DELVAUX Albert (1913-2007)

Albert Delvaux is geboren op 31 mei 1913 te Leuven. Hij genoot zijn eerste muziekonderricht aan het stedelijk muziekconservatorium van Leuven. Hij studeerde verder aan het Koninklijk Conservatorium van Luik. Hier studeerde hij naast contrapunt, fuga, compositie en orkestratie bij leraars zoals Joseph Leroy en François Rasse ook nog cello bij Rodolphe Soiron. Hij heeft ook nog dirigentencursussen gevolgd aan het Mozarteum in Salzburg bij Igor Markevitsch en Volker Wangenheim.

Hij begon zijn loopbaan als docent aan de normaalschool in Tienen in 1941 en het stedelijk muziekconservatorium van Leuven vanaf 1942. Vanaf 1942 was hij docent aan het Koninklijk Conservatorium Brussel. In 1946 is hij directeur geworden van de stedelijke muziekacademie van Sint-Niklaas. Dit is hij tot aan zijn pensioen gebleven.

In 1956 ontving hij de compositieprijs van de provincie Brabant. In 1957 behaalde Delvaux met Schetsen voor kamerorkest de derde prijs in de compositiewedstrijd van de Koningin Elizabethwedstrijd, in 1961 werd hij voor zijn Synfonia Burlesca voor orkest met de eerste prijs bekroond. De laatste prijs die hij won was deze van het Algemeen Nederlands Verbond voor zijn Concerto voor fluit, hobo, klarinet, fagot en kamerorkest (1970). Delvaux was zijn leven lang productief maar hij is nooit echt doorgebroken in de wereld van de Vlaamse hedendaagse muziek. Na zijn successen in de jaren 1950 en ‘60 is hij op het achterplan verdwenen. Hij is overleden op 16 mei 2007.

 

Werkbespreking

Het oeuvre van Albert Delvaux wordt gekenmerkt door een zeer grote schatplichtigheid aan de traditie. Dit vertaalt zich vooral in het toepassen van klassieke structuren en het schrijven in bepaalde genres zonder de conventies totaal overboord te gooien. In die zin is hij dus geen modernist hoewel hij ook gebruik maakt van vernieuwende technieken in sommige van zijn werken. In zijn vroegere werk is een sterke invloed van het impressionisme waar te nemen. Hij heeft een grote aandacht voor muzikale technieken zoals contrapunt en is op dat gebied een echte vakman. Naast de werken voor orkest, kamerensembles en solo-instrumenten heeft hij ook veel vocale werken gecomponeerd. Een van zijn geliefkoosde auteurs was J.G. Brown. Verder heeft hij ook veel beroep gedaan op teksten van auteurs van eigen bodem zoals Guido Gezelle, Jaques Perk, Willem de Morode, Emile Verhaeren en Jef Simons.

Zijn enige werk dat ooit is opgenomen is Schetsen of Esquisses. Deze compositie bestaat uit 7 kleine delen en duurt circa 38 minuten. Het eerste deel is opgevat als een soort inleiding, het draagt de ondertitel Intrada. De rest van de delen heeft enkel een tempoaanduiding. Het werk is niet opgevat als een symfonie. Het is een verzameling van verschillende korte stukjes waarin hij verschillende muzikale ideeën verwerkt. Het zijn geen schetsen in de strikte betekenis van het woord, maar omwille van het karakter van de stukjes is het een gepaste titel. Naast werken voor orkest neemt ook de kamermuziek een belangrijke plaats in binnen zijn oeuvre. Vaak is er een keuze wat betreft de instrumentatie. Het eendelige Duo voor fluit of viool en harp (1985) is hier een van de vele voorbeelden van. De harp speelt duidelijk de begeleiding, terwijl de melodie zowel op fluit als op viool kan worden uitgevoerd. Dit stukje staat in de toonaard do klein. De voortekening en het muzikale materiaal uit de eerste maat laat hier geen twijfel over bestaan. De traditionele regels van de tonaliteit worden echter al vroeg in het stuk verbroken en het eindakkoord past helemaal niet meer binnen de hoofdtoonaard. De laatste noot in de bovenstem is een fa kruis die een tritonus vormt boven de tonica. Deze tonica is evenwel niet aanwezig in het slotakkoord. Dit bezorgt de luisteraar een bevreemdend gevoel.

Hoewel dit een van zijn latere werken is, werkt de invloed van het impressionisme hier nog sterk door. Delvaux heeft ook het genre van het strijkkwartet beoefend. Het gebruik van de tonaliteit in zijn vierde strijkkwartet (1961) is dan weer traditioneel. Het eerste deel, een allegro spirituoso, zet aan in sol klein. Er wordt in de climax naar het einde van dit deel definitief overgeschakeld naar de gelijknamige grote tertstoonaard. Dit zal ook de toonaard zijn waarin het stuk zal eindigen in de finale. Wat ook interessant is in deze compositie is de manier waarop hij speelt met de vermenging van homofonie en imitatieve inzetten. Dit is vooral het geval in het middendeel, het scherzo. In zijn sonates is het duidelijk te zien dat hij zijn materiaal op een traditionele manier tracht vorm te geven.

 

Werklijst

Orkestmuziek: Héro et Léandre voor solostemmen, koor en orkest (1941); Scherzo voor orkest (1942); Poème Symphonique voor orkest (1943); Symphonische variaties voor orkest (1948); Prelude voor fluit en strijkorkest (1948); 3 liederen voor bariton en orkest (1979); Sinfonia Burlesca voor orkest (1960); Concerto voor cello en orkest (1984)

Kamermuziek: Het daghet in het oosten voor fluit, hobo, klarinet, hoorn, fagot en harp (1940); Les roses de Saadi voor sopraan en piano (1940); Esquisses voor kamerorkest (1957); Vijf impromptu’s voor fluit hobo klarinet en piano (1959); Pièce voor klarinet of viool en piano (1967); Concerto voor fluit, hobo, klarinet, fagot en kamerorkest (1970); Sonatine voor gitaar en fluit (1981); Saxofoonkwartet (1982)

Vocale muziek: Psalm 33 voor gemengd koor (1940); Sur le mort d’un enfant voor stem (1940); Artevelde voor gemengd koor (1943); 3 Psalmen voor gemengd koor (1981); Aan U alleen voor solostem (1986)

Solo: Kleine suite voor piano (1940); Sonatine voor gitaar (1987); Esercizio voor harp (1987)

 

Bibliografie

– Music in Belgium, uitg. dr. CeBeDeM, Brussel, 1964
– D. VON VOLBORTH-DANYS, art. Delvaux, Albert, in The New Grove Dictionary of Music and Musicians, uitg. dr. S.SADIE, 7, 2001, p. 188
– G. HUYBENS, Delvaux’ muzikale bouwstenen, in Muziek & Woord, juni 1994, p. 7
– T. LEVAUX, Dictionnaire des compositeurs de belgique du moyen age à nos jours, Lasne, 2004

 

Discografie

– SCHETSEN (door het kamerorkest van de RTB, J. Verelst), Alpha DB46, 1957 (vinyl)
– Sinfonia Burlesca (door het Nationaal Orkest van België – L’Orchestre National de Belgique, Daniel Sternefeld), Decca 143.423 (reeks ‘Hedendaagse Belgische Muziek – Musique Belge Contemporaine’) (17cm-plaat)
– Sonata à Quattro (door het Klarinettenkwartet van België – par le Quatuor de Clarinettes de Belgique), Alpha DB127
– Trio nr 2 voor strijkers (door het Trio van Londen), Alpha DBM-V174 (reeks ‘Hedendaagse Belgische Muziek – Musique Belge Contemporaine’)
– Concerto voor fluit, hobo, klarinet, fagot en kamerorkest (door het Rondo Kwartet en de solisten van het Belgisch Kamerorkest o.l.v. Georges Maes), Alpha DBM-V187 (reeks ‘Hedendaagse Belgische Muziek – Musique Belge Contemporaine’)
– Atonic Song voor gitaar (door Gonzalez Mohino), Duchesne, Liège, DD 6057

 

Uitgever

CeBeDeM (werkzaam van 1951 tot 2015)

 

©MATRIX
Teksten van Simon Van Puyvelde
Laatste aanpassingen: 2007