Het heeft alleen maar zin in de combinatie met elkaar

Andrea Voets omschrijft haar werk als ‘musical journalism’, een term die ze zelf muntte voor het hoogst originele type van voorstellingen dat ze het voorbije decennium ontwikkelde. Een multidisciplinaire werkwijze ook, die voor haar de enige juiste is om de complexe onderwerpen aan te snijden waarrond die voorstellingen draaien.

“Het is de combinatie van sociale diepte-journalistiek met heel veel lagen originele muziek. Ik pas die aanpak steeds toe op onderwerpen die ik ‘emotionele blinde vlekken’ noem: fenomenen die het leven van veel mensen diep beïnvloeden, maar waar we nog niet echt de vinger kunnen op leggen. Net die onderwerpen hebben er baat bij om gecombineerd te worden met heel veel muziek. Sommige dingen zijn niet in woorden te vatten. Dat wil echter niet zeggen dat woorden niet helpen. Ik zou het ook nooit alleen maar aan de muziek overlaten om dit soort analyses te maken – dat kan gewoon niet.”

“Eerst doe ik onderzoek, met interviews en veel lezen. Daarna maken we een script. Daarbij gebruiken we alléén originele opnames, nooit hervertellingen. Daarop componeren we dan de muziek. Het één heeft het andere echt nodig. Ik wil dat zowel de muziek als de journalistiek van wereldniveau zijn. Het heeft alleen maar zin in de combinatie met elkaar. En alleen maar dan wil ik het maken.”

 

“Ik wil helemaal verdwijnen.”

 

Voor haar producties kiest Andrea Voets onderwerpen die haar erg na aan het hart liggen. In meer dan één geval heeft ze zelf skin in the game.

“Het allermoeilijkste is het precieze thema vinden. Eens het er staat, lijkt het logisch, maar je moet er eerst wel de vinger op kunnen leggen. En het moet zin hebben dat wij het gaan doen: het moet zin hebben dat je er zoveel muziek bij gaat maken, omdat er iets achter zit dat je niet lukt zónder muziek. Er zijn dus ook heel wat onderwerpen die ik graag aan iemand anders overlaat!”

Tegelijk is het niet de bedoeling om als maker te zeer in de kijker te lopen. Die evenwichtsoefening bepaalt mee het werkproces. Zélf het overzicht houden, bijvoorbeeld, blijkt cruciaal voor de verwevenheid van journalistiek en muziek. De muziek kleurt immers onvermijdelijk de manier waarop de interviewfragmenten gehoord worden. Het is zaak dat die muzikale contextualisering klopt, dat ze de spreker laat horen, eerder dan de maker.

“Ik denk dat ik als muzikant en met muziek in mijn achterhoofd interview. Ik denk dat dat de journalistiek kleurt, maar het is moeilijk om er de vinger op te leggen hoe dat dan gebeurt. Ik moet altijd het overzicht behouden: met wie praat ik, waarom, op welke manier, welk geluid past daar dan bij – of soms ook niet? Integriteit betekent ook die je heel blijft als mens.”

“Wat ik ook ontzettend moeilijk vind, is de vorm bepalen. Alle werken hebben echt een andere vorm. Die vormen groeien ook mee met de kansen die je krijgt en het materiaal dat je elders oppikt. Wat ik bedenk, is steevast heel conceptueel. Ik heb eigenlijk weinig fantasie! Ik heb een blind innerlijk oog, zou je kunnen zeggen: ik kan niks voor me zien dat er niet is. En als het er dan is, is het ook niet ‘de grote artistieke droom van mevrouw Voets’ die uitgevoerd wordt. Neen, het is een concept dat logisch is en een vorm moet krijgen die klopt en kan gaan leven. Daar zoek ik ook de mensen op uit met wie ik de voorstelling maak. Ik heb nooit geld gehad om heel veel te investeren in de vormgeving van een voorstelling, maar het kan mij persoonlijk ook echt weinig schelen. Ik ben echt iemand van de radio, denk ik ondertussen (lacht). Dat neemt niet weg dat ik er wel meer aandacht aan zou geven als ik vind dat een bepaald werk het wél nodig heeft.”

 

“Je moet natuurlijk wel gezien worden.”

 

FOR REAL is de vijfde voorstelling van Resonate Productions, de culturele stichting van Andrea Voets. De voorbije jaren maakten ze Xenitia (over migratie en alle gevoelens die daarbij horen), Wings & Roots (over de manieren waarop identiteit vorm krijgt tussen culturen in), While we live (over eenzaamheid) en Millennial History (over de recente Europese geschiedenis, gezien door de ogen van millennials die er als kind zelf bij waren). In die tijd is er – uiteraard – een hele weg afgelegd.

“Je moet natuurlijk wel gezien worden, je moet begrepen worden. Dat betekent niet dat mensen alles geweldig moeten vinden, maar je moet wel het gevoel hebben dat je begrepen wordt. Jelle Dierickx (directeur van het Festival van Vlaanderen Mechelen, rd) was de eerste die helemaal mee was met wat we wilden maken. In 2022 heb ik een FastForward-beurs gekregen in Nederland – dat was heel groots!”

“Heel belangrijk was De Balie in Amsterdam. Twee jaar was ik op zoek geweest naar een theater of huis in Nederland dat mij als nieuwe maker wou verwelkomen, zodat we samen een subsidie konden aaanvragen om het werk te kunnen maken, want zoiets kost veel geld. Dat lukte maar niet. De Balie is een debathuis, en daar lukte het wél. Eigenlijk was het mijn droomhuis, ik ben daar héél blij. Ook omdat ik gewoon gewoon veel moest leren over journalistiek en dat kon daar heel snel gaan. Ik ben daar ook erg zelfredzaam geworden, deels uit noodzaak. Het meer gebruikelijk scenario, waarin je als jong talent gaat samenwerken met een theater en via coproducties geld binnenhaalt waarmee je je werk kan maken, dat is bij mij nooit gebeurd. Dat vertraagt de boel. Het gaat hierbij niet alleen over de middelen, maar vooral ook over de zichtbaarheid en het kunnen spelen. Aan de andere kant heb ik mijn ideale wereld kunnen controleren, omdat ik zelf bepaal met wie ik samenwerk. Natuurlijk heb ik daarin soms ook foute keuzes gemaakt, maar nu, bij FOR REAL, heb ik het gevoel dat het helemaal goed zit.”

“Als mens zat er voor mij bij elke productie wel een sleutelmoment in, een moment dat ik een ander mens ben geworden door iets dat we hebben meegemaakt, in een repetitie, of in een interview, …”

 

“Het zit niet tussen de oren, er zijn data voor.”

 

De voorstelling FOR REAL draait rond de vraag wat het betekent om ertoe te doen. Als startpunt noemt Andrea Voets de intellectuele ondermijning van vrouwen, het seksisme op het verstand en de ziel.

“In 2022 las ik het boek van Mary Anne Sieghart: The Authority Gap. Why women are still taken less seriously than men. Dat zijn 400 pagina’s sociologische data over precies dát. Ik heb het omgedoopt tot ‘het seksisme op het verstand en de ziel’. Dat je vernederd wordt op je werk, dat je mails niet worden geopend, dat wat je zegt geen gewicht heeft, dat je jezelf zoveel meer moet bewijzen dan mannen. Dat je geen fouten mag maken, dat je nergens mee wegkomt. Dat je niet vertrouwd wordt in het feit dat je je job goed kan doen, dat mensen je moeten controleren, dat je niet vooruit komt, dat je niet de mensen leert kennen of de kansen krijgt die nodig zijn om te kunnen groeien in je werk, etcetera. Het zit niet tussen de oren, er zijn data voor. Overal. Er zit één anekdote bij van een schrijfster in Amerika. Zij had in 2015 een boek naar vijftig agenten gestuurd. Na drie maanden had ze twee afwijzingen gekregen. Toen dacht ze: ik heb niets te verliezen, en ze stuurde hetzelfde boek naar diezelfde vijftig agenten, onder een mannelijke naam en vanaf een nieuw emailadres. Binnen drie dágen had ze zeventien positieve antwoorden, waarvan vijf boekaanbiedingen. Toen ik dat la,s dacht ik: ik kan er echt mee ophouden. Óf er een werk over maken.”

“Het speelt in de hele samenleving, en in de podiumkunsten – en podiumkunsten zijn kwetsbaar hiervoor – hebben we een meervoudig probleem. We waren er nooit in de geschiedenis: waar zijn de voorbeelden dat het écht kan lukken om een wereldcarrière te hebben? En dan niet één vrouw, want dat is ondanks. ‘We hebben toch Kaija Saariaho’, of zo, dat is geen argument, dat is niet genoeg. Half would be fair. Ten tweede draait het hele werk op informele contacten, die voor vrouwen moeilijker zijn om te navigeren. In de kunsten tout court, maar zéker in de podiumkunsten, staat of valt alles met de bereidheid van mensen om naar het theater te komen voor jouw werk en daarmee dus voor jouw gedachten.
Bovendien ben je fysiek aanwezig op een podium. Dat is niet neutraal. In de muziek zijn er bijvoorbeeld veel minder vrouwelijke improvisatoren. Ik denk dat dat komt doordat je extreem vrij en veilig moet zijn om te kunnen improviseren, wat voor vrouwen op een podium veel moeilijker is dan voor mannen. In veel managementliteratuur wordt het verhaal opgevoerd dat er ineens vrouwen in de orkesten kwamen van zodra er blinde audities waren. Dat voorbeeld wordt gepresenteerd alsof de klassieke muziek het veld was dat dat als het eerste doorhad, en alsof daarmee alles in orde is. Alsof die vrouwen dan niet in hun proefjaar toch nog de meest lastige situaties moeten navigeren om dan uiteindelijk toch misschien te stoppen.”

FOR REAL gaat over menselijke waardigheid. Ik vind het een affront dat we wel willen luisteren naar alle verhalen over #MeToo, maar niet willen luisteren naar ‘jij onderbeekt mij constant’, ‘jij leest mijn mails niet’ – dingen die carrières schaden en in de weg zitten en levens fnuiken. Lichamelijke ondermijning en intellectuele ondermijning hangen vaak samen, maar van zodra het over het lichaam gaat, horen we de rest niet meer.”

 

“Het doet ertoe wat iedereen heeft meegemaakt.”

 

FOR REAL kreeg de vorm van een radioshow. Het publiek komt binnen in een zeshoekige radio-studio, met in het midden de musici en een tafeltje met een klein lampje, dat soms aangaat om op te nemen. Aan die tafel worden de toehoorders uitgenodigd om zich te laten interviewen door één van de muzikanten over alles wat in de voorstelling voorbijkomt. De ruggegraat van de voorstelling zijn interviews met veertien vrouwen.

“Ik ben teruggegaan van 60 uur interviews naar 40 minuten tekst. Het zijn ‘zwarte pareltjes’ die zijn overgebleven en daarop hebben we muziek gecomponeerd. Tussendoor zijn er vijf momenten waarop het publiek uitgenodigd wordt om zich te laten interviewen. Het geheel wordt opgenomen en uitgezonden. Dit onderwerp wilde ik niet beperkt houden tot de voorstelling en de mensen die daarbij aanwezig zijn. Dit moet morgen anders!”

“De première is intussen achter de rug en het wérkt. Mensen zijn ook bereid om zich te laten interviewen. Er is dan ook altijd muziek: als je wordt geïnterviewd, zitten er twee muzikanten te improviseren op wat je zegt. Je hoeft dus niet in stilte te praten. Maar zelfs als niemand wil, dan is dat goed, dan is het ook niet mislukt.”

“Er waren momenten waarop de mensen in de zaal elkaar gingen helpen. Dat vond ik heel mooi. Dat iemand naar voor komt en een verschrikkelijk verhaal vertelt, en dat dan iemand anders naar voor komt om iets tegen die persoon te zeggen. Zalig!”

“De diversiteit van het publiek heeft me heel erg verrast. We hadden alle generaties in de zaal – wat al zeldzaam is. En van een Iraanse dissidente communiste tot een Britse drag queen en heel wat mensen uit voormalige Sovjet-landen. Zo wordt het nóg interessanter wat er allemaal wordt gezegd.”

 

“Musici zijn professionele luisteraars”

 

De producties van Andrea Voets en Resonate Productions steunen op een kleine, hechte ploeg van toegewijde kunstenaars. Op tijd ook, en aandacht. Ruimte om in de diepte te werken is essentieel. En hoe vanzelfsprekend dit ook klinkt, het is het niet. “Wij musici zijn de uitvinders van de gig economy”, merkt Andrea Voets op, een situatie waarbij iedereen rent van de ene opdracht naar andere, zonder tijd om wat je doet echt te laten bezinken.

 “Ik denk dat we als maatschappij en ook binnen het kunstenveld veel meer respect nodig hebben voor de kunst van musici, en praktische verbeteringen om ons werk te kunnen doen. Wat Sarah Jeffery en George Dumitriu (de muzikanten die in FOR REAL spelen, naast Andrea zelf, rd) voor elkaar krijgen! Het kort interviewen van mensen in de publieke ruimte is ontzettend moeilijk. Om in drie minuten écht te luisteren, in te tunen op die persoon. Ik heb hun dat niet vooraf verteld en zij doen het gewoon. Als het goed is, zijn musici professionele luisteraars. Dat is letterlijk wat wij doen, en je hebt ons nodig in een samenleving. Er is zo veel dat in de weg kan gaan zitten van die originele act van het luisteren. Als je muzikanten gaat benaderen als speeldoosjes, dan wordt alles inwisselbaar. Als het er niet toe doet wie er speelt, vergeten mensen zelf ook wie ze zijn. Ik denk dat je bij ons kan zien waar het toe kan leiden als je dat vermogen wél eer aan doet.”