CROENE Frederik (1973)

Frederik Croene (1973°) ontdekte al snel zijn passie voor piano en ontwikkelde zich hoofdzakelijk autodidactisch tijdens zijn tienerjaren. Hij ging naar de plaatselijke bibliotheek om te snuisteren in het luistermateriaal en bekwaamde zich in improvisatie, iets wat later in zijn carrière als componist nog een belangrijke rol zal spelen. Bij gebrek aan een muziekacademie in zijn thuisstad, volgde hij zijn eerste muzieklessen bij de lokale organist Marcel Swolffs. Zijn hogere studies piano ving hij aan in het Lemmensinstituut bij Alan Weiss, en hij voltooide zijn kandidatuur in Gent bij Claude Coppens. Uiteindelijk behaalde hij zijn master in Brussel bij Boyan Vodenitcharov. Croene stond op podia met onder meer Nadar Ensemble, Odysseia Ensemble, Spectra Ensemble en Ictus. Zijn discours als solist viel meerdere malen in de prijzen, waaronder de Sabam-prijs in 2002 en de Jeanne en Willem Pelemans-prijs in 2004.

Zijn debuut-cd als pianist kwam uit in 2003 met het label van de Gentse concertzaal Handelsbeurs (later Ha Concerts). Maarten Beirens beschreef het album in De Standaard als “een heus statement”, met een radicale repertoiremix gaande van Franklin Gyselynck en Giacinto Scelsi tot Johannes Brahms en Béla Bartók. Croene profileerde zich daarmee als “een pianist met een missie”, aldus Beirens.

Frederik Croene is verbonden aan de Gentbrugse muziekschool als pianoleerkracht en als docent improvisatie nieuwe muziek. Als pedagoog wil hij zijn studenten stimuleren om te experimenteren met improvisatie, niet-muzikaal materiaal, en een multidisciplinaire benadering.

 

Werkbespreking

“Aan de piano zitten met een luisterend publiek is de essentie van mijn artistieke praktijk. […] voor mij is dat een soort ‘adem’. Dat geeft mij zin om te leven en om te creëren.” (Frederik Croene)

Rond het jaar 2010 maakte Frederik Croene de overstap van piano naar compositie. Zijn vertrekpunt was opnieuw de piano, maar al snel stuitte hij op de beperkte definiëring van het instrument binnen zijn eeuwenoude traditie. Vooraleer hij tot eigen composities kon komen, moest hij het instrument deconstrueren, legt hij uit. Concreet zocht hij naar een manier om alles uit te schakelen wat te maken had met vingertechniek en de voorgeprogrammeerde geografie van het klavier (de rangschikking van de toetsen, de manier waarop het instrument tot klinken gebracht wordt,…). Hieruit ontstond ‘Le Piano Démécanisé’, een gedeconstrueerde piano.

Dergelijke experimenten ontwikkelden zich al in de jaren 1940 met John Cage’s ‘prepared piano’ als bekendste voorbeeld. Maar die geprepareerde piano, en later ook de ‘extended techniques’, volstonden niet voor Croene. De voorgeschreven speelwijzen gaven hem rugpijn, het instrument werd beschadigd, en het gebruik van piano-vreemde objecten kon voor hem niet door de beugel (denk bijvoorbeeld aan het plaatsen van bouten en nagels tussen de snaren). Croene is in dat opzicht een purist: “Ik had het gevoel dat er een klankreservoir in het instrument zat dat met de prepared piano wel aangestipt was, maar nog niet grondig genoeg.” ‘Le Piano Démécanisé’ vormde zijn antwoord op de prepared piano. Ook hij deconstrueerde het instrument, maar hield daarbij wel de traditionele opzet intact. De piano werd bijvoorbeeld op zijn rug gelegd, waarna de snaren werden bespeeld met piano-eigen objecten, zoals de gedemonteerde pianotoetsen. “Het onthult de verborgen goudmijn aan geluidsmogelijkheden die in de piano verscholen ligt,” vertelt Croene. De Duitse componiste Andrea Neumann (1968°) was een directe inspiratie in het ‘demachiniserende’ traject. Ook zij had gelijkaardige frustraties en bedenkingen bij Cage’s model, waarna ze haar eigen versie ontwikkelde.

Roll Over Czerny is een van Croenes bekendste werken binnen het discours ‘Le Piano Démécanisé’. Het opzet is als volgt: de pianist speelt een etude van Czerny, de uitvoering wordt opgenomen en opnieuw afgespeeld terwijl de pianist op het pianokader improviseert. Er ontstaat dus een nieuwe soundtrack op de etude. Croene schreef ook een artikel bij de compositie dat tijdens één van de uitvoeringen werd voorgedragen. Roll Over Czerny is zo een combinatie van gecomponeerde muziek, improvisatie en theoretische tekst. Andere composities voor ‘Le Piano Déméchanisé’ vinden we in de bundel 492 kg, an extended piano recital; waarvoor Croene de opdracht gaf aan acht componisten, waaronder Stefan Prins en Simon Steen-Andersen.

Na deze fase van experimenteren met ‘de grote concepten’, zoals Croene die zelf noemt, evolueerde hij naar een meer intuïtieve compositie-praktijk. Na 2015 zou hij zijn werk minder theoretiseren, en zien we een terugkeer naar een klassiekere speelwijze: “met de vingers op de toetsen”. Ook zien we een verschuiving op conceptueel en thematisch gebied: zijn muziek verwijst consistent naar meer concrete en maatschappelijke kwesties. Voorbeelden daarvan zijn het feministisch relaas in Counterforces – waarover hieronder meer – of de ecologische crisis, het wederkerende thema in de laatste drie projecten met kunstenaar Karl Van Welden: Mars II, Cul de Sac en Solastalgia. Tenslotte zou hij consequent blijven componeren voor piano, maar verrijkt hij het medium met een multidisciplinaire benadering die zijn praktijk fundamenteel zou karakteriseren. Die multidisciplinaire werkwijze is onder directe invloed van componisten als Michael Beil en Johannes Kreidler, waarbij niet-muzikale aspecten een essentieel onderdeel van hun compositorische praktijk zijn.

Concreet groeiden er een aantal duurzame samenwerkingen in deze fase, zoals met Karl Van Welden.

Met Solastalgia kaarten de componist en kunstenaar de bedreigingen als gevolg van de klimaatverandering aan. De titel Solastalgia verwijst immers naar de heimwee die individuen ervaren wanneer ze gescheiden worden van hun thuisomgeving. De compositie bestaat uit vier delen, en kan  ruwweg omschreven worden als een sonate. Croene schrijft een dense partituur met virtuoos pianospel als een duidelijke verwijzing naar 19e-eeuwse repertoires. De vier begeleidende video’s bij elk deel tonen schepen in quarantaine. Ook het hoesontwerp van de LP is gebaseerd op de quarantainevlag die op zee gebruikt wordt.

Een andere belangrijke samenwerking is die met Timo Van Luijk. Van Luijk is autodidact. Als intuïtief muzikant staat zijn idee van klank en muziek lijnrecht tegenover de klassieke opleiding die Croene kreeg. Muziek is voor Van Luijk een ‘landschap van klank’ in tegenstelling tot het academisch denken in muzikale parameters, zoals toonhoogte en timbre. Wanneer ze de koppen bijeen steken, gaan ze improvisatorisch aan de slag met allerlei instrumenten en ‘non-instrumenten’, zoals casetterecorders. Er ontstaat “een soort van klank-chemie”, aldus Croene, waar hij als componist “schatplichtig aan is”. Samen brachten ze onder andere de LP’s Voile au vent, Fortune de Mer en Ipnopedion uit. Die laatste is gebaseerd op het Zanfretta-incident: een vermeende ontmoeting tussen Pier Fortunato Zanfretta en buitenaards leven. Zanfretta beweerde elf keer ontvoerd te zijn geweest tussen 1978 en 1981. Nadien ging hij in hypnose-therapie. De opnames van die sessies vormden de basis voor het album.

De genoemde samenwerkingen zijn Croenes eerste stappen binnen een multidisciplinaire praktijk, wat hem uiteindelijk leidde tot het conceptualiseren van zogenaamde ‘totaalconcepten’. Voor  Counterforces liet de componist zich omringen door drie zangeressen (Lore Binon, IKRAAAN en Amina), schrijfster Dominique De Groen en kunstenaar Karl Van Welden. De Groens gelijknamige tekst werd het vertrekpunt. Haar Counterforces is een feministisch fictieverhaal waarin drie ‘godinnen’ (de drie zangeressen) de strijd aangaan tegen patriarchale clichés. Het gender-discours is een thema dat Croene al lang in de greep houdt en waar hij zich ook de komende jaren nog in zal verdiepen. Met Counterforces schreef hij het eerste hoofdstuk van dat discours. Hij nam daarbij zijn eigen positie kritisch onder de loep: ‘welke rol vervult een witte cisman van middelbare leeftijd in dit betoog?’ Na overweging om zichzelf letterlijk van de scène te verwijderen, stapte hij genoodzaakt weg van dat idee: als uitvoerder van de muziek is hij onmisbaar op de bühne. Dan toch maar op het podium. De denkoefening op welke manier hij dat moest doen, benaderde hij visueel: de pianostoel, waarop de pianist plaatsneemt, draaide voortdurend 360°. Zo werd Croene letterlijk verhinderd om zijn partij voluit te spelen, waarmee hij zijn positie ‘deconstrueerde’ en verplicht was een passieve rol te spelen. Een draaiende stoel, een lijnrecht protest.

De soundtrack die Croene voor Counterforces componeerde, is gebaseerd op samples uit zijn eigen werk en uit elektronische dansmuziek die hem inspireerde. Dat is geen unicum, want hoe langer hoe meer worden samples een wezenlijk deel van zijn compositiepraktijk, zoals in de No Context Pieces: een verzameling van vijf stukken op MIDI-keyboard. Onder de toetsen van het keyboard gaan verschillende geluidsfragmenten schuil met referenties aan zowel eigen composities als muziek van andere artiesten,k zoals Terminator X (best bekend als de dj van Public Enemy). Wanneer we specifiek inzoomen op het stuk Turin Horse keren we terug naar Croenes experimentele fase, en horen we reminiscenties aan ‘Le Piano Démécanisé’. Het geheel brengt een compilatie van vingervlugge klankfragmenten die “een bizar verhaal vertellen” en een ludieke blik op zijn oeuvre werpen.

 

Werklijst

Schling voor kapotte piano’s (Stefan Prins & Be-Part Waregem, 2005); Pianos Palliatifs voor kapotte piano’s (Erik Bassier & Internationaal Straattheaterfestival Gent, 2006); Frames for Nostalgia voor pianokader (Haugen Produksjoner, 2009); Roll Over Czerny voor pianokader (2011); Häxan soundtrack voor hammondorgel (Benjamin Christensen, 1927, Filmfestival Gent & ArtCinemaOFFoff, 2011); Faust soundtrack voor hammondorgel en pianokader (Concertgebouw Brugge, 2012); compositie voor piano, TV’s, printers, software, etc. (collectief Lehman Brothers & Transit Festival, 2013); F.C. Me Fecit voor ogel (2015); The Frankenstein Variations voor piano en elektronica (Q-O2, 2015); Zeven stukken voor DKO: Vilt, Ländler, Albedo Ballade, Computer Says No, Vertigo, Chocolade, Hold Your Horses voor piano (2017); La Séance Inutile, On Education I voor gitaar en contrabas (Tiptoe Company, 2017); Mars II voor piano (Karl Van Welden, 2018); On Education II als participatieve compositie (2018); Een dia per maat voor piano (Colette Broeckhaert, 2018); Cul de Sac voor piano (Karl Van Welden, 2019); Damascenes, but only the Big Ones voor piano (Markéta de Borggraef, 2019); compositie voor piano (Karl Van Welden & Transit Festival, 2019); Ipnopedion voor piano (Timo Van Luijk, 2020); On Education III (Transit Festival, 2020); Diamond Princess, February 2020, Yokohama – Japan voor piano (Karl Van Welden & Klarafestival, 2021); Solastalgia voor piano (Karl Van Welden, 2022); Counterforces voor piano, hammondorgel en pianokader (Lore Binon, IKRAAAN, Amina, Dominique De Groen, Karl Van Welden & Klarafestival, 2023); Earth I voor piano (Karl Van Welden, 2023); Schizophonia One voor piano (Marlies Cornelis, 2024); Compositie voor Eersteklasconcerten/MusiMatrix voor vleugelpiano en vijf buffetpiano’s (Concertgebouw Brugge, 2024); Le Voyage dans la Lune soundtrack voor hammondorgel (Georges Méliès, 1902, s.d.); Film soundtrack voor hammondogel (Samuel Beckett, 1964, s.d.); Eagle Finger voor pianoduo & TV (s.a.); compositie voor gitaar voor Nico Couck (s.d.)

Bibliografie

  • Croene, Frederik. “Le Piano Démécanisé.” RTRSRCH 1, no. 3 (March 2010): 26-29.
  • Croene, Frederik. “The new, Frankensteinian Archetype.” In Eckhardt, Julia (ed.), p. 84-89. Brussel: Q-O2, 2014.
  • Croene, Frederik. “Roll over Czerny.” In Coessens, Kathleen (ed.), Experimental Encounters in Music an Beyond, 57-63. Leuven: Leuven University Press, 2017.
  • Croene, Frederik. “La Séance Inutile”, tekst bij de uitvoering van ‘Le Piano Démécanisé & Tiptoe Company, 2010.
  • Croene, Frederik. “Mars II, about the score”, bijlage van de LP ‘Mars II’, 2018.
  • Croene, Frederik. “Autobiographical notes on Cul de Sac“, liner notes bij de LP Cul de Sac, 2019.
  • Croene, Frederik. “Solastalgia”, liner notes bij de LP Solastalgia, 2022.

Discografie

als componist

  • Hout (Frederik Croene & Esther Venrooy), Roborecords ROBO008, 2005
  • Voile au vent (Frederik Croene & Timo van Luijk), La Scie Dorée Scie 709, 2009
  • Le Piano Démécanisé (Frederik Croene, hoesontwerp: Joris Verdoodt), Audiomer 007, 2010
  • C. Me Fecit (Frederik Croene, hoesontwerp: Mathieu Serruys & Joris Verdoodt), B.A.A.D.M. 002, 2015
  • Mars II (Frederik Croene & Vincent Malstaf, album concept: Karl Van Welden, hoesontwerp: Dirk Deblauwe), Metaphon 007, 2018
  • Fortune de Mer (Frederik Croene & Timo van Luijk, hoesontwerp: Victor Hugo), La Scie Dorée Scie 1818, 2018
  • Cul de Sac (Frederik Croene, hoesontwerp: Karl Van Welden), Cortizona 006, 2019
  • Ipnopedion (Frederik Croene & Timo van Luijk), La Scie Dorée Scie2519, 2020
  • Solastalgia (Frederik Croene, hoesontwerp: Karl Van Welden), Cortizona 016, 2022

 

als uitvoerend muzikant

  • Frederik Croene, piano (muziek van Béla Bartók, Johannes Brahms, Paul Craenen, Franklin Gyselynck, Leoš Janáček, Giacinto Scelsi & Boyan Vodenitcharov, uitvoering: Frederik Croene), HA’04, 2003
  • Jean-Pierre Waelbroeck (muziek van Jean-Pierre Waelbroeck, uitvoering: Frederik Croene), Gents Muzikaal Archief Vol. 43 GMA043, 2004
  • Sturm und Drang (muziek van Ludwig van Beethoven, Wolfgang Amadeus Mozart & Robert Schumann, uitvoering: Frederik Croene), uitgave in eigen beheer FC001, 2007

 

©MATRIX
Teksten van Jenske Vanhaelemeersch

Laatste aanpassingen: 2024