BLOCKEEL Dirk (1955)
Dirk Blockeel werd geboren in 1955 in Roeselare. In het Roeselaarse Colliemando-koor kwam hij als jongeling voor het eerst in contact met klassieke muziek, waarna lessen fluit en orgel aan de muziekacademie volgden. Na regentaatstudies talen (Nederlands, Engels en Duits) aan de Normaalschool in Torhout, volgde hij lessen aan het Lemmensinstituut in Leuven en het Koninklijk Muziekconservatorium in Gent. Daar waren onder meer Dirk Brossé en Lucien Posman zijn studiegenoten en behaalde Blockeel eerste prijzen notenleer, praktische en geschreven harmonie, fuga, contrapunt, orgel, klavecimbel en muziekgeschiedenis. In 1994 behaalde hij de tweede prijs compositie bij zijn leraar Roland Coryn.
Tussen 1983 en 1990 doceerde Blockeel harmonie en contrapuntische analyse aan het Conservatorium van Gent. Verder werkt Dirk Blockeel als begeleider en als leraar orgel, klavecimbel, samenspel en begeleidingspraktijk aan de academies van Izegem en Harelbeke. Hij geeft ook voordrachten over de cantates van J.S. Bach. Deze intense Bachstudie laat ook zijn sporen na in zijn composities. Blockeel springt op een creatieve manier om met de relatie tussen tekst en muziek, en daagt vormstructuren uit. Hij houdt er ook van om bij bestaande stukken van Bach een extra stem toe te voegen.
Naast zijn liefde voor muziek blijft Blockeel ook intens met taal en literatuur bezig. Zo schrijft hij onder het pseudoniem Jacob Baert literair-kritische en beschouwende teksten die voornamelijk in het tijdschrift Ambrozijn verschijnen, een driemaandelijks artistiek tijdschrift. Daarnaast schreef hij ook artikels voor het maandblad Kunst & Cultuur, een uitgave van het Paleis voor Schone Kunsten. Voor Blockeel vloeien schrijven, lezen en componeren samen. In 2010 verscheen zijn eerste dichtbundel Blauw Verklaarde Lichtmuziek.
Als uitvoerend musicus speelt Blockeel het liefst samen met bevriende muzikanten en brengt hij barokmuziek samen met hedendaagse werken. Sinds november 1992 is hij organist van de Sint-Maartenskerk in Kortrijk, waar hij ook kamermuziekconcerten organiseert.
Dirk Blockeel schreef een indrukwekkend groot aantal composities bij elkaar, waaronder veel Bach-bewerkingen en vocale werken. Hij componeert vaak op teksten van bevriende dichters, met het oog op concrete uitvoeringen.
Werkbespreking
In het oeuvre van Dirk Blockeel valt naast de muziek voor instrumentale ensembles en composities voor orgel en piano vooral het hoge aantal liederen op. Bij het schrijven van zijn composities laat hij zich vaak inspireren door bevriende dichters zoals Roger Verkarre en Mark Meekers. Naast deze liefde voor poëzie vormen ook de actualiteit en de romankunst een inspiratiebron. Dodici pezzi commemorativi dal libro “Se questo è un uomo” di Primo Levi (1991-1993), voor twaalf saxofoons en sopraan, is bijvoorbeeld een stuk geënt op het boek van Primo Levi. Blockeel heeft er de passages uitgehaald die hem het meeste aangrepen zowel qua taal als inhoud. Hexacruces: six imitations in commemoration of six murdered jesuits (1990) voor hobo en klarinet heeft hij gecomponeerd naar aanleiding van de moord op zes jezuïeten in Latijns-Amerika in 1990. De compositie is gebaseerd op het getal zes. Het zijn zes canons die zijn opgedragen aan de vermoorde jezuïeten.
Het liefst voert Dirk Blockeel zijn werken zelf uit samen met vrienden bij specifieke gelegenheden. Als gevolg daarvan wordt de bezetting soms aangepast aan de mensen en de instrumenten die op dat moment voorhanden zijn. Over het algemeen is de bezetting van zijn composities eerder klassiek en traditioneel. Zo zijn de meeste ensemblestukken bijvoorbeeld gecomponeerd voor een bezetting van verschillende blaasinstrumenten met orgel of klavecimbel. Bepaalde composities springen eerder in het oog wat hun bezetting betreft. Ein Ring für Rainer Maria Rilke (1994) kan als voorbeeld aangehaald worden. Het zijn twaalf liederen voor hobo, cello en slagwerk. Vooral het gebruik van slagwerk valt hier op. Blockeel schrijft namelijk zelden voor percussie. Ook het eerder vermeldde stuk Dodici pezzi commemorativi… voor twaalf saxofoons behoort tot die uitzonderingen. Verder maakt hij zelden of geen gebruik van experimentele speeltechnieken.
Dirk Blockeel is naar eigen zeggen niet het prototype van een moderne componist. Zijn grote affiniteit met het verleden, de kerkmuziek en het spirituele hebben ervoor gezorgd dat hij zich afzondert van de verschillende stromingen in de hedendaagse 21ste-eeuwse klassieke muziek. Zijn werken zijn vanuit een vrij modale of tonale invalshoek geconcipieerd en zijn gecomponeerd met ‘oude’ werkwijzen. Deze voorkeur voor een traditionele muziektaal verraadt een postmoderne houding. Alhoewel de West-Vlaamse componist onder de categorie “spiritueel georiënteerde makers” opgenomen werd in De kleine pomo (1994), de muziekgeschiedenis van het postmodernisme volgens Boudewijn Buckinx, krijgt Blockeel zelf liever geen etiket opgeplakt.
Blockeels grote inspiratiebron en leermeester is Johann Sebastian Bach. Deze voorliefde heeft ongetwijfeld te maken met zijn opleiding als organist en klavecinist. Via zijn orgelleerkracht Chris Dubois, kwam Blockeel ook in contact met de muziek van kerkelijke componisten uit de 20ste eeuw, zoals Flor Peeters, Hermann Schroeder en Josef Friedrich Doppelbauer. Maar ook in de muziek van de middeleeuwen en de renaissance voelt Blockeel zich thuis.
Bepaalde composities van Dirk Blockeel zijn bewerkingen van composities van Bach. Hij voegt er stemmen aan toe of transcribeert ze naar een andere bezetting. Contrapunctus XIII (Canon alla duodecima in contrapunto alla quinta) is daar een voorbeeld van. Het is een bewerking voor twee klavecimbels van BWV 1080 uit Die Kunst der Fuge. Daarbij wordt de eerste stem uit het vierstemmige contrapunt door de eerste klavecimbel gespeeld samen met een toegevoegde stem. De tweede stem en een andere toegevoegde stem is voor een tweede klavecimbel. Andere voorbeelden zijn een bewerking van BWV 1004 (Partita in dvoor viool solo) voor klavecimbel en arrangementen van driestemmige interventies voor hobotrio en strijkkwartet.
Naast een aantal bewerkingen van Bach-composities, behoort ook een bewerking van veertien Bartókduo’s tot Blockeels uitgebreide oeuvre. Hatvan évvel késöbb (“zestig jaar later”), een stuk uit 1931, heeft hij in 1991 bewerkt voor viool en klavecimbel.
Ook in originele composities laat Blockeel zich door J.S. Bach leiden. De Sint-Maartenscantate (1997) vertoont gelijkenissen met de opbouw van een Bach-cantate. Ze bestaat uit drie delen, die op hun beurt opnieuw onderverdeeld zijn in recitatieven, lyrische aria’s en eerder plechtige homofone koorgedeeltes. Vooral het derde deel is opmerkelijk. Het begint met een ouverture die refereert naar de Franse ouverture door het frequente gebruik van gepunte ritmes. Ook Bach verwerkte elementen uit de Franse ouverture in zijn cantates. Over het algemeen kan gesteld worden dat dit derde deel voornamelijk bestaat uit een opeenvolging van solo- en tuttigedeeltes, ingeleid door een instrumentale ouverture en afgesloten met een slotkoor. Net zoals bij Bach maakt de componist gebruik van variatie in zijn bezetting.
Een belangrijk gegeven in de vocale muziek van Dirk Blockeel is de relatie tussen tekst en muziek. De betekenis van de woorden is van groot belang voor Blockeel, hij zal dan ook altijd de gegeven tekst muzikaal tot uitdrukking brengen. In die zin noemt Blockeel zichzelf “een trouwe aanhanger van de school van Schülz die woorden in muziek vertaalde, en van de ‘Figurenlehre’ en de retoriek uit de barok.” (Ambrozijn, 2018). Blockeel gebruikt onder andere technieken die de Vlaamse polyfonisten reeds toepasten in hun vocale muziek. Zo plaatst hij bijvoorbeeld rusten voor en na bepaalde woorden die benadrukt moeten worden, gebruikt hij stijgende of dalende melodielijnen wanneer een woord een beweging in die aard wil uitdrukken en maakt hij eveneens gebruik van grote melodische sprongen om bepaalde woorden meer in de verf te zetten. Ook op vormelijk vlak laat Blockeel zich door de tekst leiden. Eén woord kan soms bepalend zijn voor de gekozen vorm. Een plotse wending in een gedicht laat zich bijvoorbeeld vertalen in een andere toonsfeer, klankkleur of textuur (van polyfoon naar homofoon).
Terug naar de bron (1997) is een compositie die bestaat uit 4 geestelijke liederen voor sopraan, viool en orgel naar gedichten van Mark Meekers. Het eerste lied “Da Capo” heeft geen maatcijfer. Er staan wel degelijk maatstrepen, maar die zijn louter om structurele redenen aangebracht. De metrische inhoud van de maten wisselt voortdurend af. Blockeel neemt de tekst als uitgangspunt om een beeldende muzikale taal te creëren. Hij maakt veel gebruik van chromatische wendingen en grote sprongen in de melodie. Men kan hier moeilijk spreken van een zuiver lyrische stemvoering. De viool- en orgelpartij hebben een zelfstandige rol en hebben dus niet louter een begeleidende functie. Het ritmisch verloop van deze partijen gaat over het algemeen trager dan de zangpartij. Ook worden maar zelden motieven uit de sopraanpartij overgenomen. Het tweede lied, “Vermist”, daarentegen heeft wel een maatcijfer. Het is genoteerd in een 8/8ste maat die verder onderverdeeld moet worden in 3/8 + 2/8 + 3/8. De sopraanpartij heeft een vloeiende melodische lijn en er is zo goed als geen sprake van chromatische of in het oor springende melodische wendingen. Het tweede lied contrasteert in dit opzicht met het eerste lied. Het orgel zet in met een motief dat een maat later overgenomen wordt door de viool maar dan op de kwint. Dit doet denken aan de fuga’s van het Wohltemperierte Klavier van J.S. Bach. Het is een motiefje van twee maten dat verder nog terugkeert in inversie. Waar de sopraanpartij in de tekst het woord echo laat vallen, wordt daar gretig op ingespeeld in de viool- en orgelpartij. Ze blijven het dalende tertsmotief waarop het woord echo is getoonzet de volgende maat herhalen terwijl ze daarenboven vertragen. Ook dit is een mooie illustratie van de verhouding tussen tekst en muziek. De twee overige liederen “Gebrandschilderd” en “Terug naar de bron” maken eveneens gebruik van dergelijke technieken en zijn een passende illustratie van een van de belangrijkste kenmerken in het vocale werk van Dirk Blockeel.
In de cyclus Stufen voor tenor, hobotrio en fagot uit 2017 bepaalde het gelijknamige gedicht uit 1943 van Hermann Hesse de vorm van de muziek. In zijn gedicht beschrijft Hesse de verschillende levensfases, waaraan we ons niet te veel mogen hechten, aangezien alles slechts van korte duur is. Deze gedachte van Hesse bracht Blockeel tot de volgende vormkeuze: het gedicht werd als lied tussen de korte, contasterende dansvormen van een Franse instrumentale suite ingebed (allemande, courante, sarabande en gigue). Ook in dit werk speelt muzikale retoriek een belangrijke rol. Het woord ‘”ewig” kreeg een vertraging in ritme en langaangehouden noten in de tenor mee. De wereldgeest, die ons “Stuf’ um Stufe” moet verheffen, wordt verklankt door stijgende toonladders, terwijl chromatiek voor verval en verdriet staat. Verder speelt de getallensymboliek ook een belangrijke rol in dit werk.
In zijn componeren legt Dirk Blockeel zichzelf soms strenge beperkingen op. Aan snaren opgehangen kruisweg voor strijkkwartet (1993) is uit slechts zeven noten opgebouwd. Deze strenge regels, die Blockeel ook terug vindt in de poëzie (denk aan het sonnet of de haiku), laten hem naar eigen zeggen toe om door veel te schrappen en te schiften “een soort essentie aan te boren.” (Ambrozijn, 2018)
Werklijst
Ensemble: Hexacruces: six imitations in commemoration of six murdered Jesuits voor hobo en klarinet (1990); Aan snaren opgehangen kruisweg voor strijkkwartet (1993); Ein Ring für Rainer Maria Rilke voor hobo, cello en slagwerk (1994); Contrapunctus XIII voor 2 klavecimbels (1997-98); Subida al monte Carmelo voor twee violen (1998); Sonata per oboe e pianoforte (2001); Sprawl Shake Shalom voor fluit, hobo, klarinet, tenortrombone, harp, piano en slagwerk (2001); Orphean Flood voor blokfluit en gitaar (2004); Zestig maal zestig voor viool en piano (2004); Achtsaitiges Stundenbuch voor twee cello’s (2007); Drei canonische Veränderungen voor hobotrio (2014)
Vocaal: Dodici pezzi commemorativi dal libro “Se questo è un uomo” di Primo Levi voor 12 saxofoons en sopraan (1991-’93); Der Lieder voor sopraan en klavecimbel (1994); Tonen in de tijd gelegd (1997); Tre ninna nanne su nascita, amore e morte (1997); Terug naar de bron (1997); Sint-Maartenscantate (1997); Brunnen, fliessend für und für (1998); In de noten gewassen voor sopraan, altviool en klavecimbel (1998); Zeven landschappen met hoed voor sopraan, altviool en klavecimbel (1998); Kleine dingen in klanken (2000); Grensgeval (2001); De broeders kreeft bezongen (2001), Three relations voor trompet, hoorn, trombone, bariton en orgel (2001); ; Herbst (2003); Verlies van lucht voor het licht (2004); Vier zingzoenen voor Jozef (2004); Tonen uit aarde van Toon (2005); Canto di San Francesco voor driestemmig koor (2009); Tafel voor twaalf (2013); Stufen (2017)
Orgelmuziek: Vijf bezweringen (1988); Een orgel van papier (1997); Vier oprecht gemene stukken (1998), Gebrandschilderd bontpunt Bach: hommage voor orgel; Orgelsonate: in omaggio a Joseph Haydn (2010)
Een meer uitgebreide werklijst vindt u hier.
Bibliografie
– B. BUCKINX, De kleine pomo of De muziekgeschiedenis van postmodernisme, Peer, 1994
– B. CRABBE, “Iedere dichter probeert het leven te verklaren,” art. in De Standaard, 29 januari 2010
– S. DE RIJCKE, “Dirk Blockeel – Reikhalzend naar de grote B,” interview met Dirk Blockeel in Artistiek Tijdschrift Ambrozijn, 35/4, 2018
– P. PHILIPSEN, “Blockeel Dirk: ein Ring für Rainer Maria Rilke (1994),” in Flemish Chamber Music since 1950, uitg. dr. M. DELAERE en R. DIEPENDAELE, Leuven, 2011
– F. ROQUET, Lexicon Vlaamse componisten geboren na 1800, Roeselare, 2007, p. 56
Een lijst met artikels en publicaties waarvan Dirk Blockeel auteur is, vindt u hier.
Discografie
– Ein Ring für Rainer Maria Rilke, CONTEMPORARY MUSIC IN FLANDERS VII, Matrix 2011/01
– Stilte voor de storm, FINGERPRINTS – SIGNATUREN VAN COMPONEREND VLAANDEREN, FMC 2010/02
Uitgever
Links
Meer informatie op clemens500.be
Meer informatie op composers21.com
Uitgebreide werklijst
©MATRIX
Teksten van Vanessa Braekeveld, Anna Vermeulen
Laatste aanpassingen: 2018
© foto: Luc Dewaele
Grote Noordstraat 18, 8830 Hooglede
(051) 228634
Cd's in MATRIX
Partituren in MATRIX
INTERVIEW door Simon De Rijcke