DE NAEGEL Michiel (1991)

Biografie

Michiel de Naegel (1991) begon zijn parcours met klarinetlessen op de academie van Beringen, maar ruilde dat instrument al snel in voor gitaar. Daarmee was het hek van de dam: het spelen van gitaarriffs en tokkelen van klassieke rock-solo’s bleek veel meer zijn ding te zijn. De Naegel ving zijn hogere studies aan met een bachelor en master kunstwetenschappen met oriëntatie musicologie aan de Universiteit Gent. Aansluitend nam hij extracurriculaire vakken op aan het conservatorium, waaronder Inleiding tot compositie door Lucien Posman. Niet onbelangrijk, want de lessen bij Posman vormden de directe aanleiding om het toegangsexamen af te leggen voor scheppende muziek, compositie. Eerst volgde hij compositie bij Posman, later rondde hij zijn masteropleiding af bij Daan Janssens.

Momenteel geeft De Naegel notenleer in de academie van Jette en muziekgeschiedenis in de Hoofdstedelijke Kunstacademie Brussel. Als componist/muzikant is hij thuis in verschillende werelden: van compositie-opdrachten voor onder meer Nemø Ensemble, Koi Collective en Klarafestival, tot zijn eigen muziekgroepen 30,000 Monkies en Youff. Die laatsten situeren zich binnen de genres noise rock en sludge metal. Het is dan ook geen verrassing dat zijn ‘klassieke’ muziek gretig geïnspireerd is op rock- en metal, en omgekeerd.

 

Werkbespreking

Bij het bespreken van de muziek van Michiel De Naegel komt al snel zijn alter ego naar voren: Joeri Chipsvingers. Diens ontstaan situeert zich in het kader van zijn afstudeerproject, wanneer hij de eerste single Het Superrrthema creëert van het later verschenen album De Avonturen van Joeri Chipsvingers. Het is een totaalconcept: agressieve circusmuziek à la Louis Andriessen, een podium gevuld met objecten waaronder een bliksemgeel tentje, een chipszak, een guillotine, en nog veel meer. Door dat alles huppelt Joeri (Michiel De Naegel) rond op het podium in een bonte kinderpyjama en met oranje ‘bloempothaar’, meebrullend op de orkestmuziek die door de speakers knalt. Het is een intrigerend figuur, dat staat vast. “Er zit van alles in: 3.000 emoties tegelijkertijd en die gaan alle kanten uit. Dat is de insteek,” zegt De Naegel.

Heb je stilaan een beeld van de setting? Goed, want Joeri verschijnt niet heel vaak op de bühne. Er zijn dan ook niet veel podia die hun programmatie vullen met de Joeri’s van het artistieke veld. Hij is dan ook een unicum, schipperend tussen de werelden van performance en klassieke muziek. De Naegel schrijft zich beslist niet in op een bestaande traditie. Hij wil zich doelbewust losrukken van de bestaande kaders, en ongeremd zijn eigen esthetiek injecteren die breekt met het keurslijf. Dat kan het best in de vorm van een alter ego; een cartoonesk oranje-harig figuur vervult die taak uitstekend. Zo ontstond Joeri Chipsvingers, mede onder invloed van de Amerikaanse rapper Kool Keith die onder verschillende alter ego’s (tot een vijftigtal!) muziek publiceerde. Maar waarom hij specifiek voor die beeldtaal kiest: blitse kleuren, een chipszak als aartsvijand, en een infantiele protagonist, is geen strategische keuze: “dat is toevallig!”, de naam ‘Joeri Chipsvingers’ “schoot gewoon te binnen.”

Doorheen de tracks van De Avonturen van Joeri Chipsvingers zijn er globaal twee esthetieken die elkaar blokmatig afwisselen. Enerzijds klinkt een pulserende muziek met ritme als leidende parameter. Die is straight to the point: de instrumenten zijn percussief benaderd, verticaal georiënteerd en vaak unisono. Het toonmateriaal ondersteunt die directe zeggingskracht, we bevinden ons in een atonale context met veel octaaf-intervallen, drieklanken in juxtapositie (vaak met een overmatige kwint of een verminderde terts) en redelijk wat halve toon-bewegingen. Dissonantie primeert, en maakt de al agressieve stijl nog prangender. De Naegel vertrekt steeds van relatief weinig toonmateriaal dat hij doorheen de compositie varieert. Die variaties laten zich voornamelijk ritmisch kennen door middel van onverwachte maatwisselingen die elkaar in snel tempo afwisselen en alternerende klemtonen. Het Superrrthema geeft de stijl mooi weer.

De combinatie van het ‘blokmatig componeren’ met ‘ritmiek als drijvende parameter’ doet onmiddellijk denken aan Igor Stravinsky. Maar treffender is de esthetiek van Louis Andriessen, wiens grote voorbeeld dan ook Stravinsky was. Vergelijkbaar met De Naegel schrijft Andriessen in een minimalistisch ritmisch idioom met brutale zeggingskracht: een urgente retoriek die recht voor de raap is. Geen misplaatste vergelijking, geeft De Naegel toe, maar het is voornamelijk Willem Breuker die hem inspireerde. Dat treft, want Breuker is een voormalig lid van De Volharding, het ensemble van Andriessen. Ouverture “De Vuyle Walsch”, het eerste nummer van Breukers album In Holland, is een directe aanleiding geweest voor de muziek van Joeri Chipsvingers: “het klinkt als heel hysterische brass band, circusmuziek op steroïden”, beschrijft hij. Maar vooral de invloeden van noise rock en sludge metal zijn veelzeggend in deze esthetiek waarin expressieve en korte boodschappen vooraan staan. In dat opzicht is ook Fausto Romitelli te vermelden: “daar zit ook die urgentie, gedwongenheid in.”

De muziekwereld die daar tegenover staat is filmisch, verhalend en atmosferisch. Ter illustratie richten we ons naar de intro van Spitante Raveteef, het laatste nummer van het album. Een ideaal klanktapijt voor een scène in een oldskool thriller: stuurloos en onheilspellend. De pianopartij zet in met een tweeklank, met onvoorspelbaar tempo op een lege achtergrond. Gaandeweg klinken ook andere instrumenten, maar steeds met onbeduidend materiaal: een dissonant motief in de trompetpartij, klepperende tremoli in de blazers, een dissonante glissando in de vioolpartij… Hoe langer hoe meer verschijnen er verschillende motieven in juxtapositie op de scène, maar blijft de muziek in dubio en de luisteraar in onzekerheid.

De muziek van Joeri Chipsvingers is uniek en opvallend, zeker op het terrein van klassieke muziek. In het kader van hun residentie in Queens, een Brusselse kunstgalerij, stelde Koi Ensemble hem een schrijfopdracht voor, maar daar ging Michiel De Naegel niet op in: Joeri bewandelt zijn eigen artistieke pad. Als alternatief leverde De Naegel werk onder eigen naam. Het vlees is zwak sluit stilistisch aan bij de muziek van De Avonturen. Ook hier primeert een voortstuwende, doorgecomponeerde puls, een rauwe en expressieve zeggingskracht: “Ik gebruikte de opdracht als een manier om een aantal dingen uit mijn systeem te krijgen.” Dat uit zich op verschillende wijzen in de muziek, en ook woordelijk: in maat 49 schrijft hij bijvoorbeeld ‘growl’ in de partituur.

Een ander werk van De Naegel is Maloesgepopel, geschreven voor Nemø Ensemble in het kader van het Gentse festival Voorwaarts Maart/En avant Mars. De Naegel laat zich door drie hoofdzakelijke ingrediënten inspireren: een piepschuimcello, elektronica en live samples. Voor dat laatste ontleent hij materiaal van de CD uit 1997 Appelman – Appelplan van Kom op tegen Kanker. Die elementen mengt hij met zijn typerende stijl. Het resultaat is een “ludieke combinatie van appeltechno, piepschuimcello, distortion en reverb.” De componist heeft met Maloesgepopel, zo zegt hij, een soort van ‘appelcultus’ of ‘fruitsekte’ voor ogen. De onschuld van ‘het appeltje’ wordt in het leven geroepen “maar dan op sjamanistische wijze”. Dat was althans de opdracht voor zangeres Esther Rispens die met de partij aan de slag gaat: “kom erbij en waag je kans, doe de appeldans. Appeltje, appeltje, njam. Pruimen. De appel, appelman hij komt eraan. Een genot voor iedereen.” Een gewaagde vraag voor de musici, maar misschien niet voor het Nemø Ensemble dat zelf experimenteert met de performance-zijde van het musiceren.

De compositie Eurekaantjes Miljoenen werpt weer een ander licht op het werk van De Naegel. In 2023 geeft Klarafestival de opdracht om een nieuw werk te componeren voor het Woodwork Quintet tijdens een residentie in een rusthuis te Evere. Dat laatste mag je letterlijk nemen: De Naegel krijgt een kamer in het rusthuis en volgt een week lang het ritme van de bewoners. De titel is een verwijzing naar het boek Harlekijntjes miljoenen van Bohumil Hrabal. Aan het woord is zijn moeder die het verhaal van haar leven in een bejaardentehuis vertelt. Dat boek was hij “toevallig aan het lezen toen [hij] de opdracht kreeg.” De setting is allerminst ongewoon; senioren zijn niet zijn gebruikelijke publiek. Daar houdt hij rekening mee tijdens het compositieproces. Hij schrijft minder intuïtief en componeert op basis van een reeks die hij doorheen de compositie varieert. Het reeksprincipe dient hoofdzakelijk als vertrekpunt en wordt niet strikt doorgevoerd.

Het werk bestaat uit drie delen met een langzame tweede beweging. We zoomen even in op dat trage deel, want daar componeert hij beduidend anders. Concreet schuift het ritmisch idioom naar de achtergrond en maakt het plaats voor een lineair denken met aandacht voor harmonieuze rustpunten: lang aangehouden noten in de verschillende stemmen creëren momentane wolken van klank. Elke partij beweegt afzonderlijk in de melodie, waardoor de wolk steeds minimaal verandert. Het doet denken aan een spectralistisch register. Dat is geen lukrake referentie, wetende dat componisten als Daan Janssens en Filip Rathé niet veraf waren tijdens De Naegels vorming.

Michiel De Naegel heeft nog een aantal dromen voor de toekomst, en dan voornamelijk voor zijn alter ego Joeri Chipsvingers. Hij spitst zich toe op een diepere theatrale uitwerking van het personage met hulp van regisseurs en acteurs in het kader van zijn residentie bij B-Classic. Die uitdieping wordt het vertrekpunt van een nieuw album dat hij bovendien met een live ensemble wil uitvoeren. Er staan grote dromen voor Joeri op de planning: hij wordt zo “de frontman van zijn eigen punk-orkest.”

Werkenlijst

Joeri Chipsvingers

De Avonturen van Joeri Chipsvingers (2020) voor twee fluiten (piccolo), klarinet, basklarinet, fagot, trompet, trombone, percussie, piano, viool, altviool en contrabas.

  1. Intro | Zenuwachtige Trillingen
  2. Het Joeri Chipsvingers Superrrthema
  3. Labiel Trutje
  4. Tussenstukje Eén | Opschudding in de Pickles Groeve
  5. Joeri Chipsvingers en Het Paprika Pact
  6. Joeri Chipsvingers en het Lays Lament
  7. Tussenstukje Twee | Hoop in de Toekomst
  8. Spitante Raveteef

Michiel De Naegel

Koffiekramp x Gruiskak (2016) voor vierhandig piano

Kijk ni zo na mij! (2016) voor percussie (in opdracht van En Avant Mars: Jonathan Bony)

Pizza met kip en ananas, verkeerde levering (2017) voor fluit, klarinet, piano, viool en cello (in opdracht van The New What Now: ensemble deCompagnie)
Maloesgepopel (2018) voor fluit, percussie, piano, stem, cello en elektronica (in opdracht van En Avant Mars: Nemø Ensemble)

Soundtrack Fossil (2020) (in opdracht van Anton Cla)
Soundtrack Old Born (2020) (in opdracht van Jordan De Deken)
Nonkel Danny drink te veel (2020) voor elektrisch gitaarkwartet (in opdracht van The New What Now: Zwerm)

Eurekaantjes miljoenen (2023) voor hobo, klarinet, altsax, basklarinet en fagot  (in opdracht van Klarafestival: Woodwork Quintet)

Het vlees is zwak (2023) voor sopraansax, altsax en piano (in opdracht van Koi Collective)

 

© MATRIX
Tekst van Jenske Vanhaelemeersch (gebaseerd op een interview met Michiel De Naegel)

Laatste aanpassingen: 2024