DECANCQ Raymond (1935-2023)

Raymond Decancq werd geboren te Roeselare op 1 december 1935. Hij groeide op als oudste zoon in een gezin van drie kinderen. Hij liep school aan de toenmalige Rijksmiddelbare School te Roeselare. Zijn muzikale opleiding begon hij aan de Roeselaarse Stedelijke Academie voor Muziek en Woord Adriaan Willaert waar hij een eerste prijs voor piano in 1955 behaalde en 5 jaar later een eerste prijs voor harmonie. Hij zette de stap naar het Koninklijk Muziekconservatorium te Gent en behaalde daar zijn eerste prijs voor notenleer in 1968. Hiernaast verwierf hij in 1969 het regentaatsdiploma muzikale opvoeding via de Centrale Examencommissie te Brussel.

In navolging van zijn overgrootvader, grootvader en vader oefende Raymond het beroep van kleermaker uit van 1950 tot en met 1968. Tijdens deze periode was hij eveneens semi-professioneel pianist in diverse amusementsorkesten. In die hoedanigheid maakte hij onder andere een rondreis in het voormalige Belgisch-Kongo voor Sabena. In de periode van 1960 tot 1983 dirigeerde hij de Roeselaarse socialistische harmonie Door strijd naar kunst. Van 1968 tot 1995 was hij ambtshalve leerkracht muzikale opvoeding aan de Rijksmiddenscholen van Tielt, Kortrijk, Poperinge, Diksmuide en Roeselare. Tijdens diezelfde periode was hij eveneens leerkracht en pedagogisch coördinator algemene muzikale vorming aan de Roeselaarse Stedelijke Academie voor Muziek en Woord Adriaan Willaert. In 1996 ging hij op rust.

Als componist en vennoot was hij verbonden met SABAM. Hij was penningmeester van Jeugd en Muziek Vlaanderen, afdeling Roeselare en actief in het koor St. Germanus van Beveren te Roeselare. Hiernaast verzorgde hij samen met Marcel Bryon delen 2 tot en met 8 van een achtdelige reeks werkboeken met als titel Ik leer muziek. Deze werkboeken worden ten dienste gesteld van het vak algemene muzikale vorming. Raymond Decancq overleed in december 2023.

 

Werkbespreking

Reeds op jonge leeftijd componeerde hij zijn eerste werkjes, maar pas nadat hij op rust ging heeft Decancq zich er volledig kunnen op toeleggen. De laatste 20 jaar zijn er nog weinig grote veranderingen aanwezig in zijn muzikale taal. Eén belangrijke constante is dat hij de muziek zo beknopt mogelijk houdt, zonder overtollige franjes, terugbrengend tot de essentie. In zijn vocale composities is de tekst de belangrijkste inspiratiebron maar hiernaast kenmerkt zijn werk zich ook nog door algemene muzikale stijlinvloeden van buitenaf zoals Igor Stravinsky in zijn Capriccio voor blazers en slagwerk of Arthur Honneger en Béla Bartók in Two Contrasts. Hieruit blijkt dat hij niet behoort tot de experimenterende nieuwlichters maar zich laat inspireren door klinkende namen om die dan op een persoonlijke manier een andere muzikale dimensie te geven.

Two Contrasts, gecomponeerd voor klarinetkwartet of saxofoonkwartet, bestaat ook in een versie voor klarinettrio. Deze versie werd gecomponeerd in 1981 in opdracht van Eddy Vanoosthuyse, solist bij het VRO en ondermeer docent aan het Koninklijk Muziekconservatorium Gent, voor zijn trio. Beide delen van deze compositie zijn opgevat als een ABAcoda-structuur. Het eerste deel, Tranquillamente, beweegt zich voort in la klein en bevat enkele hints naar het neoclassicisme. De vier instrumenten zetten achtereenvolgens het melodisch thema, met een karakteristieke stijgende kwartsprong, in. Op die manier versmelten ze geleidelijk tot een stemmenweefsel dat een pastoraal karakter krijgt. Even is er een meer ritmische begeleiding te horen boven het tweede thema gespeeld door de basklarinet, maar daarna wordt de inzet hernomen en eindigt dit deel pianissimo. Het Vivamente is opgevat in een eerder vrije tonaliteit. Het Allegro giocoso staat, zoals de titel van het werk laat vermoeden, in sterk contrast met het eerste deel. In plaats van een melodisch thema komt er een pittig ritmisch motief dat speels en vrolijk, vol onverwachte modulaties, onderbrekingen en maatwisselingen, door de beide hoekdelen van deze beweging huppelt. In het B-deel komt het geheel tijdelijk tot rust door de lyriek van de vier instrumenten die in parallelle akkoorden spelen. De dalende sequens van stijgende kwinten in staccato, door de basklarinet, maken de overgang naar de typische inzet van het A-deel. Deze beweging wordt besloten met een ritenuto, gevolgd door twee maten lento met het beginmotief en met een wervelend unisono en slotcadens.

Vier Poëtische Impressies werd gecomponeerd in opdracht van de BRT in 1992, voor groot harmonieorkest en gemengd koor. De 4 seizoenen, op teksten van Pieter Geert Buckincx, bevatten enkele van de voornaamste stijlkenmerken van zijn oeuvre. Zo maakt hij geen gebruik van complexe vormstructuren maar primeert de overzichtelijkheid. Ondanks de vele modulaties blijven de melodische lijnen een continue, vloeiende beweging. Deze worden ondersteund door een rijke en moderne harmonisatie. De componist maakt gebruik van alle kleurschakeringen van een harmonieorkest, zowel een compacte als een transparante orkestratie. Die 3 aspecten, melodie, harmonie en orkestratie, staan in functie van de tekst en volgen de betekenis op de voet. Het geheel doet neoromantisch aan met af en toe een jazzy tintje zoals in het deel De zomer.

De vierdelige mis Missa Sancta Caecilia uit 2004 werd opgedragen aan het St-Germanus koor uit Beveren-Roeselare. Het Kyrie andante cantabile, de eerste beweging in la klein en 3/4, vat aan met een hoofdmotief in een orkestrale inleiding. In de begeleiding van de mis is er steeds 1 van de instrumenten die de melodie ondersteunt, zodat het koor, ondanks de vele modulaties, gemakkelijker kan intoneren. De mannenstemmen zingen de inzet van de Latijnse tekst, gevolgd door het koor met een modulatie naar fa# groot. Het Christe wordt gezongen door de vrouwenstemmen met een tegenstem door de mannen. Bij de herhaling draait de componist dit om. Er volgt een modulatie terug naar la klein voor de herhaling van Kyrie, zoals bij de inzet, maar met een zacht slotakkoord. De overgang naar het Gloria (Vivace) gaat gepaard met twee maten orkestrale inleiding met een modulatie naar de hoofdtonaliteit re groot. Het deel beweegt zich in 2/2. Het koor vangt aan met forte, gevolgd door vijf maten ensemble met het ostinaatritme in 8/8 (3+3+2). Et in terra pax wordt gezongen door mannen en vrouwen, en dit modulerend naar do groot. Het volgende vers, Gratias, kent een rustiger begeleiding en een modulatie met ritenuto naar si klein. Na enkele onverwachte toonsveranderingen brengt de harp een glissando met een accellerando. Het Quoniam keert terug naar re groot met opnieuw het ostinaat en melodie verwant aan het Et in terra pax. Het tweede deel wordt op uitbundige wijze afgesloten. Het derde deel, Sanctus/Benedictus (tranquillo) staat in fa groot en 3/4. Na 10 maten inleiding verloopt de muziek nu in een haast pastorale sfeer met veel modulaties in de melodische lijnen die de betekenis van de tekst heel nauwkeurig volgen. Een aspect dat in de volledige Mis een constante blijft. Het Agnus Dei (tranquillo) in de hoofdtoonaard do groot, in de maat 4/4 zet in met het hoofdmotief maar wel in re groot. De stijl en sfeer zijn vergelijkbaar met het Sanctus/Benedictus. De neoromantische stijl, de kleurenrijkdom van het instrumentaal ensemble, de modern getinte harmonisatie en de vloeiende melodische lijnen, zorgen ervoor dat deze compositie het grote publiek onmiddellijk kan aanspreken.

 

Werklijst

Klaviermuziek: Tango en Humoreske (1997); Danssuite (1998); A Portrait in Music (1999); Fata Morgana en Miniatuurmars (1999); A Duke Ellington Medley (1999); Romantisch intermezzo voor orgel (2000); A Funny Lady in Triplicate (2001)

Kamermuziek: Andante Semplice voor hoorn en piano (1988); Sicilienne voor fluit en piano (1988); A Playful Quartet voor klarinet-of saxofoonkwartet (1986-1992); Kleine Triptiek voor trombone / trompet en piano (1992); Variaties op een oud volkslied voor 5 klarinetten in Bes (1992); Prelude en Dans voor hobo en piano (1996); Twee Contrasten voor klarinet- of saxofoonkwartet (1996); Twee Inventies voor vier koperblazers (1996); Variaties op een oud volkslied voor koperkwintet (1996); Drie Intermezzi voor klarinet en piano (1997); Lentegroen voor sopraan, klarinet in bes en piano op tekst van G. Gezelle (1998); A Promenade for Horn voor hoorn en piano (1999); A Story for Altosaxophone voor altsaxofoon en piano (1999); A Story for Tenorsaxophone voor tenorsaxofoon en piano (2000); Bajuschk voor viool en piano (2002); Romantic Ballad voor hobo en piano (2004); Schalkse Suite met 8 bekende volksliederen voor koperkwintet (2004); Three Contrasting Sketches voor Clarinet-Saxophone Choir (2006); Holiday Suite voor 2 fluiten en harp (2008); A Song before Sunset voor Instrumenten in C, Bb, Eb, F en piano (2010); A graceful Waltz voor Instrumenten in C, Bb, Eb, F en piano (2010); Strollin’ along the Riverside voor Instrumenten in C, Bb, Eb, F en piano (2010); Playful Clarinets en Playful Saxophones (bewerking van A playful Quartet) voor  Clarinet-Saxophone Choir (2011); A Funny Phantasy voor  Clarinet Choir (2011); Folksong Variations  voor Clarinet Choir (2012); Tango voor klarinetkwintet-houtblazerskwintet-clarinet choir of saxophone Choir (2012); A joyful Dance voor Instrumenten in C, Bb, Eb, F en piano (2012); Souvenir from Venice voor Instrumenten in C, Bb, Eb, F en piano (2012); A little Fairy Tale voor Instrumenten in C, Bb, Eb, F en piano (2012); Once upon a Time voor Instrumenten in C, Bb, Eb, F en piano (2012); A Summer Holiday voor Instrumenten in C, Bb, Eb, F en piano (2012); Sweet Memories voor Instrumenten in C, Bb, Eb, F en piano (2012); A Funny Phantasy voor  Saxophone Choir (2012);  A Duke Ellington Medley voor clarinet-saxophone Choir (2013;) Three Scenes from the Countryside voor Instrumenten in C, Bb, Eb, F en piano (2013)

Harmonieorkest: Cavalcade (1996); Nostalgia (1996)

Koormuziek: Missa in Honorem Sancti Germani voor gemengd koor en orgel (1982); Drie Vocale Schetsen voor gemengd koor en recitant (1988); Vier poëtische impressies voor koor en groot harmonieorkest (1992); Missa Brevis voor gemengd koor orgel, fluit en harp (2000); Missa Sancta Maria voor twee gelijke stemmen en orgel (2001); Missa Sancta Caecilia voor gemengd koor, fluit, klarinet, harp, orgel, cello en contrabas (2004)

Bewerkingen voor koor: Stille Nacht, Herders Hij is geboren, Nu zijt wellekome voor Altstem en gemengd koor (2000);  Herders Hij is geboren, Nu zijt wellekome, Komt allen tesamen voor gemengd koor en orgel (2009)

Bewerkingen voor fluit en harp (of piano): Auf Flügeln des Gesanges  (F. Mendelssohn-Bartholdy); Ah! Fors’ `è lui che l’anima (Uit La Traviata G. Verdi); Andante and Vivace (Uit Sonatine opus 36 nr. 1 M. Clementi); Serenade (Uit Strijkkwartet in F op. nr. 5 J. Haydn; Menuet & Trio (Uit Strijkkwintet in E op. 13 nr. 5 L. Boccherini (2011)

 

Bibliografie

– A. DEFOORT, Lexicon van de Muziek van West-Vlaanderen, dl. 2, Brugge, 2001

 

Discografie

 A Playful quartet voor saxofoonkwartet (Het Brussels Saxofoonkwartet), HET BRUSSELS SAXOFOONKWARTET, CD 890021
– A Playful quartet (Het Vlaams Klarinettenkwartet), HET VLAAMS KLARINETTENKWARTET IN CONCERT VOL. 1
– Variaties op een oud volkslied sneeuwwit vogeltje voor koperkwintet (Beaux-Arts Brass Quintet), MADE IN BELGIUM, BBQ-001
– Lentegroen (Lotustrio), IN FLANDERS’ FIELDS – Liederen op gedichten van Guido Gezelle, PHAEDRA 92019, 1999
– Twee inventies (Flanders’ Trumpet Quartet), CONTRUMPORARY, FTQ 001
– Cavalcade (De muziekkapel van de Belgische Luchtmacht), CLARINANDO
– Nostalgia (The Orchestre of the Lithuanian Armed Forces), LAUD SPIRITUALE

 

Uitgevers

De Haske (Nederland)
DMP Music (Antwerpen)
Andel (Oostende)
Golden River Music (Beveren-Leie)

 

©MATRIX
Teksten van Catherine Vermoere
Laatste aanpassingen: 2007, werklijst: 2014

raymond.decancq@telenet.be

Louis Tantstraat 8/2, 8800 Roeselare



0032 (0)486 89 54 73

Cd's in MATRIX
Partituren in MATRIX


Alle componistenfiches