#7 lente 2023

Schrijf je hier in op de spOren-nieuwsbrief! Of neem contact op als je vragen of suggesties hebt over de inhoud.

What's that Sound?

Jasper Vanpaemel

In deze vaste rubriek van spOren nodigen we uit je oren te openen en even de tijd te nemen om te luisteren. Wat hoor je? Welke sensaties neem je waar? Klik vervolgens door om te vernemen wat je precies gehoord hebt. Verrast?

Deze passage is geplukt uit het werk Invisibility (2008) van de Australische componiste Liza Lim. Het is effectief een compositie voor cello solo zonder elektronica, 12 minuten lang. Een compositie die demonstreert hoe je, ondanks eeuwen van experimenteren met de opgespannen koorden die snaren uiteindelijk zijn, nog steeds originele klanken kan toveren uit oude instrumenten.

Hoe ging de componiste te werk? De uitleg bij de partituur leert ons dat er gebruik wordt gemaakt van een zogenoemde guiro bow, een strijkstok waarbij de haren achteraan zijn losgemaakt en spiraalsgewijs rond de stok werden gebonden. De snaren worden dus alternerend door het haar en door het hout in beweging gebracht, wat een onstabiele en onregelmatige klank oplevert. Of toch een klank met nogal wat bijgeluiden, wat meteen ook het meerstemmige karakter verklaart.

Meer uitleg over de guiro bow vind je hier.

Een ander opvallend element is het gebruik van multiphonics. Dit associëren we misschien eerder met blaasinstrumenten, maar ook bij snaarinstrumenten zijn dit soort van klanken mits de juiste snaar- en vingerspanning een interessante piste die uitnodigt tot verder experiment.

Meer uitleg over multiphonics op cello vind je hier.

Beluister de volledige compositie mét partituur:

Beluister hier de volledige compositie tijdens een uitvoering.

 

 

Interview met componisten Benjamin Van Esser en Tim Mulleman

Karel Goeyvaerts revisited

Op 8 juni van dit jaar zal het precies honderd jaar geleden zijn dat Karel Goeyvaerts geboren werd. De beperkte (internationale) bekendheid van de naam Goeyvaerts staat in schril contrast met de veelzijdigheid en het onbetwistbaar baanbrekende karakter van zijn oeuvre. Hoog tijd, dus, om zijn werk opnieuw onder de aandacht en – vooral – op de planken te brengen.

Het Festival van Vlaanderen Mechelen zet tijdens Lunalia (22 april – 7 mei) stevig in op Karel Goeyvaerts. I SOLISTI speelt drie concerten, waarbij ook twee nieuwe composities te horen zijn. Tim Mulleman (°1993) en Benjamin Van Esser (°1979) kregen elk de vraag om een nieuw werk te componeren met een compositie van Karel Goeyvaerts als vertrekpunt. We vroegen hen waar die tocht begon en waar de weg hen heen leidde.

bve.grainlooper

Benjamin Van Essers eerste kennismaking met de muziek van Goeyvaerts was – heel toepasselijk – zijn Nummer 1, de Sonate voor twee piano’s (1950-51). Op dat moment studeerde Benjamin Van Esser zelf aan Mode de valeurs et d'intensités van Olivier Messiaen, een werk dat mee aan de basis lag van de seriële schrijfstijl die Goeyvaerts hanteerde in de sonate. ‘Ik was onmiddellijk geïntrigeerd’, vertelt hij, ‘en ik ben op ontdekkingstocht gegaan in zijn oeuvre’. Al snel bleef hij hangen bij de Litanieën (1979-1982):

BVE: ‘Vooral de ritmische, rauwe toonspraak in combinatie met het procedurele verloop van deze composities sprak me aan. De Litanieën hebben een diepe indruk op me nagelaten. De sequentiële techniek wordt veelvuldig gebruikt in elektronische muziek en maakt ook deel uit van mijn eigen muzikale taal.’

Ook op Tim Mulleman maakten Goeyvaerts' Litanieën een sterke indruk, in het bijzonder Litanie I (1979).

TM: ‘Litanie I is het eerste werk van Goeyvaerts dat ik leerde kennen. Heel wat jaren geleden speelde ik het aan het Brusselse conservatorium in de klas van Jan Michiels. Ik leerde de muziek dus al spelend kennen. Het was niet alleen veel fun om spelen, maar ook best intens. Zo kwam de muziek ook op me over als luisteraar.’

In elk geval spoorde die kennismaking Tim Mulleman aan de rest van Goeyvaerts' oeuvre te ontdekken. Wat hem daarbij onmiddellijk verraste, was de stilistische diversiteit ervan.

TM: ‘Het is curieus dat Goeyvaerts’ muziek, ondanks die verscheidenheid, altijd herkenbaar blijft. En dat er ook invloeden van bijvoorbeeld zijn vroegere seriële werkwijze aanwezig zijn in zijn latere repetitieve muziek! Die herkenbare rode draad doorheen een oeuvre dat toch zo uiteenlopend is, vind ik erg boeiend. Bewonderenswaardig ook, dat een componist zichzelf keer op keer vernieuwt, maar toch steeds trouw blijft aan zichzelf en een eigen toon behoudt.'

Meer weten over Goeyvaerts?

Karel Goeyvaert werd 100 jaar geleden geboren. MATRIX maakte een webpagina met informatie, beeldmateriaal en links naar uitvoeringen van zijn muziek.

Litanie I is meteen ook het werk waarop Tim Mulleman zijn eigen compositie Movement for piano & ensemble baseerde. Dat Jan Michiels pianist van dienst is, is de kers op de taart.

TM: ‘Bij de vraag van Francis Pollet en Frederik Neyrinck (resp. artistiek leider en artist in residence bij I SOLISTI, red.), maakte ik een vreugdesprongetje. Op zo’n fijne manier komen verschillende muzikale werelden, bucket-list-puntjes en herinneringen samen in deze opdracht: een quasi-concerto, met mijn oud-docent piano aan de toetsen, gebaseerd op muziek die ik bij hemzelf – toch wel een Goeyvaerts-expert – onder de loep nam. Nogal wiedes dat ik die opdracht met beide handen heb aangenomen.'

Het materiaal dat Tim Mulleman voor zijn nieuwe compositie uit Litanie I puurde, moeten we vooral gaan zoeken bij de drieklanken die in het stuk van Goeyvaerts te vinden zijn.

TM: ‘In Litanie I komen die dense drieklanken aanvankelijk als een quasi-clustertje over, maar net omdat ze zo vaak herhaald worden, worden ze steeds beter herkenbaar als unieke aggregaten met een eigen ‘kleur’. Ze vormen zo de kenmerkende hoekstenen van de steeds herhaalde periodes. Kleuren en kleurcombinaties die me bijbleven, verwerkte ik op mijn eigen wijze in mijn compositie, als sets en modi. De vraag voor mij was dan hoe ik uit mijn bevindingen nieuwe klankvelden, nieuwe modi kon laten ontstaan, waarmee ik vervolgens verder kon werken. Met het sacrale, repetitieve karakter van het werk doe ik straf genoeg niets. Ook van de ritmiek, die in het oor springt bij de veelvuldige herhalingen, heb ik uiteindelijk niets meegenomen. Wat overblijft, is het verticale aspect: de harmonie. In mijn klankvelden vind je als het ware een echo van Goeyvaerts’ samenklanken terug, soms duidelijk, andere keren net ver verwijderd, bijna onherkenbaar.'

Bij de voorbereiding van zijn nieuwe compositie, R Aquarii, dook Benjamin Van Esser dan weer in de wereld van Aquarius, het monumentale (opera)project waaraan Goeyvaerts zich in het laatste decennium van zijn leven wijdde. Startpunt was Zang van Aquarius voor acht basklarinetten (1984).

BVE: ‘Voor R Aquarii heb ik me gebaseerd op elf motieven uit Goeyvaerts’ originele compositie, overeenkomstig met de elfde plaats van het astrologische beeld Aquarius in de dierenriem. Aanvankelijk worden die motieven quasi letterlijk overgenomen, waarna ik ermee aan de slag ga. Hoewel de basklarinet een grote trukendoos aan alternatieve speeltechnieken bezit, ben ik zo dicht mogelijk bij de ‘zangerige’ schrijfstijl van Goeyvaerts gebleven. Niettemin zijn er heel wat repetitieve processen aanwezig, die zich met name in de elektronica manifesteren.’

De doorgedreven polyfonie uit het werk van Goeyvaerts vertaalt Van Esser naar een waaier aan elektronische technieken, zoals freezes, delays, loops en granulaire bewerkingen. In de vormgeving van de elektronica speelde bovendien de opera Aquarius: L’ere du verseau (1983-92), waar Zang van Aquarius in weergalmt, een rol.

BVE: ‘In de opera schept het orkest een andere omringende context, die de versie voor basklarinetten in een ander daglicht zet. Het orkest voegt kleur, textuur en impact toe. Zo’n context probeer ik ook te creëren met het gebruik van elektronica. Je zou kunnen zeggen dat de basklarinet in de loop van de elf delen zijn zang brengt, omhuld door de kleurrijke nevel die door de electronics wordt gegenereerd.’

TM ‘In de pianopartij maak ik veelvuldig gebruik van dubbelgrepen in de duimen. De duimen hebben meestal niet één maar twee noten tegelijk te spelen, waarvoor je ze vlak moet leggen. In Litanie I krijg je er regelmatig te spelen, soms omdat het niet anders kan, of omdat het handiger is. Het is een principe dat wel vaker voorkomt in de pianoliteratuur, maar ik spit het hier tot op het bot uit.’

vb. 1 Goeyvaerts’ Litanie I, 2de lijn uit partituur: de combinatie as-bes kan enkel met een duimgreep gespeeld worden.

‘In de eerste plaats krijg je met zo’n greep uiteraard uitgebreidere akkoorden, met tot zes noten per hand in plaats van vijf. Ik trek duimgrepen door in snelle trekjes, waarbij ook de overige vingers dubbelgrepen te verwerken krijgen.’

vb. 2 De openingsmaten van Movement.

‘In tremolipassages kan zo een zeer dense, clusterige textuur ontstaan. En ten slotte helpen de duimgrepen erg in een ‘quasi-glissando’: de piano ‘faket’ daarbij de glissandobeweging die de overige instrumenten in het ensemble (fluit, klarinet, trombone, viool, cello) van nature kunnen. Een piano kan natuurlijk niet van de ene naar de andere noot glijden, maar door snel veranderende, geleidelijk stijgende of dalende tremolo-akkoorden ontstaat er een gelijkaardig effect. Dat vraagt om een floue speelwijze: niet ritmisch accuraat, maar een stelselmatig, broeierig stijgende lijn. De drukke, dichte textuur geeft het effect van een quasi-glissando. De duimgreep helpt de boel nog wat waziger te maken!’

vb. 3 Tremolo-akkoorden met quasi-glissando in Movement

De pendelbeweging tussen duidelijke referenties aan het werk van Goeyvaerts enerzijds en een drastische verwerking ervan binnen zijn eigen muzikale taal aan de andere kant lijkt een constante te zijn in R Aquarii, en dat is duidelijk geen toeval:

BVE: ‘De titel voor de nieuwe compositie is ontleend aan R Aquarii, een symbiotische ster die, naar men aanneemt, een witte dwerg en een rode reus in een binair sterrenstelsel behelst, en die zich in het sterrenbeeld Aquarius bevindt. Net als de hemellichamen in het sterrenstelsel is dit werk onlosmakelijk verbonden met Karel Goeyvaerts’ Zang van Aquarius. De elektronica in R Aquarii steunt vooral op sampling en klankadaptaties van de basklarinet. Naar het einde van het werk toe steken echter een aantal synthetische bewerkingen de kop op die de toonhoogtes van de basklarinet volgen. Dit heeft als effect dat de ‘aardse’ klank van de basklarinet even ‘niet van deze wereld’ lijkt, alsof Zang van Aquarius van tussen de sterren weerklinkt …’

Rebecca Diependaele
Interview met Benjamin Van Esser en Tim Mulleman via e-mail, maart 2023

Concertkalender
Benjamin Van Esser – R Aquarii
Première door I SOLISTI tijdens Lunalia Lift Off, zaterdag 22 april 2023 om 14u en 15u30, Cultuurcentrum nona, Mechelen

Tim Mulleman – Movement for piano & ensemble
Première door I SOLISTI tijdens het concert ‘100% Karel Goeyvaerts’, donderdag 27 april 2023 om 20u15, Sint-Pieter-en-Paulkerk, Mechelen

Beide werken zijn nadien nog te horen bij
Muziekcentrum De Bijloke Gent [4 december 2023 om 19u30 (in de context van Avondje Adorno)]
De Singel Antwerpen [7 december 2023 om 20u]

Interne keuken

L'appel du vide

De samenwerking tussen TraumaSutra en Peter Geysels

Peter Geysels is (bas)klarinettist en gepassioneerd door de fujara, kaval en boventoonfluit. Immer op zoek naar muzikaal avontuur, kwam hij Peter De Koning en TraumaSutra tegen op zijn pad. Spelend en onderzoekend zoeken ze naar manier om de muziek te laten spreken vanuit hun eigen expressie. Sinds februari loopt Peter stage bij MATRIX en vind je hem ook in de bibliotheek. In deze spOren neemt hij ons mee in de interne keuken van zijn samenwerking met TraumaSutra.

TraumaSutra is het geesteskind van sound artist en componist Peter De Koning. Zoals de naam aangeeft, was het aanvankelijk een creatieve manier om met persoonlijke gevoelens en trauma’s om te gaan. Maar al van bij het begin oversteeg het dat praktische aspect. Het eerste album, dat alleen de titel TraumaSutra meekreeg, was de aanzet tot een brede en intensieve zoektocht naar uitdrukkingsmogelijkheden in klank.

Een rode draad doorheen het werk van Peter is, zoals hij het zelf zegt, een reflectie van zijn chaotische gedachten. Hij neemt je mee van de ene sfeer naar de andere, van ingetogen of minimalistisch tot pure noise en extreme complexiteit. Om zijn palet aan uitdrukkingsvormen te verbreden, zocht hij dan ook regelmatig andere muzikanten op. Je kan Peter ook aan het werk zien in projecten als TraumaTerrestrial, Liquid Trauma, Zomerkonig, Intens en zo veel meer. Met het project Lichtraummocht hij optreden ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van het IPEM.

Traumasutra & Peter Geysels tijdens een performance in Villa Bota, Brugge
Traumasutra & Peter Geysels tijdens een performance in Villa Bota, Brugge

De start van onze samenwerking

Hoewel Peter en ik uit verschillende hoeken van de muziekwereld komen, merkten we al bij onze eerste ontmoeting op dat hokjes van geen tel zijn en genres grensoverschrijdend zijn.

Peter komt uit de zogenaamde “underground scene”, dark ambient, industrial en noise bands, maar ging de grens tussen “pop” en “klassiek steeds weer opzoeken. Je zou kunnen zeggen dat ikzelf met mijn klassieke opleiding als (bas)klarinettist de omgekeerde weg volgde. Ergens op de snijlijn hebben we elkaar ontmoet. We werden allebei gevraagd als gastmuzikant op een optreden van de dark ambient band For Greater Good. Peter om industrial en noise-aspecten toe te voegen en ik om wat meer klassieke lijnen aan te brengen.

Wat we gemeen hadden, was het opzoeken van de grenzen van de muziek zoals we die tot dan kenden en een drang naar experiment en steeds blijven leren en ontdekken. Daarnaast hadden we natuurlijk ook onze gedeelde interesses in de culturele geschiedenis van de 20ste en 21ste eeuw, maar ook in de menselijk geest en dan vooral de donkere en stoffige hoekjes van die geest. Dat laatste merk je ook in de sfeer (sferen) en in de titels op ons eerste album L’appel du vide.

Over onze manier van werken

In onze muziek vind je invloeden van de muziekgeschiedenis van zowat de laatste 70 jaar. Musique concrète, spectralisme, microtonaliteit… Het passeert allemaal de revue.

De eerste composities waren voor ons een zoektocht naar een nieuwe manier van werken. De ervaring die ik voordien met hedendaagse muziek had, bleef beperkt tot het uitvoeren, gaande van partituren met traditionele tot grafische notatie en af en toe werken met tape. In de weinige composities die ik tot dan toe zelf had gemaakt, was ik nog niet met elektronica aan de slag gegaan. Peter werkte wel al met elektronica en effecten. Akoestische instrumenten (of al wat geluid maakt door er op te slaan of ermee te rammelen) waren voor hem iets om van te starten en te bewerken. Dus gingen we van start. Nog niet zolang voor onze eerste ontmoeting, had ik enkele nieuwe instrumenten aan mijn arsenaal toegevoegd, zoals de kaval en boventoonfluit. Net deze instrumenten werden de basis voor onze eerste composities.

We vertrokken van improvisatie. Een dialoog tussen akoestisch en elektronisch getransformeerd geluid kwam op gang. Dat materiaal zouden we verknippen en waar nodig op een nieuwe manier samenstellen. Op die nieuwe basis voegden we dan weer nieuw materiaal toe, zoals field recordings. Musique concrète elementen, field recordings, traditionele instrumenten en zelfgecreëerde klanken staan in onze muziek steeds op gelijke voet. Alle geluiden zijn evenwaardig en elk geluid kan muziek zijn. De anatomie van de klank en de expressiviteit die in de klank zit, zijn de bouwstenen voor het verhaal dat we willen brengen.

Het gebruik van synthesizers en voorgeprogrammeerde geluiden beperken we tot een absoluut minimum. Het liefst maken we alle geluiden zelf. Naast mijn conventionele instrumenten en onze stem gebruiken we dan ook de meest uiteenlopende objecten om geluiden te produceren. Bloempotten, kettingen, metalen platen, glazen, schalen en kommen, speelgoed, steen, papier… niets is te gek.

In deze manier van werken speelt ook het toeval een rol. Een geluid kan heel anders worden dan je verwacht, maar is daarom niet minder interessant voor ons. Integendeel. Zelfs per ongeluk tegen een microfoon tikken, kan een interessant ritmische patroon opleven dat we misschien nog wel ergens kunnen gebruiken.

In onze composities spelen we heel bewust met ruimte en tijd. We gebruiken de ‘kunstmatig gecreëerde ruimte’ in de opname om onze muziek te kleuren. De perceptie van tijd is relatief en individueel verschillend. Onze composities zitten niet gevat in het keurslijf van de muzikale maat. Soms verandert de perceptie van tijd in één compositie of plaatsen we lijnen met een ander tijdsgevoel boven elkaar. Wanneer we binnen die tijdlijnen ook zwevende ritmiek toepassen, streven we naar een complexiteit die aanleunt bij wat we voelen als we de gedachten in ons hoofd de vrije loop laten.

Onze manier van werken is proces van ontwikkeling. Sommige technieken hebben we beter in de vingers en kunnen we gerichter toepassen. Ondertussen starten we niet altijd meer vanaf het spreekwoordelijke witte blad. We leggen onszelf structuren of beperkingen op als we aan een nieuwe compositie beginnen. Het blijft een boeiend zoek- en groeiproces.

Live performances

Naast het werk in de studio staan Peter en ik ook graag op het podium. Het onderscheid tussen high brow en low brow laten we aan ons voorbijgaan. We staan met concerten of klankperformances in clubs, op kleine festivals, op kunstenhappenings, in een galerij, op klassieke podia, in jazzclubs… Kortom, we zijn niet in een hokje te stoppen.

De evolutie in ons studiowerk is ook terug te vinden in onze optredens. Ondertussen manipuleer ik zelf mijn geluid, wat nog meer mogelijkheden geeft om gelaagdheid in onze muziek te brengen.

In 2020 waren we te gast op de kunstenhappening Kaalstaart in Amersfoort, samen met Jan Kees Helms. Tijdens het tweedaagse evenement op een oude fabriekssite dat is omgevormd tot een creatieve hub, bestond ons concept eruit om non-stop muziek te maken met materialen die we daar ter plekke vonden (stenen, glas, buizen in metaal en plastic, achtergelaten materialen zoals hamers en zagen, een steekwagentje, veren, schroeven, dozen...), aangevuld met  onze lichamen en stemmen (en heel even kaval), contactmicrofoons en elektronische effecten. Dat resulteerde in een intensieve maar boeiende muzikale reis van 15u.

Elders gingen we net de uitdaging aan alle elektronica achterwege te laten. Dada en Fluxus zijn hier nooit ver weg.

Het vervolg

Peter en ik zijn nog lang niet uitgepraat, we blijven met TraumaSutra zoeken naar nieuwe klanken en nieuwe werkvormen. Op het moment van dit schrijven is het nog niet helemaal duidelijk wanneer het nieuwe album klaar staat om te verschijnen. Op dit album, Dochter van Ondine, krijgt de basklarinet uitgebreid aandacht.

We willen ook verdere stappen zetten in het creëren van partituren. Dat zou anderen ook toelaten om onze composities te interpreteren en zo onze muziek weer te laten groeien. Wie weet, om dan ook een dialoog aan te gaan met andere uitvoerders.

Ook het spelen met artificiële ruimte, iets dat we al in de studio toepassen, willen we in de toekomst naar live uitvoeringen vertalen en onze muziek spatializeren.

TraumaSutra is terug te vinden op Facebook.

Ons eerste album L’appel du vide is te beluisteren (en te koop) via Bandcamp.

Enkele opnames van live performances kan je bekijken en beluisteren via YouTube.

Nawoord

Dit is slechts een beknopte samenvatting van wat de samenwerking tussen Peter De Koning en mezelf inhoudt, een kennismaking. Er valt zoveel te vertellen. Ik wist niet waar te beginnen. We kunnen dus nog wel een tijdje doorgaan. Als er vragen zijn, beantwoorden wij die graag! De makkelijkste manier om ons te bereiken is via mail naar Peter Geysels of Peter De Koning.

spOren is een initiatief van ISCM-Vlaanderen & MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek]. Via een nieuwsbrief communiceert het redactieteam verschillende bijdragen met betrekking tot nieuwe muziek. Geïnteresseerden kunnen zowel met een vraag (schrijven jullie iets over …?) als met een aanbod (ik heb iets geschreven over …) aankloppen bij de redactie. Op die manier ontstaat er een netwerk van input en output, gedachtewisselingen en kennisdelingen over nieuwe muziek die de liefhebber verheldering en begeestering verstrekken.

Schrijf je hier in op de spOren-nieuwsbrief!