RISPENS Jan (1944)

Jan Rispens werd geboren op 3 januari 1944 te Laren in Nederland, maar heeft wel de Belgische nationaliteit. Hij studeerde piano aan het Koninklijk Muziekconservatorium in Gent bij Marcel Gazelle en behaalde er een eerste prijs voor piano, kamermuziek, harmonie en notenleer. Later volgde hij orkestdirectie bij René Defossez en André Vandernoot aan het Koninklijk Muziekconservatorium Brussel. Van 1977 tot 1984 nam hij ook lessen compositie bij Louis Andriessen aan het Muziekconservatorium Den Haag. Jan Rispens had de leiding over verschillende Brechtproducties in Vlaanderen en was in de periode van 1966 tot 1974 ook los medewerker van de BRT, waar hij o.m. werkte als presentator en realisator van verschillende muzikale programma’s. Rispens was leraar piano en begeleider aan de gemeentelijke Muziekacademies van Aalst (afdeling Zottegem) en Wetteren (1969-1972). Hij was enige jaren verbonden aan de Koninklijke Muntschouwburg Brussel als muzikaal directeur van de Opera Studio. Rispens zetelde in verschillende examencommissies van de Koninklijke Muziekconservatoria van België.

In 1977 richtte hij samen met Mark De Smet de werkgroep Muziek en Maatschappij op. Van 1980 tot 1991 had hij de muzikale leiding over het Brussels Brecht-Eislerkoor. Rispens was gedurende een viertal jaar (2000-2003) lid van de Raad van Beheer van het Muziek LOD. Momenteel is hij lid van de Raad van Bestuur van het Orpheus Instituut en is hij voorzitter van de Raad van Beheer van de Stichting voor Muziek en Kulturele Ontwikkeling (Muzikon). Sinds 1997 is Jan Rispens gemandateerd als departementshoofd van het Departement Muziek en Dramatische Kunst van het Conservatorium Gent. Tevens is hij lid van de Algemene Vergadering van ISME en van de Raad van Beheer van de Belgische Vereniging voor Altviool. Vanaf mei 1998 werd Rispens regeringscommissaris cultuur voor het Vlaams Radio Orkest en Vlaams Radio Koor, vanaf juni 2003 kwam daar nog de Filharmonie bij. Hij is lid van de Raad van Bestuur van de Operastudio Vlaanderen en werd in 2003 aangesteld tot voorzitter van de Beoordelingscommissie voor Muziektheater. Hij werd ook lid van de Werkgroep Compositieopdrachten, van de Commissie voor Podiumkunsten en van de Raad voor de Kunst.

 

Werkbespreking

Jan Rispens begon te componeren op het einde van de jaren 1970. Aanleiding hiervoor was het contact met Mark De Smet. Samen richtten ze in deze periode de vereniging Muziek en Maatschappij op, gekleurd met een linkse politieke inslag. Deze vereniging werkte nauw samen met het Brecht-Eislerkoor dat Rispens regelmatig dirigeerde. De werken die Jan Rispens gedurende deze periode schreef zijn vaak ook specifiek voor dit koor. Om zich bij te scholen op vlak van compositie volgde hij later les bij Louis Andriessen, die trouwens ook zijn politieke aspiraties deelde. Van een andere aard is het stuk Guillotine dat hij samen met Huub De Vriendt en Cornelius De Bondt schreef. Tam Tam en Bint, respectievelijk van Diderik Wagenaar en De Bondt, zijn enkele composities die zeker als inspiratiebron gediend hebben. In 1995 schreef Jan Rispens zijn voorlopig laatste compositie. Na zijn benoeming tot departementshoofd aan het Koninklijk Conservatorium te Gent werd het componeren eerder noodgedwongen naar de achtergrond verschoven.

Een compositie uit Rispens’ beginperiode als componist is de politieke cantate Guillotine uit 1981. Dit werk is geschreven voor mannenkoor en groot ensemble. Onder de voogdij van Louis Andriessen werd het een collectieve compositie die Jan Rispens samen met Cornelius de Bondt en Huub De Vriendt maakte. De verschillende componisten hebben ook echt samen aan de partituur gewerkt. Elke componist schreef afwisselend een deel van de compositie, of begon met een melodie of ritmische lijn, die dan door de anderen werd afgewerkt of veranderd. Pedagogisch is dit zeer interessant omdat een kritische reflectie over andermans werk voor een constante (positieve) discussie zorgt. De tekst van Guillotine is een samenstelling van oorspronkelijke teksten van de hand van Patrice Loemoemba, Rosa Luxemburg, Salvador Allende, Thomas Münzer en Louis Léon de St.-Just. Zij hebben gemeen dat ze allen ter dood veroordeeld werden voor hun politieke overtuigingen: de teksten hebben dus een grote symboolwaarde. Opvallend is dat in de partituur juist de onbeklemtoonde lettergrepen van de tekst vaak een accent meekrijgen. The universe is made of stories…, een compositie uit 1993, is ook een muziekstuk waar de tekst een belangrijke rol speelt. Het werk is geschreven voor tenor, hobo, cello en piano. Het werd gecomponeerd in opdracht van Het muziek Lod. De tekst is samengesteld door Jan Krüger met uitsluitend originele citaten van o.a. Stephen Hawking, Albert Einstein en Herman Minkowski. Het werk Reflections of the heart is geschreven voor vrouwenstem, mannenstem en piano. Dit stuk uit 1991 bestaat uit vijf verschillende delen en is gecomponeerd in opdracht van Stichting Logos.

Hang de bel aan een ring en de ring aan je neus (1994) is gebaseerd op twee elementen: enerzijds is er een akkoordschema en anderzijds is de bepaling van het metrum belangrijk. Het akkoordschema bestaat eigenlijk uit alle akkoorden van de eerste prelude in do groot van Bachs Wohltemperierte Klavier, die naast elkaar worden gezet. Het metrum is opgebouwd rond het basistempo: vierde noot = 90. Dat hoofdtempo valt dan systematisch uiteen in verschillende tempi die via bepaalde breukverhoudingen steeds verbonden zijn met het begintempo. De titel, naar een gedicht van Paul Van Ostayen, is pas na het componeren aan de compositie toegevoegd en heeft geen specifieke bedoeling. Ter verantwoording haalde Rispens wel de speelsheid, de vrijheid en het principe van herhaling aan, die zowel in het werk van Van Ostayen als in deze compositie terug te vinden zijn. Metrische modulatie is, zeker in de latere composities, het sleutelwoord bij Jan Rispens. Als voorbeeld kan Valse lente? (1995) vermeld worden waar twee groepen in verschillende tempo’s spelen. Deze tempi kunnen op het eerste gezicht niet onderling verbonden worden, maar zijn beide toch afgeleid van eenzelfde hoofdtempo.

 

Werklijst

Kamermuziek: Eén zin over tyrannie (1979); De haas en de schildpad (1983); Hang de bel aan een ring en de ring aan je neus (1994); Valse lente? (1995); De paradox van Zeno (1995)

Toneelmuziek: De vliegen (1986)

Vocale muziek: Guillotine (1981); Reflections of the heart (1991); The universe is made of stories … (1993)

 

 

©MATRIX
Teksten van Pauline Jocqué
Laatste aanpassingen: 2007

 

jan.rispens@skynet.be 


Jenatzystraat 7, 1030 Brussel

(02) 216 46 52 


Partituren in MATRIX


Alle componistenfiches