkunst van het Gemeentekrediet, nu beter gekend als Axion-Classics, een initiatief van Dexia-bank. In 1997 kozen de organisatoren opnieuw voor een werk van Slootmaekers. (Im)mobile (voor hobo en piano) werd het plichtwerk voor hobo en fagot. In 1998 stuurde Martin Slootmaekers zijn compositie Nunc Dimittis (voor gemengd koor en orgel) in voor de Alphons Diepenbrock Compositieprijs in Nederland en behaalde er een vierde prijs mee.

De laatste jaren kreeg hij verschillende gesubsidieerde compositieopdrachten van Vlaamse koren, zoals Capella di Voce (o.l.v. Kurt Bikkembergs), Capella Beatae Mariae ad Lacum (o.l.v. Dieter Staelens), en van de Koorfederatie Vlaanderen. Zijn kinder- of jeugdkoorcantates Web International en Knuffeltijd werden al door verschillende ensembles uitgevoerd, telkens met veel succes.

Tussen zijn composities vinden we werken voor solo-instrumenten, ensembles, liederen en koorwerken, maar ook enkele werken voor symfonie- of harmonieorkest. Martin Slootmaekers is vooral actief als koordirigent en -componist. De koormuziek neemt dan ook een centrale plaats in binnen zijn oeuvre.

Momenteel is Martin Slootmaekers leraar Algemene Muzikale Vorming, Muziektheorie, koor en vocaal ensemble aan verschillende muziekacademies. Daardoor schrijft hij nu ook meer pedagogische composities, waaronder een volledige cyclus Algemene Muzikale Vorming (4 delen). In zijn andere composities verkent Slootmaekers de nieuwere technieken zoals gecontroleerde aleatoriek (geïnspireerd op Lutoslawski) in melodieën die zich zelfstandig ontwikkelen en het creëren van een harmonisch spectrum.

 

Werkbespreking

Zoals vermeld neemt de koormuziek in het oeuvre van Martin Slootmaekers een centrale plaats in. De grote helft van zijn werken is geschreven voor gemengd koor of voor koor met gelijke stemmen, al dan niet a capella of met begeleiding (piano, orgel of kleine instrumentale ensembles). Web International en Knuffeltijd zijn twee koorcantates, respectievelijk voor kinderkoor, recitant, piano en instrumentaal ensemble, en voor kinderkoor, 2 recitanten, piano en klarinet. Naast deze koorwerken schreef hij een zestal werken voor solo-instrumenten zoals piano, orgel en altviool. Zijn kamermuziek bestaat voornamelijk uit werken voor solo-instrument met pianobegeleiding, maar daarnaast schreef hij ook een strijktrio, een strijkkwartet en een blokfluitenkwartet. Ten slotte heeft Slootmaekers ook vier orkestwerken op zijn actief, zowel voor een symfonische bezetting als voor harmonieorkest of fanfare.

Voor de (kinder)liederen en pedagogische werken hanteert Slootmaekers een tonale of modale schrijfwijze, waarbij de melodieën goed zingbaar blijven. In vrijere composities en instrumentale werken zien we een meer atonale schrijfwijze naar voor komen. Gezien het groot aantal koorcomposities zijn teksten ook heel belangrijk voor deze componist. Als hij bij het lezen van een bepaalde tekst een bepaalde sfeer ervaart, al dan niet in overeenstemming met de feitelijke inhoud van de tekst, probeert hij deze om te zetten in muziek, zonder echt tekstueel -descriptief te zijn. In zijn 5 Bagatellen in oude stijl gaat Slootmaekers duidelijk op zoek naar de esthetiek van Anton Webern, die bekend staat voor zijn korte, gebalde composities. In het eerste deel (Largo), dat 37,5 seconden duurt, presenteert Martin Slootmaekers een dodecafonische reeks die is opgebouwd uit cellen van twee chromatische buurtonen. De richting van deze cellen is afwisselend stijgend en dalend (a bes; d cis; f fis; c b; g as; e es). In de drie middendelen (Andante-Allegro-Moderato) springt de componist vrijer om met het toonhoogtemateriaal, maar de stijgende of dalende kleine secunde blijft het belangrijkste interval. In het vijfde deel (Adagio) krijgen we nogmaals de reeks van deel 1, maar nu in de kreeft (i.e. van achter naar voor). De weinige noten die in de partituur staan krijgen een extra esthetische spanning doordat bijna voor elke noot een andere speelwijze of dynamiek gevraagd wordt. Op deze manier dringt Martin Slootmaekers binnen in de klankwereld van de tweede Weense school, in het bijzonder het werk van Webern. Dit werk is eigenlijk als een soort grap ontstaan. Het epitheton “in oude stijl” is bedoeld als speldenprik naar componisten die enkel dodecafonisch willen schrijven. De componist wilde met dit werk aantonen dat dit toonsysteem, mits een kleine studie-inspanning, door iedereen gehanteerd kan worden.

In zijn twee succesvolle cantates voor kinderkoor (Web International en Knuffeltijd) gebruikt hij eerder een vrije tonale schrijfwijze met veel septiem- en none-akkoorden. De melodieën voor het koor zijn sober, en goed zingbaar, terwijl de begeleidende instrumenten op een gepaste manier de teksten becommentariëren. In Web International zorgen de slagwerkinstrumenten bovendien voor een extra puls. Het verhaal achter deze cantate (op tekst van Jan Coeck) is een soort allegorische weergave van onze huidige informatiemaatschappij, waar we soms wel eens verstrikt dreigen te geraken in het web van alle informatie die op ons afkomt via diverse media. Dergelijke commentaar op onze leefwereld komt ook in andere, vroege werken van Martin Slootmaekers naar boven. Zo gaat Ruzie over een vader die thuiskomt en de daaropvolgende echtelijke ruzie. Ook Kinder-Recht draagt een maatschappelijke boodschap uit. Kinderen eisen in deze compositie het recht op op spelen, eten, spreken en leven.

Verder zien we in de (koor)muziek van deze componist vaak nominatieve verwijzingen naar genres of stijlen uit de voorbije muziekgeschiedenis. Titels als Valse triste, Liebeslied, Tafel-canon, An English Mass en Missa in honorem Sancti Georgii doen onvermijdelijk denken aan vroegere muziek. De concrete muzikale invulling daarentegen is slechts in beperkte mate verbonden met deze genres. Ook in de “ernstige” koorwerken en instrumentale composities hanteert Slootmaekers een vrije tonaliteit, waarin het gebruik van atonale elementen niet uitgesloten is. Op ritmisch en metrisch vlak is de muziek van deze componist niet extreem gewaagd, al komen asymetrische maatsoorten frequent voor. In de zuiver instrumentale composities gaat Slootmaekers vaak een stap verder. Zo zien we in Splinters het gebruik van kwarttonen in de klarinet. De melodische lijnen zijn vaak erg vocaal gedacht en maken meermaals gebruik van motivische verwerking.

 

Werklijst

Solo-instrument: Toccatina (piano) (1991); 3 X P (orgel) (1992); Solo per viola (1993); Rondo (piano) (1995); Praeludium et Precatio super “Ave Maria” (orgel) (1995); Valse triste I, II, III (piano) (sine datu)

Kamermuziek: 5 bagatellen in oude stijl (strijktrio) (1993); A la santé (bas-bariton en piano) (1993); Miniatuur I (hobo en piano) (1994); Mini-Suite (blokfluitenkwartet) (1994); Short Piece (hobo en piano) (1994); Splinters (klarinet en piano) (1995); (Im)Mobile (hobo en piano) (1997); Liebeslied II (hoge stem en piano) (1998); Miniatuur II (hobo en piano) (1998); Conversations (strijkkwartet) (1999); Miniatuur III (hobo en piano) (1999); Aanstaande begraafplaats (sopraan en piano) (2000); Liebeslied I (hoge stem en piano) (2000); Lullaby (viool en piano) (2001); Valse triste I, II, III (alt-sax en piano) (s.d.)

Orkestmuziek: Jubilee Overture (koperensemble en slagwerk) (1992); Remise (symfonisch orkest) (1993); Soundscape (harmonieorkest) (2002); Vexation (harmonieorkest/fanfare) (2002)

Koormuziek: Beati quorum via integra est (gemengd koor a capella) (1991); Ubi caritas et amor (gemengd koor a capella) (1992); Hymn (gemengd koor a capella) (1994); Trois Berceuses (gelijkstemmig koor SSA) (1995); Honnepon (kinderkoor en piano) (1996); Licht van Kerstmis (gemengd koor en orgel) (1996); Tafel-canon 1 (koor a capella) (1996); If I can… (gemengd koor a capella) (1997); Kinder-Recht (kinderkoor en piano) (1997); Missa “Con Amore” (kinderkoor, piano en fluit) (1997); Missa in honorem Sancti Georgii (gemengd koor en orgel) (1997); Soms (kinderkoor en piano) (1997); Tafel-canon 2 (koor a capella) (1997); A drinking song (gemengd koor a capella) (1998); Een liedje (kinderkoor, piano en 2 fluiten) (1998); God zij dank (Huwelijkslied voor Ingrid) (gemengd koor en orgel) (1998); Nunc dimittis (gemengd koor en orgel) (1998); Ruzie (kinderkoor en piano) (1998); Tafel-canon 3 (koor a capella) (1998); Heilige Maria, moeder (gemengd koor en orgel) (1999); Rembrandt-Triptiek (gemengd koor a capella) (1999); Tafel-canon 4 (koor a capella) (1999); Eternity (gemengd koor a capella) (2000); Spirits of the Dead (gemengd koor a capella) (2000); Tafel-canon 5 (koor a capella) (2000); Elke dag kerstmis (gelijkstemmig koor SA, piano en fluit) (2001); Papier (kinderkoor en piano) (2001); Prins (kinderkoor en piano) (2001); Song (gemengd koor a capella) (2001); Tafel-canon 6 (koor a capella) (2001); Tante (kinderkoor en piano) (2001); Alma Redemptoris Mater (gemengd koor a capella) (2002); An English Mass (gelijkstemmig koor, 2 fluiten en orgel) (2002); Bij m’n oma (kinderkoor en piano) (2002); Irish Blessing (gelijkstemmig koor en piano) (2002); Miniaturen (gemengd koor a capella) (2002); Tafel-canon 7 (koor a capella) (2002); Als een lopend vuurtje (gelijkstemmig koor SA) (2003); Tafel-canon 8 (koor a capella) (2003); Tafel-canon 9 (koor a capella) (2003); Jezus’ weg naar God (5 Passie-motetten) (gemengd koor a capella) (1996); Haspengouw (gemengd koor en harmonie-orkest) (2002)

Cantate: Web International (kinderkoor, recitant, piano en instrumentaal ensemble) (1992); Knuffeltijd (kinderkoor, 2 recitanten, piano en klarinet) (2002)

Arrangementen(s.d.): Festival Ouverture van Piet Swerts (2 piano’s en slagwerk); Des pas sur la neige (prelude) van Claude Debussy (symfonisch orkest); Danseuses de Delphes (prelude) van Claude Debussy (symfonisch orkest); La cathédrale engloutie (prelude) van Claude Debussy (symfonisch orkest); La fille aux chevex de lin (prelude) van Claude Debussy (symfonisch orkest); De kleremakers op hun feest (volkslied) (koor en harmonie-orkest); Sarie Marais (volkslied) (koor en harmonie-orkest); Jan de Mulder (volkslied) (gelijkstemmig koor a capella); Windeken, waar het bos van trilt (volkslied) (gelijkstemmig koor a capella); Windeken, waar het bos van trilt (volkslied) (gemengd koor a capella)

 

Uitgevers

Euprint (Heverlee)
Digital Music Print (Antwerpen)
 

©MATRIX
Teksten van Klaas Coulembier
Laatste aanpassingen: 2005