Eén noot als bouwsteen voor een volledige compositie. Eén noot die gekneed, gekleurd en gecombineerd wordt. Eén noot met oneindig veel mogelijkheden. In deze werkvorm haalt Dries Tack het maximale uit een minimum aan materiaal.
AAN DE SLAG
- Vertrek van een thema: een kleur, een gevoel, iets concreets,…
- Kies, ieder individueel, één noot uit op je instrument.
- Zoek elk minstens drie verschillende manieren om deze noot vorm te geven. Je kan bijvoorbeeld spelen met variaties in toonhoogte (kwarttonen, vibrato, zoeken naar ‘beatings’…), ritmische patronen, extended techniques, dynamiek, articulatie, het spectrum van een noot,…
- Stel voor aan elkaar, probeer samen uit en onderzoek wat je kan combineren.
- Stel met dit materiaal een aantal blokken samen van ongeveer 30 seconden die duidelijk van elkaar verschillen (luid, zacht, traag, snel, ritmisch,…)
- Onderzoek hoe je deze blokken samen sterker kan maken. Hoe breng je de sfeer van het thema best naar voren?
- Nummer de blokken.
- Duid een dirigent aan die de nummers toont en laat de muzikanten erop reageren.
MEER MOGELIJKHEDEN
- Leg in groep een structuur vast: Wat is een goede volgorde? Waar leggen we de hoogtepunten van het stuk, waar de rustpunten? Wat is een goed begin/einde? Hoe kunnen we de overgangen tussen de verschillende delen beter maken?
- Maak een partituur, grafisch of uitgeschreven, afhankelijk van de compositie en van het comfort van de uitvoerders.
- Werk zonder dirigent en leg vast wie in de groep op welk moment welke rol opneemt.
Dries Tack geeft les in de academies van Grimbergen en Vilvoorde. Deze werkvorm gebruikt hij in het vak HEKLA (hedendaags klassiek), wat het midden houdt tussen GM en MCV voor de derde en optioneel vierde graad / specialisatie.
Volg ons op sociale media ...
