Counterforces

Op zaterdag 21 oktober presenteert Frederik Croene “Counterforces” tijdens het Transit Festival. Hier kan je de uitgebreide toelichting lezen die Klaas Coulembier schreef voor de première van het project in Concertgebouw Brugge.

 

Counterforces

In het literaire werk van Dominique De Groen is maatschappijkritiek nooit veraf. Vanuit haar eigen ervaring (onder andere als loonarbeider in een kledingzaak) kijkt ze met een scherpe en kritische blik naar hoe de wereld draait en welke evenwichten daarbij ver zoek zijn. Met name (jonge) vrouwen die zich in een mannen- en mediamaatschappij bewegen, zijn vaak onderwerp van haar literaire beschouwingen, zowel in poëzie als in proza. Haar uitgesproken en zelfs combattant feminisme neemt niet weg dat de teksten bedachtzaam en vooral ook fantasierijk zijn.

In Counterforces wordt de vrouwelijke kracht in de wereld benaderd vanuit drie verschillende invalshoeken, waarbij oude mythologieën uit verschillende culturen de leidraad vormen. Door te putten uit heel diverse achtergronden, komen universele ideeën aan de oppervlakte. Mythologie en religie bieden immers vaak antwoorden op fundamentele vragen die overal ter wereld gesteld worden, maar cultureel telkens anders beantwoord worden.

Frederik Croene brengt voor deze bijzondere voorstelling drie zangeressen bij elkaar die elk een ander esthetisch referentiekader hebben. IKRAAAN heeft een eigen idioom, beïnvloed door rap en R&B maar wel in het Nederlands. Amina Osmanu’s muzikale hart klopt op het ritme van de dub en de rave, twee muziekgenres uit de zogenaamde populaire muziek. Met Lore Binon wordt ook de Westers-klassieke wereld binnengebracht in het geheel. De teksten zelf kwamen tot stand in nauwe samenwerking met de zangeressen, waardoor de stilistische breedte van hun artistieke praktijk doorschemert in het – drietalige – libretto. Dat eclecticisme is ook in de muziek voelbaar. Er is niet één verhaal, er is niet één vaststaand discours.

De drie karakters die door de zangeressen worden belichaamd staan voor drie vrouwelijke archetypes. Amina Osmanu staat voor de oervrouw, stevig geworteld, verankerd in de aarde. Ze wordt gekoppeld aan verschillende godinnen uit de geschiedenis die te maken hebben met fauna en flora. IKRAAAN reflecteert eerder over de intermenselijke relaties, over emoties in een sociale context. Zij reikt niet naar de grond (verticaal), maar reikt naar de horizontale verbindingen tussen mensen. Lore Binon, ten slotte, richt haar blik naar boven en probeert met abstracties het grote overzicht te bewaren. Aan de hand van deze drie personages slaagt Dominique De Groen erin om drie verschillende manieren om naar de wereld te kijken samen te brengen in één logische eenheid.

De tekst begint onomwonden met het aanroepen van de verschillende godinnen met de vraag om de Demon terug te sturen die uit de aarde gekropen is bij het ontginnen van fossiele brandstoffen. Meteen is duidelijk welk thema wordt aangesneden. Het is een reflectie op hoe de wereld veranderd is met de komst van de industrialisatie, wat de effecten zijn van winstbejag, wat de keerzijde van het verlichtingsdenken kan zijn. Rode draad is hoe het patriarchaat – de mannelijke dominantie – in al deze thema’s geleid heeft tot waar we ons vandaag bevinden. De tekst is geen aanval of beschuldiging, maar wel een kritische reflectie op uiteenlopende maar met elkaar verbonden thema’s. De demon staat dan ook niet voor de man op zich, maar voor de overheersende denkwijzen die de laatste eeuwen het Westers maatschappelijk en economisch model hebben gedomineerd. De tekst wordt opgedeeld in vier grote stukken: Crossroads, Rituals, Exorcism en Sunrise. Die laatste titel doet een hoopvolle conclusie vermoeden.

Op muzikaal vlak koos Frederik Croene voor een combinatie van fixed media en live muziek. Bovenop een onveranderlijke soundtrack spreken de drie zangeressen hun eigen taal. Ook Frederik Croene zit op het podium, weliswaar in een bijzondere positie als pianist. Zijn (mannelijke) aanwezigheid zorgt voor een interessante dialectiek met de vrouwelijke dominantie. Samen met Karl Van Welden zocht hij naar een manier om zijn stem in het geheel te problematiseren. De scenografie is van dien aard dat de pianist niet op elk moment in de mogelijkheid is om zijn muziek te laten horen. De manier waarop hij op het podium geplaatst wordt is een soort metafoor voor de bedreiging die een blanke, mannelijke heteropianist kan ervaren wanneer thema’s die eeuwenlang overwegend vanuit mannelijk perspectief behandeld werden voor discussie worden geopend. De pianist wordt niet monddood gemaakt, maar wel gedwongen tot contemplatie. Feminisme zet de mannen immers niet zomaar buiten spel, maar nodigt uit tot een her-denken van oude vanzelfsprekendheden.

Als kritische reflectie op het heden, gaat deze voorstelling ook over de aandachtseconomie die momenteel ons handelen meer beïnvloedt dan we vaak vermoeden. Door alle prikkels die voortdurend op ons afkomen, wordt onverdeelde aandacht een zeldzaam (en door adverteerders fel begeerd) goed. De muziek in deze voorstelling is bewust traag en dwingend. Dat maakt het moeilijk om op te zingen omdat er maar weinig houvast is. Tegelijkertijd geeft dat wankele, amorfe klankuniversum een grote vrijheid aan de muzikanten om te bewegen binnen het kader. Die vrijheid laat ook de ruimte voor de specifieke eigenheid die elk van de drie zangeressen in zich draagt.

___

Frederik Croene en Karl Van Welden werkten al geregeld samen. Telkens realiseren ze een essentialistische scenografie die doeltreffend is door eenvoud. In Mars II werd Frederik doorheen de voorstelling bedekt door een laag as, in Earth I verdwijnt hij onder een reusachtig vilten doek. Ook in Counterforces wordt de uitvoerder in een positie gebracht die het spelen bemoeilijkt.

 

Deze tekst verscheen origineel in het programmaboekje van Concertgebouw Brugge.