GROSLOT Robert (1951)

Robert Groslot (Mechelen, 1951) begon zijn muzikale carrière als pianist. Na zijn studie aan het conservatorium van Antwerpen, liet hij zich gelden op twee belangrijke wedstrijden: in 1974 won hij de Alessandro Casagrande Competition en in 1978 werd hij laureaat op de Koningin Elisabethwedstrijd. Dit palmares zorgde ervoor dat Groslot regelmatig uitgenodigd werd om te concerteren in het buitenland. Op die concertreizen trad hij niet alleen op als solist, maar ook als kamermusicus. Groslots pianistieke optredens zijn vastgelegd op heel wat opnames: hij trad regelmatig op voor radio en televisie en maakte meer dan 100 cd’s. Van meet af aan bekommerde Groslot zich om de overdracht van zijn kennis en vaardigheden. Zo is hij sinds het begin van zijn carrière verbonden aan het conservatorium van Antwerpen. Verder doceerde hij ook aan het Lemmensinstituut en aan het conservatorium van Utrecht. In zijn pedagogische loopbaan legde hij eigen accenten. Zo richtte hij aan het Lemmensinstituut een ensemble voor hedendaagse muziek op en verplichtte hij gedurende zijn mandaat als artistiek directeur aan het conservatorium van Antwerpen (1995-2002) de orkestklas aan alle studenten.

Behalve pianist en pianodocent is Groslot ook dirigent. Hij werkte samen met heel wat gerenommeerde orkesten (zoals het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het London Symphony Orchestra, het Ulster National Orchestra, het Nationaal Orkest van België, het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen, het Gelders Orkest en het Noord Nederland Orkest), met topsolisten uit het klassieke circuit (zoals Jan Michiels, Daniel Blumenthal en Wayne Marshall) en met popartiesten (zoals Joe Cocker, James Brown en Sting). Ook richtte Groslot een eigen orkest op: Il Novecento. Dit orkest geniet grote bekendheid als vast orkest bij het jaarlijkse evenement ‘The Night of the Proms’.

Daarnaast is Groslot ook componist. Zijn optreden als componist en als dirigent staan in een wisselwerking: de ervaring als dirigent is volgens Groslot van wezenlijk belang bij het componeren. Hij is er van overtuigd dat een dirigent zich de muziek op een heel bijzonder manier eigen moet maken opdat hij het orkest op de gepaste wijze doorheen de muziek kan leiden. Zo geeft het maken van een dergelijke diepteanalyse bij het dirigeren Groslot dus inzichten die hij ook bij het componeren kan aanwenden.

 

Werkbespreking

Groslots compositorisch oeuvre bevat zowel orkestwerken als solo- en kamermuziekwerken. De eigenheid van Groslots composities is te vinden in de beheersing van de orkestrale textuur, de typerende omgang met klankkleur, de ritmisch uitdagende stijl en de verruimde tonaliteit. Groslot verwerpt de tonaliteit dus niet: hij werkt met meerdere tonale centra of met twaalftoonsreeksen die hij op een tonale manier ontwikkelt. Het behoudt van de tonaliteit wortelt in Groslots overtuiging  dat tonaliteit op een bepaalde manier verbonden is met de menselijke natuur. Die overtuiging zorgt ervoor dat zijn compositorische stijl toegankelijk blijft. Ook het luisterplezier van het publiek is voor Groslots een belangrijk uitgangspunt bij het componeren.

Een van Groslots eerste composities voor orkest is Eyes. Dit vroege orkestwerk is bijzonder interessant vanuit twee optieken. Enerzijds omdat het de kiemen in zich draagt van elementen die Groslots latere stijl karakteriseren,  anderzijds omdat het ook de compositorische paden toont die Groslots toch niet verder heeft betreden. Eyes is een seriële compositie met een sterk formalistische opbouw. Het werk bestaat uit twaalf delen. Elk deel wordt gekenmerkt door nieuw materiaal dat qua sfeer en qua ritme sterk verschilt van al het vorige, maar stelt ook het materiaal van de vorige delen gevarieerd voor. Een dergelijke rigide logica past Groslot in latere werken niet meer toe. Een idee dat wel behouden blijft is de ritmische profilering van verschillende secties. Een ander idee dat van belang is voor Groslots latere composities is de tonaliteit. Hoewel Eyes globaal gezien een seriële compositie is,  zijn bepaalde passages ook tonaal te duiden. In zijn latere werken zal Groslot zich die verruimde tonaliteit meer eigen maken.

Groslots verdere orkestwerken zijn voor het merendeel concerto’s . Tussen 2009 en 2013 schreef Groslot zestien concerto’s voor uiteenlopende solistische instrumenten: fluit, viool, piano, cello, saxofoon, piccolo, euphonium, gitaar, harp, altviool, marimba/vibrafoon, hobo, trompet, Engelse hoorn, contrabas en orgel. Deze concerto’s zijn zeker niet bedoeld om na elkaar uitgevoerd of beluisterd te worden, maar vormen toch één geheel doordat ze dezelfde karakteristieken op de voorgrond brengen. Zo is de solopartij in elke concerto zeer virtuoos, maar wel realiseerbaar: het speelplezier blijft een vereiste. Ook de vorm van ieder concerto is dezelfde: ééndelig doorgecomponeerd. Deze vorm – die Groslot voor het eerst aanwende in het  symfonisch werk The Great Globe – is geïnspireerd door Frans Liszt en laat toe een uitgebreide spanningsboog te creëren over een langere tijdspanne: in de plaats van een louter aaneenschakeling van compositie-eenheden, is een doorgecomponeerde vorm een ware constructie met een doordachte opbouw.

Groslots kamermuziekwerken en werken voor solo-instrumenten combineren vaak twee tegenstrijdige karakteristieken met elkaar. Enerzijds neemt virtuositeit een centrale plaats in. Toch wordt die virtuositeit niet alleen nagestreefd omwille van zichzelf. Ook in werken als Sonate voor Cello, Il Silenzio svelato, Colori di Autunno en HCE die in hun totaliteit rond virtuositeit draaien, dragen de hoge technische eisen die aan de uitvoerder gesteld worden bij tot een bijzondere sfeerschepping. Anderzijds toont Groslot hoe hij met een minimum aan middelen ook bijzonder emotioneel geladen klankconstructies weet te bouwen. Soberheid , suggestiviteit en eenvoud zijn in een compositie als Linee incantevoli en Reflections on ‘The Waste land’  sleutelbegrippen . Niet zelden hebben Groslots composities een buitenmuzikale inspiratie. Zo zijn poëzie (van ondermeer Joyce en Verlaine) en de natuur (zonsondergangen, landschappen, …) terugkerende thema’s waarop composities geënt zijn.  Doorheen dit confronteren van virtuositeit met soberheid en de buitenmuzikale associaties, creëert Groslot een heel eigen muzikale taal. Die taal toont zeker de invloed van enkele boegbeelden uit de muziekgeschiedenis. Zo doet de manier waarop Groslot een quasi banaal muzikaal gegeven tot een thema kan maken aan Mahler denken. De ritmische drive die veel composities kenmerken, voelt dan weer Bartok-achtig aan. Verder verwijzen Tristanakkoorden in de harmonie naar Wagner, maar wordt ook veelvuldig het register van de jazzharmonieën bespeeld. Het samenbundelen van al deze elementen resulteert in een nieuwe, herkenbare en toegankelijke taal.

Groslot maakte ook heel wat transcripties. Hij herwerkte solo- en kamermuziekwerken van grote meesters tot orkestwerken, maar herschreef ook orkest- en solowerken naar composities voor bijzondere ensembles. De grote meester die het meest vertegenwoordigd is in Groslots transcriptie-activiteit is Domenico Scarlatti. Hij herschreef heel wat van diens klaviersonates voor diverse bezettingen: fluit en harp, gitaar en strijkers, houtblazerskwintet, koperkwintet, kamerorkest en andere ensembles.

 

Werklijst

Orkest: Concerto for Organ and Orchestra (2013), Concerto for Double Bass and Orchestra (2013), Concerto for English Horn and Orchestra (2012), Concerto for Trumpet and Orchestra (2012), Suite for Oboe, Harp and String orchestra (2012), Concerto for Oboe and Orchestra (2012), Concerto for Marimba, Vibes and Orchestra (2012), Concerto for Viola and Orchestra (2012), Concerto for Harp and Orchestra (2011), Concerto for Guitar and Orchestra (2011), Concerto for Trombone and Orchestra  (2011), Concerto for Piccolo and Orchestra (2011), Concerto for Saxophone and Orchestra (2011),  Concerto for Cello and Orchestra (2011), Tre Notturni (2010), Concerto for Piano and Orchestra (2010), Concerto for Violin and Orchestra (2010), HCE for soprano and orchestra (2010), Concerto for Flute and Orchestra  (2009), Si le Monde… (2006), La grande Moustache  A Tango for Symphony Orchestra(2006), L’Odissea d’Orfeo (2002), The Great Globe (1995), Black Venus (1991), Paganini rides again (1989), Achaé, la docile Amie (1985), Nachtblauw (1985),Foto met eenzame Boot (1985), Eyes (1980), Rainfall on Pink City  A Concert Piece for Orchestra (1979)

Ensemble: Concerto for Harp and Ensemble (2014), Concerto for Piano and Wind Instruments (2013), Concerto for Marimba, Vibes and Ensemble (2012), La Gare de Perpignan (2012), Concerto for Piccolo and Ensemble (2012), Reineke de Vos (2011), Six Poems by William Butler Yeats (2011), De Markies van Carabas (2010), Concerto for Flute and Ensemble (2009), Chanson d’Automne (2009), Lovers and Madmen (2008), HCE (2008), Chamber Music (2008), I Giardini della Villa d’Este (1980)

Kamermuziek: Confused Conversations (2014), Reflections on The Waste Land II (2014), Reflections on The Waste Land III (2014), Reflections on The Waste Land IV (2014), Hoquetus, Battaglia and Madrigal (2013), Wagner’s Moon (2013), Parfums éphémères (2013), Albarossa (2013), Painted Curves (2013), Suite for Euphonium and Piano (2013), Labyrinth (2013), De Markies van Carabas Suite (2013), Three Night Pieces (2013), Four Dance Sketches (2012), Four Dance Sketches (2010), Suite for Horn and Piano (2010), Suite for Flute and Piano (2010), Wies Anders Suite II (2010), Wies Anders Suite I (2010), Four Dance Sketches (2009), De Tunnel (2008), Una Processione notturna (2002), I Colli senesi (1994), I Colli senesi (1993), The Graveyard between Art and Knowledge (1991), De Tunnel (1986), De Tunnel (1983), Paganini Rides again (1979)

Solo-instrument: Reflections on The Waste Land I (2014), Three Time Sketches (2013), Statement, Reflection and Conclusion (2013), Sonata for Cello solo (2011), Statement, Reflection and Conclusion (2010), Il Silenzio svelato (2010), Bodede-Moke (2009), for Marie (2009), I Colli senesi (1991), A Kite in the Sky (1986), Morgenrood en Nachtblauw (1985), Foto met eenzame Boot (1981), A Dream for the King of Persia (1979)

Harmonieorkest: Concerto for Marimba, Vibes and Concert Band (2012), Concerto for Euphonium and Concert Band  (2011), Concerto for Piccolo and Concert Band (2011), Concerto for Saxophone and Concert Band (2011), Concerto for Flute and Concert Band (2009), Rainfall on Pink City (2010), Travel Music (2010), Achaé, la docile Amie Variations on a theme by Paganini (2009), La grande Moustache (2009), The Great Globe (2009), Black Venus (2009)

Transcripties:  De Vlaamse Leeuw (Karel Miry) transcription for Orchestra (2012), Album for the Young op.39 (Peter Tchaikovsky) 6 pieces from Album for the Young transcribed for Woodwind Quintet (2012), Four Sonatas for two Guitars and Strings (Domenico Scarlatti) transcription of sonatas  K132 / K113 / K140 / K55 (2011), Variations on “la Stessa, la Stessissima” (Ludwig van Beethoven) transcription for double Woodwind Quintet (2010), The Gottschalk Suite (Louis Moreau Gottschalk) Six piano pieces transcribed for Concert Band (2010), Four Sonatas for Brass Quintet (Domenico Scarlatti) transcription of sonatas K360 / K 525 / K546 / K24 (2010), Four Sonatas for Woodwind Quintet and opt.B.C. (Domenico Scarlatti) transcription of sonatas K26 / K 44/ K14 / K513 (2009), Saltarella (Henryk Wieniawski) orig. for two violins transcribed for Violin solo and Orchestra (2008), Four Sonatas for Oboe, Harp and Strings (Domenico Scarlatti) transcription of sonatas  K162 / K430 / K247 / K37 (2008), Four Sonatas for Flute, Oboe, Cello and Cembalo (Domenico Scarlatti) transcription of sontas K26 / K 44/ K14 / K513 (2006), Sonata for Flute and Piano (Paul Hindemith) transcribed for Flute and Orchestra (1998), Seven songs for Ensemble (Franz Schubert)  Des Baches Wiegenlied, Wohin?, Der Müller und der Bach, Gretchen am Spinnrade, Sei mir gegrüsst!, Liebesbotschaft, Der Leiermann (1993) , The Seasons op. 37a (Peter Tchaikovsky) transcription for Piano and Strings (1992), Album for the Young op.39 (Peter Tchaikovsky) 6 pieces from Album for the Young transcribed for Chamber Orchestra (1992), Danses caractéristiques (Peter Tchaikovsky) Suite for Chamber Orchestra (1992), Four Sonatas for Cembalo and Strings (Domenico Scarlatti) transcription of sonatas K96 / K1 / K27 / K397 (1992), Four Sonatas for two Clarinets and Strings (Domenico Scarlatti) transcription of sonatas  K132 / K113 / K140 / K55, (1990), Antologia prima for Chamber Orchestra (Johann Sebastian Bach) transcription of  BWV 808 / BWV 971 / BWV 807 / BWV 564 (1989), Antologia seconda for Chamber Orchestra (Johann Sebastian Bach) transcription of BWV 874 / BWV 812 / BWV 874 / BWV 542 (1989), Antologia terza for Chamber Orchestra (Johann Sebastian Bach)transcription of BWV 874 / BWV 825 / BWV 825 / BWV 578 (1989), Antologia quarta for Chamber Orchestra (Johann Sebastian Bach) transcription of BWV 807 / BWV 1056 / BWV 1080 / BWV 815 (1989), Antologia quinta for Chamber Orchestra (Johann Sebastian Bach) transcription of BWV 590 / BWV 811 / BWV 831 from J.S. Bach (1989), Sixteen Sonatas for Chamber Orchestra (Domenico Scarlatti)transcription of the following keyboard sonatas: K33/ K551/ K159/ K491/ K9/ K519/ K380/ K141/ K175/ K517/ K64/ K404/ K481/ K470/ K82/ K13 (1988), The Gottschalk Suite (Louis Moreau Gottschalk) Six piano pieces transcribed for Orchestra (1985), Liebestraum (Franz Liszt) transcribed for Piano and Orchestra (1985), Dance Preludes (Witold Lutoslawski) transcribed for Clarinet solo and Clarinet Choir (1985)

 

Discografie

– DE MARKIES VAN CARABAS (I Solisti del Vento o.l.v. Francis Pollet, Warre Borgmans / Muziek: Robert Groslot, Tekst: Herman Mariën), I Solisti Records, 2013.
– Arco Baleno plays Robert Groslot. (Robert Groslot, Arco Baleno, Peter Verhouen, Diane Verdoodt), Codaex, sd.
– BLACK VENUS – THE GREAT GLOBE. (Robert Groslot, Il Novecento), Vanguard Classics, 1996.
– ROBERT GROSLOT CONDUCTS HIS CONCERTOS. (Robert Groslot, Steven Mead, Norbert Nozy, Peter Verhoyen, Carlo Willems, Vlad Weverberg, The Royal Symphonic Band of the Belgian Guides), Groslot Music Editions, s.d.

 

Uitgever

Groslot Music Editions

 

 

© MATRIX
Teksten van Marie Moonen
Laatste aanpassingen: 2014